DE FEBRUARI RAMP VAN 1953 OP DE BEVELANDEN EN DE HERINNERING
Aan de Noorddijk te Wolphaartsdijk brengt men geredden aan wal.
Van Oeveren, pas terug van een verblijf in het ziekenhuis, zit met zijn gezin opgesloten op de
bovenverdieping van hun boerderij in de ook ondergelopen Zuidvlietpolder. Telefonisch kontakt is
niet mogelijk. Pas bij het licht worden komen de reddingsakties goed op gang. Zonder boten kan
men weinig beginnen. Brandweer en politie doen wat ze kunnen. De boten komen er. Een kleine
marine-eenheid van zo'n veertig man schiet met twintig boten te hulp. Uit Oostkapelle komt het
brandweerkorps spontaan te hulp. Ze brengen een bootje met de bijzondere naam "Eetje" mee. Dat
laten ze 's avonds achter en daar is in de volgende dagen nog dankbaar gebruik van gemaakt. De
reddingsakties, alles wat daar die zondag en daarna is gebeurd, u hebt er al uitgebreid kennis van
kunnen nemen, ook van de betekenis van Goes als evacuatiecentrum.
Bij smid Van Keulen aan de Boomdijk wordt een gemeentesecretarie geïmproviseerd, gemarkeerd
door de gemeentevlag. Dat zal een maand duren. Vele naamloze moedige doorzetters zijn de gehele
zondag in touw geweest en velen nog lang daarna, steeds meer georganiseerd. Mensen accepteren
de aanslag op hun leefomgeving niet. Ze gaan na de eerste schrik direkt in de tegenaanval. Het
water wordt de polders uitgewerkt. Herstel en wederopbouw worden voortvarend aangepakt.
Nu zijn de sporen van de ramp ingepast in het landschap. Men moet weten wat er vroeger is
gebeurd om te kunnen begrijpen waarom ons Zeeuwse landschap de nu zo karakteristieke vormen
heeft. Zeeland gevormd door overstromingen en het weer dijken opwerpen tegen de altijd
gevaarlijke zee. We menen nu de laatste stormvloedramp te herdenken. We menen nu voldoende
veiligheid te hebben ingebouwd tegen hoge watervloedstanden. Is dat ook zo? Er zijn ook andere
gevaren, die ons kunnen bedreigen. Het is steeds nodig de afweging te maken of we voldoende in
onze persoonlijke en algemene veiligheid investeren. Bij de indringende beelden van deze expositie
moeten we ook denken aan de rampen die mensen treffen, groepen mensen, volken voortdurend
treffen.
9