Monster of medeschepsel
5
4
Walvisstrandingen aan de West-Zeeuws-Vlaamse kust
Sn*
Walrus Freya, augustus 2022 (Twitter Koninklijke Marine)
'4
Bultrug tussen Knokke en Cadzand, juli2022 (Fred Schenk)
Toch opmerkelijk, het grote aantal berich
ten, de afgelopen tijd, over zeezoogdieren
op de sociale media, in het nieuws, in de
krant. Zelfs het tv-journaal en enkele praat
programma's wijdden er bijdragen aan.
In juni de 'Zeeuwse' bultrug, in juli een
spitssnuitdolfijn bij Zandvoort en in augus
tus een beloega in de Seine, alsmede de
walrus Freya in Noorwegen. Toegegeven,
de berichtgeving zal iets te maken hebben
met komkommertijd. Maar dat het nieuws
over deze walvissen en walrus een plaats
kreeg tussen artikelen en reportages over
recordinflatie, energieprijzen, boerenpro
testen en zelfs de oorlog in Oekraïne, is, zo
als gezegd, opmerkelijk. Blijkbaar had het
nieuws en hadden de dieren iets dat onze
bijzondere aandacht trok. Ook wonderlijk
is dat het met drie van de vier slecht afliep.
Misschien juist door die grote belangstel
ling en de stress die ze veroorzaakte.
Het flensen van walvis voor vlees en vet. Houtsnede
Uit: Olaus Magnus, Historia de Gentibus Septentrionalibus, 1555. Posterazzi.com
Jacht op walvissen kwam, anders dan vaak
gedacht en beschreven wordt, in de mid
deleeuwen al voor, vooral op kleinere als
bruinvissen, gewone dolfijnen, tuimelaars
en niet al te ver van de kust. Aanvankelijk
werd gejaagd om in de eigen levensbe
hoefte te voorzien, later voor de handel in
walvisvlees, -beenderen, -huid en -smout.
Verkoop van dergelijk vlees komt bijvoor
beeld voor in veertiende-eeuwse verorde
ningen uit Aardenburg, Sluis en voor het
Zwin.
Aan de Nederlandse kusten gingen de
Vlaamse (ook West-Zeeuws-Vlaamse) vis
sers in de walvisjacht voorop. Walvisvaar
ders in de haven van Sluis zijn bijvoorbeeld
gemeld in teksten uit de vijftiende eeuw.
Vanaf het einde van de zestiende eeuw ver
drongen de Zeeuwse en Hollandse vissers
hun Vlaamse collega's uit de commerciële
walvisvaart. De laatste keer dat walvisvaar
ders via Sluis de Noordzee opvoeren was
lang na de bloeitijd van de Vlaamse vis
vangst, in 1606.
Rond deze tijd begon de grootschalige Hol-
lands-Zeeuwse walvisvangst, in steeds gro
tere schepen, steeds verder de zee op, uit
eindelijk tot zelfs in het Arctische gebied.
Dit ging door tot in de jaren vijftig-zestig
van de vorige eeuw. Resultaat van die eeu
wenlange jacht (overigens niet alleen door
Nederlanders): massale uitroeiing van wal
vissenpopulaties en de bijna-uitsterving
van verschillende walvissoorten. Pas in de
zestiger jaren drong bij de vangstbedrijven
het besef door te ver te zijn gegaan.
Onheilsmonster om te waarschuwen
Van zo'n mentaliteitsverandering lijkt al eer
der sprake bij bezoekers aan strandingen
op de kust, ook in West-Zeeuws-Vlaande-
ren. Niettemin lijkt het alsof kroniek-, pam
fletten- en krantenschrijvers zich aanvan
kelijk, vanaf de zestiende eeuw, graag uit
putten in overdrijvingen. De vermelding
'groten visch' over de aangespoelde potvis
bij Biervliet in 1429 is nog droog en feitelijk.
Maar driekwart eeuw later werd een wal
vis in het Zwin op 24/25 maart 1495 al om
schreven als 'groter dan een groot schip'.
Nog weer een eeuw later ging men volle
dig los: een kroniekschrijver betitelde een
op 1 maart 1594 in de Zwinmonding aange
spoelde blauwe vinvis als een 'Monster van
de Hel'. Daarin stond de Sluise vinvis overi
gens niet alleen. Een potvis bij Wijk aan Zee
in 1601 was eveneens een 'Monster' met
'Kaaken die Droopen van bloed en etter'.
Rond deze tijd dacht men dat strandingen
van walvissen waarschuwingen waren voor
komende hemelse/duivelse rampen.
Een potvis bij Brouwershaven in 1606 was
eveneens een Monster, een griend in 1608
werd vergeleken met de Spaanse vijand:
'mismaeckt', 'stinckend vuyl', 'al om ghe-
leeft met schande'. Zelfs in augustus 1757
- midden in de tijd van het rationalisme en
de Verlichting - noemde men een bij Zaam-
slag aangespoelde bultrug ietwat dubbel
zinnig nog het Monster van het Hellegat. En
over de spitssnuitdolfijn van Cuvier die tus
sen de Kaloot, de Hooge Platen en Terneu-
zen gevangen werd, meende deTerneuzen-
sche Courant zowaar op 21 juli 1914 nog te
moeten berichten als 'een zeemonster'.
Bezield medeschepsel om te be
schermen
Maar waarschijnlijk was die kwalificatie toen
al meer een ironische stijlfiguur dan een
uiting van angst of dreiging en voorbode
voor onheil. (Hoewel, precies een week later
brak de Eerste Wereldoorlog uit.
In de negentiende eeuw had men de toon
namelijk al flink teruggeschroefd. De jour
nalist die rapporteerde over de walvis (mis
schien een noordkaper) die eind januari
1884 tussen Cadzand en Nieuwesluis op de
kust belandde, sprak nog slechts van 'eene
zeer groote visch'.
De matiging van toon in de loop van de laat
ste eeuwen weerspiegelt een geleidelijk ver
anderende denkwijze. Terwijl walvisjagers,
gestimuleerd door consumenten, tot ver
in twintigste eeuw walvissen als professio
neel te 'verwerken' producten bleven zien,
begonnen strandbezoekers, gevoed door
meer wetenschappelijke kennis, vanaf de
achttiende eeuw de aangespoelde walvis
sen eerder te bekijken als dieren met een ei
gen aard, karakter en waarde. Deze denkwij
ze werd vanaf het einde van de negentiende
eeuw verder gemotiveerd door een grotere
waardering voor de natuur in het algemeen
en later in de twintigste eeuw door het in
zicht hoe kwetsbaar deze feitelijk was. Een
gestrande walvis werd in de middeleeuwen
kortom vrij zakelijk beoordeeld als voed
sel waarmee geld te verdienen viel, in de
zestiende-midden achttiende eeuw als een
Die veranderde houding mens-walvis is bo
vendien tekenend voor de enorm toegeno
men invloed van de mens op zijn leefomge
ving: vroeger werd de walvis beschouwd als
een bedreiging voor de mens, tegenwoor
dig is de situatie precies andersom.
Bronnen
- K. Camphuysen, G. Peet, Walvissen en dol
fijnen in de Noordzee, Amsterdam, 2006.
- M. De Groote, Strandvondsten in de Bour
gondische tijd. Een bijdrage tot de soci-
aal-economische geschiedenis van de
Vlaamse kust (1384-1448)(onuitgegeven
licentiaatsverhandeling Universiteit Gent),
Gent, 1998-1999,1,p. 83.
- G. Heerebout, De aangespoelde potvis
(Physeter macrocephalus) bij Biervliet in
1429, Zeeland, 31,1,2022, pp. 1-2.
- K. Herbers (inleiding en Duitstalige editie),
Der Reisebericht des Hieronymus Münzer,
Tübingen, 2020.
- B. Sliggers, A.A. Wertheim, Op het strand
gesmeten. Vijf eeuwen potvisstrandingen
aan de Nederlandse kust, Zutphen 1992.
- A. Willeboordse, Een oud zeevarken bij
het eiland van Cadzand. Rechtskaders en
vondstprocedure van een gestrande tui
melaar in 1403, Zeeland, 31,3, 2022 (in
druk).
Arco Willeboordse
Product om te bejagen en verkopen
De genoemde belangstelling en aandacht
was er ook vroeger al: enerzijds structureel
in verband met de jacht op walvissen op
zee, anderzijds incidenteel bij strandingen
op de kust. In beide gevallen ging de inte
resse vooral uit naar het gedrag van de wal
vis, de omvang en de verkoopopbrengst.
Walvisstrandingen.nl
Strandingen van walvissen en dolfijnen aan
de Nederlandse kust worden tegenwoor
dig bijgehouden in een database, te raad
plegen via walvisstrandingen.nl. De West-
Zeeuws-Vlaamse kust komt er tot de vorige
eeuw nogal bekaaid vanaf. De oudste twee
strandingen aan onze kust zijn volgens de
site die van de zojuist genoemde potvis bij
Biervliet in 1429 en de blauwe vinvis op de
rechteroever van de Zwinmonding in 1594.
Maar uit archiefonderzoek blijkt dat er al
eerder en vaker strandingen geweest zijn,
van een tuimelaar, een noordkaper, potvis
sen, haaien en mogelijk zelfs opnieuw een
blauwe vinvis. Dat is niet alleen interessant
uit historisch oogpunt, maar kan ook be
langrijk zijn als ze bijdragen aan het ont
dekken van bepaalde meer-jaren- en meer-
eeuwentrends over walvisgedrag. Hopelijk
meer hierover in de komende Duumpjes.
waarschuwing voor komend onheil en in
de negentiende-twintigste eeuw in toene
mende mate als een levend, bezield wezen.
Tegenwoordig is er het vrij universele besef
dat een gestrande walvis een medeschep
sel is, dat niet onder de mens staat, maar er
naast, en beschermd of gered moet worden.
Vandaar de woede die de vrouw overkwam
die afgelopen juli op de Zandvoortse spits-
neusdolfijn probeerde te gaan zitten. Met
als te verwachten resultaat: scheldpartijen,
haatberichten en doodsbedreigingen op
dumpert, twitter, facebook en tiktok.