Wanneer voor het heffen van de schuif de bewegingswerken boven in de torens worden aangezet, trekken de hijskabels eerst de loshangende afdrukinrichting over korte af stand naar boven, totdat alle wielen aanliggen. De afdrukwielen lopen nl. omhoog tussen de onder een helling 10 1 geplaatste op- loopvlakken (die door middel van raamliggers en uithouders vast aan de schuif zijn verbonden) en brengen de afdrukwagen in zijn geheel opzij, totdat ook de grote loop wielen op de looprails komen te rusten (Jb)de afdrukinrichting zelf kan dan alleen nog zuiver verticaal bewegen. Daarmede is in het begin van het stadium „afdrukken" bereikt; bij verder omhoog trekken van de afdrukinrichting zal de schuif, tegen de waterdruk in, horizontaal wor den verschoven (de kleine afdrukwielen rollen langs het oploopvlak naar boven en dwingen dit door zijn tapsheid opzij, waarbij de schuif dus wordt meegenomen). Bij het einde van het afdrukken (als de afdrukinrichting in totaal 40 cm is gelicht) zal de schuif voldoende vrij gekomen zijn van de slagstijlen (c), zodat de eigenlijke hef- beweging kan beginnen. De vorkconstructie is dan nl. tegen een aanslag gedrukt, zodat de gehele schuif nu via de console aan de hijskabels komt te hangen; bij verder lopen van het bewegingswerk wordt de schuif omhooggetrokken, waarbij de grote loopwielen (belast door de waterdruk) langs de looprails naar boven rollen. Uiteraard kan het neerlaten van de schuif volgens hetzelfde principe geschieden Dwarsdoorsnede over het bui- tenhoofd van de sluis met de he ft or en KFLDFR VdflR BFWFBINBSWFRK PUNTDEUREN WIAWASWA' vRUBBER OICHTINGSLA PALEN 0 45 x ai! 24 De schutsluis De beide hoofden bestaan uit gewapend beton, de schutkolkwanden uit verankerde stalen damwanden. De beide sluishoofden bestaan uit verticale muren en horizontale vloeren, onderling gescheiden door voegen, waarin zich een rubberdichting bevindt. De muren zijn door tussenwanden onderverdeeld in vakken, die met zand worden ge vuld. Het buitenhoofd is door een voeg met touwdichting in tweeën verdeeld. In de beide hoofden bevinden zich de deurkassen voor de puntdeuren, de drempels, de kelders voor de bewegingswerktuigen van de sluisdeuren, de sponningen voor de schui ven ter afsluiting van de rivier en schachten, waarin zich vlotters bevinden voor een zelfregistrerende peilschaal en voor het aangeven van waterstandsverschillen tegen de gesloten schuif van de kering in de rivier. Bij het ontwerpen van de sluis is er rekening mede gehouden, dat de onder water ge legen essentiële onderdelen van de sluis, dus de slagstijlen, de drempels en de taatsen, kunnen worden gecontroleerd en zonodig gerepareerd. i Constructie van de sluisdeuren

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1957 | | pagina 13