R.C.G.M. LAUWERIER EN P.J.A VAN MENSCH niet primair voor hun trekkracht en mest zoals dat bijvoorbeeld in het gebied rond Nijmegen in die tijd het geval was.(6) Men kan hieruit concluderen dat akkerbouw, die juist van die trekkracht afhankelijk is, geen grote rol speelde en de landbouweconomie voornamelijk gericht was op veeteelt. Behalve vlees, zullen de koeien ook melk geleverd hebben en huiden voor het vervaardigen van leer. Schapen Botfragmenten van schapen en geiten zijn meestal moeilijk van elkaar te onderscheiden. In beide plaatsen zijn echter geen botten van geiten gevonden maar wel enkele die zeker als schaap geïdentificeerd konden worden. Daarom beschouwen we, zij het onder enige voorbehoud, alle botten die in de tabel als schaap/geit zijn aangegeven als waarschijnlijk afkomstig van schapen. De schapen werden behalve voor het vlees ook voor hun wol en mogelijk ook melk en mest gehouden. Aanwijzingen hiervoor zijn de gegevens over de slachtleeftijd die duiden op een niet al te vroege slacht. Van de drie kaken of losse tanden waarvan de leeftijd bepaald kon worden, is er een van een individu dat geslacht is op een leeftijd van anderhalf a twee jaar en zijn er twee van dieren die op latere leeftijd geslacht zijn (tabel 2). In Kats werden naast resten van oudere dieren ook botten van zeer jonge dieren aangetroffen die alleen voor hun vlees van belang kunnen zijn geweest. Het is overigens opvallend dat in Kats het aandeel schapen in verhouding tot de runderen zo hoog is. Hoewel een nat milieu voor het houden van schapen over het algemeen tamelijk ongunstig is in verband met het voorkomen van de parasitaire leverbot ziekte, zullen de schapen wel goed hebben gedijd op de zo nu en dan met zout water overspoelde en daardoor vrij van leverbot blijvende kwelders.(7) Varken Opvallend is dat er zo weinig varkensbotten zijn gevonden in Kats en dat ze in Noordhoeks Nol zelfs totaal ontbreken. Het houden van varkens op enige schaal was in het verleden grotendeels afhankelijk van de mogelijkheid om ze in loofbossen te voeden met onder andere beukenoten en eikels.(8) Het natte milieu in de omgeving van de vindplaatsen bood deze mogelijkheden niet. Hoewel het niet uitgesloten is dat op het ontwaterde veen bomen groeiden, is het bos beperkt tot berk, den en els(?).(9) Waarschijnlijk zijn de in Kats gevonden resten afkomstig van de enkele varkens die bij wijze van levend vuilnisvat op het erf van de boerderij werden gehouden. Paard en hond Of de restanten van hond en paard ook slacht- en consumptieafval zijn, is onduidelijk. In de Romeinse tijd werden deze dieren over het algemeen niet gegeten.(10) Dit is voor verschillende nederzettingen in Nederland worden aangetoond.11) Van de hond is in Noordhoeks Nol een stuk schedel gevonden zonder bijzondere kenmerken en in Kats een kies. Van het paard zijn alleen tanden aangetroffen. Een in Noordhoeks Nol gevonden melksnijtand (pdl) van een paard was, gezien de tandwortel die al een stukje geresorbeerd is, net aan het wisselen. Verder is er een licht gesleten praemolaar (P2) en een andere licht gesleten kies uit de bovenkaak gevonden. Ze kunnen van hetzelfde dier 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1993 | | pagina 38