De lager gelegen begroeiingszones tussen het huidige H.W. en L. W., die thans zo ster
bijdragen tot het zeer dynamische karakter van het Biesboschlandschap, zullen gemiddeh
hoger komen te liggen en smaller worden, waarbij het beeld vanaf het water geziei
waarschijnlijk eenvormiger zal worden. De slikken en zandplaten zullen min of mee
permanent onder water verdwijnen, waarbij op bepaalde gedeelten riet, biezen en ruigter
een grotere kans krijgen. Ook al omdat de stroomsnelheden belangrijk zullen afnemen
en het met het water meegevoerde sediment sneller zal bezinken, zal er een zekere kans
bestaan dat vooral de kleinere killen dichtgroeien. Deze kans wordt uiteraard kleiner als
men de killen uitdiept, terwijl tevens valt te bedenken dat de totale hoeveelheid sedimen
die de Biesbosch jaarlijks met het pulserende getij binnentrekt, zal afnemen.
De dierenwereld zal zich aan het veranderend milieu aanpassen. Ook hier enerzijds eer
verarming, anderzijds een verrijking.
Resumerende kan worden geconstateerd dat het Biesboschlandschap in de toekomst minde
uniek, minder dynamisch en minder wijd zal worden, maar niettemin een uiterst boeiend
natuurgebied zal blijven, dat in staat kan zijn grotere aantallen, zij het misschien iets
minder diepgaand geïnteresseerde bezoekers te trekken, terwijl het ook voor het natuur
wetenschappelijk onderzoek grote waarde zal behouden. Na de afsluiting van het Haring
vliet zullen, zoals gezegd, de stroomsnelheden in de Biesbosch afnemen en de laag-
waterstanden hoger worden dan thans het geval is, zodat vele killen beter bevaarbaat
zullen worden voor de meest voorkomende kleinere pleziervaartuigen. Er zal dan op
talrijke plaatsen langs de oever gemeerd kunnen worden zonder dat men gevaar loop
droog te vallen; met enig aanvullend baggerwerk zullen deze mogelijkheden nog toe
nemen. Ook de wateren rondom de Biesbosch zullen hydrologisch gezien een rustiger
karakter verkrijgen en daardoor met minder risico door de kleinere pleziervaartuigen
bevaren kunnen worden; hierbij moet evenwel worden aangetekend dat het niet uitge
sloten is dat de beroepsvaart op de Nieuwe Merwede aanmerkelijk drukker zal worden
dan thans het geval is. Van de zijde van de watersport hecht men in verband met het
vorenstaande grote waarde aan een open verbinding van de Biesbosch met de Amer en
de Bergsche Maas. De mogelijkheden nemen dan toe voor het vestigen van enkele grotere
centra van watersport buiten het voor de recreatie en de natuurwetenschap belangrijkste
gebied; in brede kring wordt deze ontwikkeling voorgestaan, want van de zijde van de
watersport hecht men natuurlijk grote waarde aan het handhaven van de bestaande en
182