ordt een watersysteem thans doelgericht geschematiseerd, en minder essentiële a ipecten worden bewust verwaarloosd. Het ii tegrale watersysteem is uitgangspunt; er is g :en sprake van beperking a priori tot b voorbeeld waterloopkundige, chemische of e- ologische processen. Toch komt men al g uw tot een zogenaamd ecologisch model, 01 ïdat het spraakgebruik wil dat men deze te m hanteert wanneer het model tenminste n ecologisch proces in wiskundige formule- ri gen vat. Een ecologisch proces is een re atie van een plantaardig of dierlijk organisme m t zijn fysische omgeving, of een relatie bi nen de levensgemeenschap. M ideltoepassing Hr t is zo langzamerhand gangbaar, dat pc itieke besluitvorming omtrent het beheer va i watersystemen wordt voorbereid door het ui; /oeren van een beleidsanalyse. Men ve krijgt dan een tabel waarin alternatieve be reersscenario's worden vergeleken aan de he id van de verschillende aspecten die de georuiksfuncties van het systeem represente- re Figuur 1 toont een voorbeeld uit de nota 'H t waterbeheer in het Zoommeer na 1987'. Bf eidsanalyse gaat uitstekend samen met m deltoepassingen. Immers, de scores in de ta el komen tot stand op basis van weten- sc ïappelijke kennis. Simulatiemodellen zijn br ,ikbare middelen om die kennis te verschaf te i, omdat de meeste alternatieven zich niet in de praktijk hebben voorgedaan. In iet Zoommeer zijn naast scheepvaart, lai dbouwwatervoorziening en ontvangst van af tromend water de gebruiksfuncties na uur/landschap en recreatie onderscheiden. Bt ide laatste functies zijn gediend met een gc ede waterkwaliteit. De waterkwaliteit kan in st rke mate beïnvloed worden door de be asting met nutriënten Dit zijn voornamelijk st cstof-, fosfor- en siliciumverbindingen die ku men dienen als voedingsstoffen voor algen. O1 ermatige aanwezigheid van deze stoffen w rdt eutrofiëring genoemd en gezien als een va de grootste problemen in zoet water. Ze ve oorzaakt namelijk vaak een excessieve or twikkeling van algen, gevolgd door zuurstof- pnblemen, vissterfte en stank. In het Zoommeer, dat ontstaat na de voltooiing va i de compartimenteringsdammen, is de nitriëntenbelastng evenredig met de mate va i doorspoeling van het meer, die geregeld kan worden met behulp van de Volkerak- in aatsluis en de Bathse Spuisluis. B de selectie van beheersalternatieven ging man er in de beleidsanalyse onder andere van uit dat méér doorspoelen zou kunnen leiden tot een slechtere waterkwaliteit, maar een positief effect zou kunnen hebben op het zoutgehalte, en daarmee op de landbouwwa- tervoorziening. De Deltadienst heeft in samenwerking met het Waterloopkundig Laboratorium een model ontwikkeld genaamd BLOOM/CHARON, dat gericht is op de bekende problematiek van de eutrofiëring van de Nederlandse binnenwate ren. Aanleiding was de wetenschap dat ten gevolge van de werken in het Deltagebied zoete bekkens zouden ontstaan, zoals nu het Zoommeer, die na ontzilting met het eutrofië- ringsprobleem te kampen zouden krijgen. Het biologische gedeelte van het model - BLOOM - maakt gebruik van een wiskundige optimalise ringstechniek, lineaire programmering, om de algenbiomassa te berekenen bij de heersende abiotische omstandigheden. Het aantal algen neemt in principe exponentieel toe, maar dit proces kan worden geremd door beperkingen in de nutriënten of in de beschik bare lichtenergie. Het chemische gedeelte - CHARON - berekent de chemische samen stelling van het systeem als resultante van belastingen, interne processen en afvoer. De nutriënten zijn hierbij inbegrepen. Met behulp van het simulatiemodel BLOOM/ CHARON zijn voor de beleidsanalyse voor het Zoommeer berekeningen uitgevoerd van de verschillende doorspoelalternatieven. Een van de modelresultaten wordt getoond in figuur 2. De variabele chlorofyl, die in de figuur is uitgezet, is een maat voor de algenbiomassa. We zien dat er zelfs bij niet-doorspoelen al sprake is van een grote algenbiomassa. Verhoging van het doorspoeldebiet leidt dan ook nauwelijks tot hogere chlorofylconcentra- ties. De norm voor fosfor wordt wel meer overschreden, naarmate meer wordt doorge spoeld. Vandaar de getoonde score voor het aspect nutriënten in de tabel van de beleids analyse (figuur 1 Ter geruststelling: de berekeningen voor het nog niet bestaande Zoommeer waren niet de eerste die met het model werden uitgevoerd. Eerder is het gebruikt voor bestaande syste men, zoals het IJsselmeer, waarbij het mogelijk was de modelberekeningen te toetsen aan metingen. Modelontwikkeling Met de aanleg van de stormvloedkering wordt onder andere beoogd het zoute getijdemilieu en de scheldiercultures van de Oosterschelde te behouden. Toch zullen de werken ook gevolgen hebben voor het milieu: de stroom- 493

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 51