Voor de slagstijlen en de taatsen kan dit met behulp van een stalen taatskuip, terwijl de
drempels door middel van een stalen drempelkuip kunnen worden drooggelegd. In het
betonwerk zijn de hiervoor benodigde sponningen opgenomen.
Tegen achter- en onderloopsheid van de sluis zijn bij elk hoofd de benodigde stalen
schermwanden ontworpen. Bij elk hoofd en in de schutkolk worden stortebedden aange
bracht.
Aan de noordzijde van het buitenhoofd bevindt zich een kabelkoker, bestaande uit
twee verticale schachten, onderling verbonden door een horizontale koker van 1,50 m
x 2,00 m.
Behalve voor de kabels, die nodig zijn voor de bediening van de sluis, biedt deze kabel
koker ook gelegenheid voor het aanbrengen van doorgaande hoogspannings- en tele
foonkabels, terwijl bovendien rekening is gehouden met eventueel t.z.t. aan te brengen
gas- en waterleidingbuizen.
Uiteraard zijn de stalen puntdeuren van de sluis voor dezelfde belastingsgevallen be
rekend als de schuiven van de kering in de rivier.
Elke deur bestaat uit een verticale plaat, verstijfd door verticale strippen. De belasting
wordt door horizontale regels naar de voor- en achterhar overgebracht. Bovendien is
het achtervlak van de deur voorzien van een verband om voldoende stijfheid tegen
schranken en wringing te verkrijgen. De deuren zijn volledig gelast (Qmc 37); het
gewicht van een deur bedraagt ca. 60 ton.
In elke deur is een jalouzieschuif aanwezig, waarmede de kolk moet worden gevuld en
gelegdigd. Elke schuif bestaat uit 3 gekoppelde panelen met openingen van 2,30 X
0,60 m, zodat met een kleine hefhoogte kan worden volstaan en een meer gelijkmatige
stroomverdeling wordt verkregen.
Een van de sluisdeuren op het fabrieksterrein. De naar rechts gekeerde zijde stelt de
achterhar voor. De eveneens zichtbare halspen moet draaien in de hiernaast afgebeelde
halsbeugel.
26
Halsbeugel
De sluisdeuren worden bewogen met behulp van een zgn. Panamawielconstructie,
waarmede een geringe snelheid van de deuren in de beide eindstanden wordt verge
makkelijkt.
Bij de hier ontworpen constructie wordt de snelheid echter niet met bewegende motor
geleidelijk tot nul gereduceerd, omdat dan bij een eventuele blokkering van de deur
zeer grote krachten in duwpers en kwadrant zouden kunnen ontstaan.
Bij eenparig draaiende motor en tandkwadrant kan door een geschikte keuze van de
plaats van de diverse draaipunten en van de lengte van de duwpers, die met de deur is
verbonden, de gewenste snelheidsbeperking worden verkregen.
Het kwadrant wordt via een vloeistofkoppeling, tandwielkast en tussenoverbrenging
aangedreven door een draaistroommotor met speciaal kortsluitanker van 10 pk. De
deur kan daarbij in ca. 3 min. geheel geopend of gesloten worden.
In de duwpers zijn een tweetal bufïerveren aangebracht, welke max. 7 cm kunnen wor
den ingedrukt.
De vrij grote, op het Panamawiel werkende krachten, worden op het beton overge
bracht door middel van ingebetonneerde gelaste stalen stoelen.
De schuiven in de deuren worden in ca. 90 sec. geopend of gesloten door een tand
T
27