Vlinderwerkgroep
6
Plantenwerkgroep
Planologiewerkgroep
7
Het jaar 2021 begon echter op 23 janu
ari met de traditionele ganzenslaapplaat-
stelling bij Nummer Eén. Niet minder dan
23.020 ganzen werden geteld, de nacht
veilig doorgebracht op de Hooge Platen
en nu op weg naar hun foerageergebie-
den in het achterliggende polderland. Ook
deze polders werden in de wintermaan
den maandelijks door ons geteld. Hier
bij werden alle aanwezige ganzen, zwa
nen, roofvogels en reigers genoteerd en
in januari zelfs alle andere watervogels en
meeuwen. Het lukt ons al jaren om deze
tellingen gebiedsdekkend te kunnen uit
voeren, wat best wel uniek is in Neder
land!
Ook negen andere slaapplaatsen werden
gedurende de winter geteld. Het betreft
slaapplaatsen van aalscholvers, zilverrei
gers en wulpen. Rondom Groede werden
ondertussen 19 roepende patrijzenman-
netjes in kaart gebracht. Met het akker-
vogelproject Topgebied Groede werken
we samen om het gebied aantrekkelijk te
houden voor boerenlandvogels en zelfs te
streven naar biotoopverbetering. De pa
trijs is hiervoor een goede indicatorsoort.
Tijdens het voorjaar werden alle broed-
vogels in het Erasmusbos, de Sophiapol-
der-West, St. Kruiskreeken Zwinduintjes
in kaart gebracht voor het BMP (Broed-
vogel Monitoring Project). In de kernen
Oostburg, Retranchement, IJzendijke, Wa
terlandkerkje, Sluis en Groede werden de
stadsvogels in kaart gebracht voor het
MUS - project. (Meetnet Urbane Soorten).
Ondanks de mindere weersomstandighe
den, we beleefden immers de koudste tel-
periode sinds 35 jaar, telden we ondertus
sen 191 territoria van roodborsttapuit in
onze polders. Slechts 23 minder dan in het
topjaar 2020. Onze kust werd door enkele
leden afgezocht op nachtzwaluwen, he
laas zonder succes. Wel werden er 46 jon
ge gierzwaluwen geboren in de Lutherse
kerk in Groede. Sinds 2020 zijn ze goed te
volgen via camera's. Er waren minder be
zette nestkasten dan vorig jaar, maar het
aantal jongen lag dit jaar hoger.
We hielpen landbouwers met het tellen
van hun akkerrand en nestkasten van to
renvalken en kerkuilen werden gecontro
leerd en de jongen geringd. Het was een
minder jaar, met een lager broedsucces
dan gebruikelijk. Ook bij de kerkuil wer
den de broedsels erg verspreid over het
seizoen gevonden. Onze kiekendiefspeci
alisten hadden ondertussen hun handen
vol. Ze waren in heel Zeeuws-Vlaanderen
actief en moesten zelfs enkele nesten op
landbouwgrond beschermen. Sinds 2020
gebeurt dit in Zeeland in samenwerkende
vorm binnen het Steunpunt Bruine Kie
kendief.
Op 17 juli werden in de natuurgebieden
maar liefst 1814 overzomerende ganzen
geteld en in de weken erna vonden we
676 huiszwaluwnesten in de dorpskernen
en in kolonies in het buitengebied. Sinds
de piek in 2019 helaas ook dit jaar weder
om een afname (7% t.o.v. 2020). Begin ok
tober werden er bij de telpost in Breskens
door ons 6327 trekvogels, verdeeld over
68 soorten, geteld in het kader van Euro
Bird Watch. Het jaar werd afgesloten door
enkele leden van onze vogelwerkgroep
die een aantal PTT (Punt Transect Telling)
en MAS (Meetnet Agrarische Soorten) tel
lingen uitvoerden. Deze projecten dienen
om de trend bij onze wintervogels bij te
houden.
In 2022 staan wederom de geplande tel
lingen op het programma en kijken we uit
naar de verschijning van de langverwach
te 'Avifauna Zeelandica'. Daarnaast zullen
we in onze regio een extra aantal steen-
uilnestkasten controleren. Deze zijn afge
lopen twee jaar door ons opgehangen in
samenwerking met STONE en Stichting
Landschapsbeheer Zeeland met het doel
dit uiltje meer kansen te bieden. We zijn
benieuwd of onze inspanningen al succes
hebben en de kasten inmiddels bezet zijn.
Jimmy Pijcke
Bevindingen van onze nachtvlindergroep
bestaande uit Frieda Pillen, Henk Bonde-
wel en Pieter Simpelaar.
Op 23 april 2021 zijn we weer gestart met
het vangen en determineren van nacht
vlinders. Dat hebben we wekelijks volge
houden tot 25 november.
Na een vrij sterke terugval in 2020 zagen
we dit jaar weer een lichte stijging van de
aantallen gevangen vlinders. In 2020 zijn
we later begonnen. Door de Corona-toe
standen vonden we het raadzamer even
niet bij elkaar te komen.
Er zijn nu gegevens van 10 opeenvolgen
dejaren beschikbaar, maar de de feeste
lijke viering hiervan is uitgesteld tot een
nader te bepalen datum. Al deze gege
vens heeft de vlinderwerkgroep verwerkt
in een meerjaren-overzicht dat alle onder
zochte gebieden beschrijft. U treft het aan
in een afzonderlijk artikel in deze uitgave.
Euregiotuinen
Tien jaar achter elkaar hebben we met veel
plezier geteld in de Euregiotuinen. leder
jaar is er wel iets bijzonders wat ons bij
blijft. Deze keer hadden we te maken met
vandalisme, maar meer hieover elders in
dit blad.
Het hele voorjaar waren er weinig vlinders,
dit in tegenstelling met andere jaren. Ook
is het opvallend dat de aantallen in tien jaar
meer dan gehalveerd zijn.
Een bijzondere waarneming voor ons was
de Boksbaardvlinder (Amphipyria tragopo-
ginis): een soort die vrij zeldzaam is in Ne
derland en de Lichte blokspanner (Lobop-
hora halterata)..Voor het eerst vingen we
hier een Blauwvleugeluil (Peridroma sau-
cia), een vroeg Visstaartje (Nola confusa-
lis) en een Vogelwiekje (Dyfterygia scabri-
uscula).
Of we hier volgend jaar nog kunnen tel
len is zeer de vraag. Zoals u verderop in dit
blad kunt lezen, gaan de Euregiotuinen let
terlijk op de schop. De tijd zal uitwijzen of
hier met het botte bijltje van de zogeheten
vooruitgang en ontwikkeling gekapt zal
worden.
Quarles van Uffordweg
Ook hier werd de vlinderval wekelijks ge
zet, met uitzondering van vakantie of
slecht weer zoals veel wind. Regen is niet
direct een probleem, als het gedurende de
nacht maar een periode droog is. Bijzonde
re waarneming hier betrof de Kompassla-
uil (Hecatera dysodea)
Duinweg 'tZwin
Bij de recreatiewoning van Piet Jansen is de
vlinderval dit jaar 10 keer geplaatst. Op dit
prachtige stukje duin is het bijzonder om
nachtvlinders te kunnen tellen.
Leuke waarnemingen waren dit jaar de Sla
krups (Apoda limacodes) en de Ringelrups
(Malacosoma neustria), de Tandjesuil (Si-
deridis turbida), de Meidoornuil (Allophyes
oxyacanthae), de Astermonnik (Cuculia as-
teris) en de Slanke Groenuil (Actebia pre-
acox).
Lanaestraat Oostbura
De aantallen zijn hier aanmerkelijk lager.
Mogelijke oorzaak zijn de steeds veran
derende omstandigheden, zoals verbou
wing van de garage en het opnieuw, maar
bloemrijk inrichten van de tuin.
Een leuke waarneming was dit jaar de Ha
zelaaruil (Colocasia coryli).
Nachtvlindertelling 2021
Huib van Iwaarden deed het afgelopen
jaar weer mee aan de Nationale Nacht van
de Nachtvlinders (NNN). In Groede wer
den vallen geplaatst in een akkerrand en
op een boerenerf in Groede. Er werden dit
jaar 3 maal meer vlinders, zowel macro
als micro-vlinders geteld. Hiernaast wer
den ten behoeve van de Vlinderstichting
5 meetpunten opgesteld om nachtvlin
ders te monitoren. De meetpunten bevin
den zich in de kom Groede, op 2 plekken
op een akkerrand en 2 plekken zijn gesitu
eerd op een akkerperceel in de omgeving
van Groede.
De aantallen gemonitorde nachtvlinders
komen ongeveer overeen met het voor
gaande jaar (ongeveer 7000).
Een dagactieve nachtvlinder die iedereen
wel eens ziet in de tuin is de Kolibrievlinder
(Macroglossum stellatarum) die het in 2021
niet zo goed deed: in Groede 75% minder
waarnemingen. Van het boomblauwtje dat
iedereen wel eens in de tuin ziet vliegen,
werden er in 2021 ook beduidend minder
gezien.
De astermonnik (Cucullia asteris), een zeld
zame soort, begroetten we in Groede voor
het eerst met 3 exemplaren. Een tweede
vreugdemoment was de vangst van de
zeldzame geelbruine houtuil (Lithophane
socia).
Van een micro-nachtvlinder, de welbeken
de Buxusmot, telden we in 2020 op ons
Groedse meetpunt 600 exemplaren te
gen 230 stuks in 2021. Dus ofwel de tuin-
liefhebbers en de koolmezen hebben hun
maaltje ontdekt ofwel is deze buxusmot
over zijn hoogtepunt heen! We zullen op
letten hoe het in 2022 verder zal gaan.
In de hoop op een wat milder en Corona-
armer jaar zal de Vlinderwerkgroep weer
deelnemen aan de Nationale Nacht van de
Nachtvlinders die in 2022 op 1 en 2 juli zal
plaatsvinden en waaraan iedere geïnteres
seerde kan deelnemen. De plaats waar u
terechtkunt, zal nader worden bekendge
maakt.
Dagvlinders en hommels
Huib van Iwaarden heeft zijn 'werkgebied'
rondom Groede uitgebreid met de inven
tarisatie van dagvlinders en hommels,
waar tot voor kort binnen de vlinderwerk
groep de aandacht in hoofdzaak was ge
richt op nachtvlinders. In het eerder ge
noemde aparte artikel in dit blad, gaat hij
uitgebreider in op dit onderzoeksgebied.
Net als in 2020 is ook 2021 weer een ge
mankeerd jaar geweest als gevolg van Co
rona. Ondanks alle beperkingen die dat
met zich mee bracht, hebben we toch nog
een zestal excursies weten te organiseren.
Het aantal deelnemers schommelde tussen
de 8 en 10 deelnemers per excursie. In to
taal hebben 19 deelnemers de verschillen
de excursies bezocht.
Op 24 juni hebben we onze eerste bijeen
komst. We zijn te gast op camping de Vier-
vaart aan de Barendijk bij Groede. We kam
men een groot deel van de camping uit
op zoek naar wilde planten. Het levert een
streeplijst op met 112 soorten. Daar zitten
geen al te grote bijzonderheden tussen, al
is de vondst van Goudhaver zeker niet al
ledaags. We scoren ook nog een soort die
we liever niet tegenkomen: Watercrassula.
Deze invasieve exoot is een probleemsoort
die via de tuincentra vanuit Australië in de
Nederlandse natuur terecht is gekomen en
daar veel schade aanricht, doordat ze de
bestaande vegetatie volledig overwoekert.
Op 8 juli staat de bebouwde kom van Oost-
brug op het programma. Bij de zoektocht
naar de stadse flora in een van de nieuw
bouwwijken vinden we een aantal tuin
planten die zeer bedreven zijn in het ont
snappen uit tuinen. Zo noteren we Fraaie
vrouwenmantel, Prachtklokje, Walstroleeu-
wenbeken Stijf ijzerhard. In totaal stre
pen we die avond 125 soorten. Op 19 au
gustus volgt een tweede rondgang, deze
keer door het oude naoorlogse centrum.
Het levert onder meer een aantal voor
af te verwachten soorten varens op zoals
de Muurvaren, Mannetjesvaren en Tong
varen. Maar ook de pas recent gevonden
groeiplaats van Moerasvaren op het muur
tje bij de Hema blijkt nog aanwezig te zijn.
Ondertussen weet onze mossenspecialist
nog enkele voor Oostburg nieuwe soorten
mos van tussen de straatstenen te toveren.
Bij het vallen van de duisternis hebben we
ruim honderd soorten aangestreept. Een
respectabel aantal dat gedurende het ver
dere seizoen nog verder wordt uitgebreid
met tal van losse waarnemingen. Dit resul
teert uiteindelijk in een imposante lijst met
niet minder dan 405 soorten! Daaronder
een flink aandeel "ontsnapte" tuinplanten.
Het bezoek aan het herstelde Oliefort bo
ven Aardenburg vindt plaats op 15 juli. We
treffen er opvallend grote hoeveelheden
Knopig doornzaad aan. Een zeldzame een
jarige soort die het vooral goed doet op
kortgegraasde dijken. Een schatting van
het aantal is niet goed te maken. Daarnaast
levert goed speurwerk ook nog een klein
plukje bloeiende Schildereprijs op. Lande
lijk gezien geen zeldzame soort, maar voor
Zeeuwse begrippen toch een bijzondere
vondst. De volledige lijst telt 115 soorten.
Op 29 juli struinen we een stukje kustlijn
bij Nummer Een af. Op de overgang van
strand en jonge duintjes naar de stenen
glooiing van de zeedijk treffen we 98 soor
ten aan. Daaronder enkele typische grijs-
bladige kustbewoners als Zeekool en Zee-
wolfsmelk. Soorten die tot vrij recent nog
zeldzaam waren, maar door de klimaatver
andering sterk in aantal zijn toegenomen.
Op 5 augustus bezoeken we de karrenveld
jes onderaan de zeedijk bij de vuurtoren
van Breskens. Een kleinschalig zilt grasland
met smalle perceeltjes die gescheiden wor
den door greppeltjes met zout water. We
vinden typische zilte planten als Kortarige
zeekraal, Klein schorrenkruid, Zilte rus en
Selderij. Het meest bijzonder is de vondst
van twee exemplaren Kwelderzegge. Door
het zilte karakter van de vegetatie is de lijst
met soorten maar beperkt. De streeplijst
stokt bij 63 soorten.
De laatste excursie hebben we op 4 sep
tember in het Kulderzipke bij Terhofstede.
Een klein recent ingerichte gebiedje dat
nog volop in ontwikkeling is. Het levert een
lijst op met toch nog 109 soorten. Het zijn
vooral veel pionierssoorten. De vondst van
Grote trosdravik en Klavervreter zijn die
dag de kersen op de taart.
Awie de Zwart
Evenals in 2020 hadden we ook in het af
gelopen jaar te maken met de beperkin
gen opgelegd door de coronamaatregelen;
er werd alleen in de maanden aug/sep/okt
in traditionele zin vergaderd. We moesten
Piet Jansen(+) daarbij missen. Jaap de Hul
ster besloot zijn betrokkenheid bij planolo
gie op een zijspoor te zetten en Hans Enke
laar en Jo Timmers stroomden gedurende
het jaar in.
Er was ook dit jaar geen gebrek aan meer
of minder serieuze inbreuken op de ruim
telijke kwaliteit van ons werkgebied. Het is
nog maar de vraag of het er met de nieuwe
Omgevingswet, die minder regels en meer
flexibiliteit belooft, beter op wordt. De in
voering is inmiddels al een aantal malen
uitgesteld.
Over veel ruimtelijke ordening (of gebrék
daaraan) werd al in de Korte Berichten-