De tweede taak van deze lange voorwand is het opnemen van de trekkrachten, die in deze wand optreden, doordat de resultante van de op de kistdammen werkende uit wendige krachten buiten de kern viel. Nadat in de droge bouwputten het hei- en betonwerk gereed is, kunnen die delen van de kistdammen, welke niet tot het blijvende werk behoren, weer worden getrokken dan wel afgebrand en kunnen de beide schuiven, de stalen bruggen en puntdeuren worden ingevaren en gemonteerd. De wegverbinding De overbrugging bestaat uit een vaste brug over de rivier en een basculebrug over de sluis. De vaste brug rust op twee brughoofden, waarvan het ene de overgang vormt naar het viaduct aan de oostzijde en het andere tevens de oplegging vormt voor de basculebrug. De kelder voor deze basculebrug bevindt zich aan de westzijde van de sluis. Ten westen van deze kelder is nog een onderdoorgang ontworpen om het verkeer noord - zuid kruisingsvrij onder dat van oost naar west te laten doorgaan. Een beschrijving van de beide stalen bruggen en het bewegingsmechanisme van de basculebrug zal in een volgend nummer worden opgenomen. Het dek van de stalen brug ligt op 9,87 N.A.P., de provinciale weg op 1,m N.A.P., zodat het te overwinnen hoogteverschil ca 10, 90 bedraagt. Het tracé van de oostelijke toerit vertoont twee bochten resp. met stralen van 250 m en 800 m. Gestreefd is naar een behoorlijk alignement, door het toepassen van vertikale afrondingsstralen aan de voet en aan de top en door de tegengestelde verkantingen geleidelijk in elkaar te doen overgaan. De maximale helling is ca. 1 42y2de lengte van deze toerit bedraagt afgerond 560 m. Het dwarsprofiel bestaat uit een rijbaan, breed 7 m, en twee verhoogde rijwielpaden breed 3,80 m. Voetgangers bereiken de stalen brug via trappen. De constructie is berekend voor belastingen volgens klasse A van de V.O.S.B. De oostelijke toerit moest worden ontworpen als betonconstructie, omdat de zeer slechte grondslag de constructie als gronddam onmogelijk maakte. Zelfs de op maai veldhoogte liggende provinciale weg is onderheid. Deze rust op een met zand gevulde betonnen trog op houten palen. Een analoge constructie voor de toerit was echter, door het enorme dode gewicht, economisch niet verantwoord. In grote trekken bestaat de toerit uit drie verschillende delen: le. aansluitend aan de Provinciale Weg een gedeelte, dat gelijk met of althans weinig boven het maaiveld ligt en dat bestaat uit een gewapend-betonplaat, die rechtstreeks op de palen rust. Het is verdeeld in drie vakken van rond 40 m lengte, gescheiden door krimp- tevens dilatievoegen. 2e. het volgende gedeelte bestaat uit een gewapend-betonplaat, die via wanden (resp. kolommen) en sloven op de palen rust. Het bestaat uit 4 vakken van rond 40 m. Om aesthetische redenen is dit gedeelte ommetseld. De beide hoogste vakken bieden vol doende ruimte om deze produktief te kunnen maken. De ruimte zal door de directie Bruggen van de Rijkswaterstaat als opslagruimte worden benut. 3. de rest van de toerit is geconstrueerd als een viaduct, bestaande uit een deel van ca. 150 m lengte, doorgaande over 7 velden, en een deel van ca. 130 m lengte, doorgaande over 6 velden. 0 32 H 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1957 | | pagina 17