De dubbele kering in de rivier Onder de beide drempels van de kering in de rivier zijn stalen palen toegepast, bestaand uit twee tegen elkaar gelaste Larssen profielen, welke aan de onderzijde werden afge sloten door een aangelaste stalen voetplaat. Deze palen (h.o.h. 2 m) maken deel uit van de damwandschermen, die de onderloops- heid van deze drempels moeten voorkomen. Door middel van een groot aantal aan deze palen en damwand gelaste stalen ankers, die in het beton van de drempel zijn opgenomen, worden de op de drempel uitgeoefen de verticale krachten naar de draagkrachtige zandlaag overgebracht. De bijzondere vorm van deze drempels, die in het Waterloopkundig Laboratorium te Delft in een model werd bepaald, heeft tot doel te voorkomen, dat de rivierbodem bij het sluiten van de schuif door de stroom wordt aangetast. Teneinde de slijtage van de drempels, die blootgesteld zijn aan de schurende werking van het onder de schuif doorstromende water, te beperken, zijn de kanten van stalen beschermingsplaten voorzien. De beide stalen schuiven voor afsluiting van de rivier worden verticaal bewogen tussen heftorens. De westelijke torens zijn gefundeerd op de beide sluishoofden, de oostelijke torens op landhoofden aan de oostelijke oever van de rivier. De doorvaartwijdte tussen de torens bedraagt 80 m. Iedere heftoren bestaat uit twee verticale kolommen, die plaatselijk gekoppeld zijn. In deze kolommen zijn kabelschachten ontworpen. Het bovenste gedeelte bevat twee verdiepingenop de ene zijn de kabelwielen voor het contragewicht aangebracht en op de ander het bewegingsmechanisme met bijbehorende trommel. De torens worden voorzien van bordessen van gewapend beton en geprefabriceerde trappen van voorgespannen beton. Dwarsdoorsnede over een damwand- kuip met drempel 14 15 STALEN BESCHERMtNOS 6 50 DEN DROOE TE STORTEN vEW BETON 8 00 10 50 ONDER WATER TE STORTEN IE3FO RH9 i

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1957 | | pagina 8