fvi! li 1-8-1985 s T- 1 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 10.0 KORRELGROOTTE IN pm"1/2 3 d ddelijk dat alle knooppunten met grofkorrelig it ateriaal ontwerptechnisch zouden moeten v orden getoetst. Een studie begon naar h rstelmaatregelen en naar middelen om ze te t< atsen op hun bruikbaarheid. D planning zou moeten zijn gebaseerd op v rscheidene herstelmaatregelen. E zouden daarnaast beslissingen moeten vi orden genomen om de produktie weer op te s arten, om de herstelwerkzaamheden in het It oende produktieproces te integreren, en ti islotte om het herstel te minimaliseren, als h t even kon bij alle schuiven, maar in ieder g val bij de al gemonteerde schuiven. A s een en ander aanleiding gaf tot ingrijpende b slissingen, zou het geheel van onderzoek e herstelmaatregelen tenslotte ter toetsing w orden voorgelegd aan externe deskundigen. Ir de offshore-industrie wordt al langer met C OD-waarden gewerkt. Daarbij geldt een 0 twerpcriterium van CT0D 0,35 mm. Dit Ie ert een veilige constructie op. Uit het v oronderzoek kwam een voorlopige relatie ti ssen korrelgrootte en CTOD-waarde te v orschijn, die dan ook in eerste instantie g hanteerd is (figuur 2). Op grond daarvan z n alle buizen met een korrelgrootte kleiner d n 8,5 afgekeurd. Bij wijze van herstelmaat- r gel werden de betreffende buizen uitgebrand e door nieuwe vervangen die onder meer v aren beproefd op scheurgevoeligheid en k rrelgrootte. E igonnen werd met die schuiven waarin v ainig warmgewalst materiaal verwerkt was. A on schuiven die voor de voortgang van het F oject nodig waren, werd een hoge prioriteit t egekend. 1 oor deze maatregelen kwam de produktie v eer op gang. Het onderzoek naar de aard van het probleem, de lopende herstelwerk zaamheden en het ontwikkelen van alternatieve reparatiemethoden verliepen vervolgens simultaan. Naarmate meer gegevens ter beschikking kwamen, werd de relatie tussen korrelgrootte en CTOD-waarde slechter. Omdat deze relatie essentieel was voor het afkeuren van buizen, werd gebruik gemaakt van statistische methoden om kansuitspraken te doen over het al dan niet accepteren van materiaal met een zekere korrelgrootte. Door dieper op de materie in te gaan bleek het mogelijk de CTOD-eis en daarmee de afkeur- grens, uitgedrukt in vereiste korrelgrootte, te verlagen. Dit had een onmiddellijke invloed op de omvang van de reparatie. Zo snel mogelijk werd gestart met onderzoek naar de bruikbaarheid van verschillende reparatietechnieken, die neerkwamen op de reductie van de restspanningen. Daarnaast werd een onderzoek ingesteld naar inspectie methoden, om tijdens het operationele bedrijf kleine defecten op te sporen, bij voorkeur zonder verwijdering van de beschermende laag. Omdat diepgaand onderzoek naar het CTOD-rekenmodel leerde dat dit model als basis voor de beoordeling van de sterkte van de constructie nogal wankel moest worden genoemd, werd besloten om een eigen model te ontwikkelen voor de stormvloedkering. Daartoe werd een aantal proeven uitgevoerd met buismateriaal uit de schuiven. De ontwerptoetsing werd uitgevoerd zowel op de oorspronkelijke manier als volgens het zelf ontwikkelde ontwerp, deterministisch en ook probabilistisch. Omdat het gehele ontwerp van de stormvloedkering probabilis- 459

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 17