Gezocht wordt o.a. naar een conserveringsmiddel, dat het rijshout voldoende paal- wormbestendig maakt. Het rietplaten zinkstuk Enkele van de genoemde bezwaren tegen het rijshouten zinkstuk kunnen geheel of gedeeltelijk worden opgeheven door een groot deel van het rijshout te vervangen door andere materialen, w.o. riet. Er zijn proeven genomen met zinkstukken die als volgt waren samengesteld: De onderlaag bestond uit een gelast netwerk van dun rondstaal. Dit verving het onderroosterwerk van het rijshouten zinkstuk. Op foto 1 is dat netwerk op de grond uitgelegd. De onderdelen van het netwerk, groot 2,24 x 50 m, werden opgerold op het werk aangevoerd. Na het uitrollen werden deze onderdelen, die elkaar één vak over lapten, met schalmen aan elkaar bevestigd. Op foto 2 is het aanbrengen van deze schalmen te zien. Op de onderlaag werd een mat van geperst riet, ter dikte van 4 cm, gelegd. Deze matten (groot 1 x 10 m) werden eveneens opgerold op de bouwplaats aangevoerd (zie foto 3). Foto 4 toont de matten op de onderlaag uitgerold. Vervolgens werd hier op een laag rijshout aangebracht, die langs de vier zijden door een rietwiep werd afgesloten. Deze laag is op de achtergrond van foto 4 te zien. Vervolgens werd hierop weer een mat van geperst riet gelegd (foto 5). Tenslotte werd een bovenrooster werk van rietwiepen aangebracht (foto 6). Het onderroosterwerk van rondstaal en het bovenroosterwerk van rietwiepen werden stevig aan elkaar verbonden. Ter plaatse van de proppen, de plaatsen waar de sleep- en ankerlijnen worden bevestigd, werden de rietwiepen met rijshout versterkt (eveneens foto 6). In vergelijking met het klassieke zinkstuk van rijshout heeft het rietplaten zinkstuk het voordeel, dat er veel minder rijshout voor nodig is, terwijl het beter bestand is tegen paalworm. De bezwaren tegen het slepen bij stroom en golfslag en tegen de onbeschermde naden tussen de stukken in gezonken toestand blijven echter bestaan. Uit de proefnemingen werd de indruk verkregen, dat deze rietplaten zinkstukken de rijshouten zinkstukken kunnen vervangen. Dit jaar zullen verschillende proefstukken worden gelegd. Er moet worden onderzocht in hoeverre het stalen roosterwerk in zeewater duurzaam zal blijken. Zo nodig zal als bevestigingsmiddel o.a. nylontouw worden gebruikt. Bodembescherming met behulp van folie Een andere wijze van bodembescherming kan wellicht worden gevonden door het toe* passen van een zeer dunne laag (folie) beschermend materiaal, waarmede de bodem wordt afgedekt. Bekend zijn reeds beschermingen met gewapende asfaltfolie en folies samengesteld uit aaneengekit lodoriet. Ook zijn bekend constructies met al of niet tegen corrosie beschermde zeer dunne metalen platen. Bovendien komen de kunststoffen, plastics en nylonweefsel, die na de oorlog op grote schaal worden vervaardigd, naar alle waar schijnlijkheid in aanmerking voor toepassing in de waterbouwkunde. De eisen, die aan de toe te passen folie moeten worden gesteld, zijn: voldoende sterk te en bestendigheid tegen zeewater en de in zeewater aanwezige flora en fauna. Onderzocht wordt of een folie van kunststof gebruikt kan worden als bodembescher ming. Het leggen van een dergelijke folie is beproefd met een bak, die schuivend over de zeebodem wordt voortbewogen. In deze bak was de folie opgeborgen. Tijdens de voortbeweging werd de folie, die aan de bodem was verankerd, eruit getrokken. Onder zocht wordt op welke wijze deze folie 'geballast' moet worden. Er zijn nog te weinig proeven genomen om in dit bericht verder hierop in te gaan. Mijnsteen Bij de uitvoering van de voorgenomen werken zullen grote hoeveelheden breuksteen moeten worden verwerkt. Tot nu toe werd daarvoor kostbare buitenlandse natuur steen gebruikt. Onderzocht wordt in hoeverre gebruik zal kunnen worden gemaakt van mijnsteen, die als afval vrijkomt bij de winning van steenkolen. Dit onderzoek heeft vele facetten. Naast de bestudering van de samenstelling en de eigenschappen van dit materiaal en het gedrag ervan in stromend zout water, moeten de leveringsmogelijkheden, de mogelijke sortering, het transport en de verwerking worden nagegaan, terwijl uiteindelijk de kostprijs in het werk mede bepalend zal zijn voor de toepassing. Uit het onderzoek naar de wijze waarop deze steen ter plaatse kan worden verwerkt, bleek dat mijnsteen met behulp van bestaand materieel, nl. klepbakken met schuine wanden, welke worden gebruikt voor het vervoer en het klappen van zand, kan worden gestort. De kettingen van de bodemkleppen moeten dan in kokers worden gelegd, om te voorkomen, dat deze door silowerking van het materiaal worden vastgeknepen, waardoor het openen der kleppen onmogelijk zou worden. 22 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1957 | | pagina 13