METEN MET TWEE MATEN De tabel is als volgt ingericht: Lengten Grootten Gedeelten R.lengte Quadr.dele R.quadr. Bloysch Amsterdam Antwerpen Alkmaar Briel 100000 102190 158400 93104 108544 100000 97857 63131 107406 92128 100000 104428 250906 86684 117818 100000 95760 39855 115361 84876 kolom 1 kolom 2 kolom 3 kolom 4 We dienen de eerste kolom als volgt te lezen: 100000 Amsterdamse roeden zijn even lang als 102190 Blooise roeden. Kolom twee: 100000 Blooise roeden zijn even lang als 97857 Amsterdamse roeden. R. lengte betekent: reciproke lengte. De getallen uit de eerste en de tweede kolom zijn als het ware eikaars omgekeerde, zoals bijv. 2 en We zien dit beter in, als we breuken gebruiken. 1 A'damse roede 1,02190 Blooise roeden, dus 1 Blooise roede 1/1.02190 0,97857 Amsterdamse roede. Kolom 3 en 4 bevatten de verhoudingsgetallen voor de oppervlaktematen, dus de vierkante roeden. Eerder, in 1629, had de Leidse landmeter en rekenmeester J.P. Dou een soortgelijke tabel gemaakt voor in Holland en omstreken gebruikte maten. Hij nam de Rijnlandse roede als uitgangspunt en kende daaraan het getal 100000 toe. De vraag is nu: Hoe kwam Eversdyck aan zijn verhoudingsgetallen Archief-onderzoek kan tot het antwoord leiden. Het Claddebouck van Eversdyck. In het archief van de gemeente Goes bevindt zich één van de kladschriften van rekenmeester Eversdyck. Het is een boek van 284 pagina's folio, getiteld: Claddebouck in de Arithmetica ende Geometrie (6). Blijkens de datering van sommige aantekeningen heeft de rekenmeester het boek tussen 1619 en 1627 geschreven. De folio's 57 tot en met 61 bevatten aantekeningen over de verhouding van lengtematen uit "diversche quartieren". Zijn bronnen waren voetlengten en verhoudingsgetallen uit arithmetica-boeken, tabellen-boeken, mededelingen van andere rekenmeesters en eigen metingen. Op de betreffende pagina's staan 65 vermeldingen van voetmaten, alle in dezelfde vorm: bron, naam van de maat en verspreidingsgebied, verdeling in voeten en duimen en een getal van vier cijfers dat de verhouding aangeeft tot de Blooise voet. 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1993 | | pagina 59