de vanzelfsprekende garantie om veilig te kunnen leven, wonen en werken. Dat dijken het kunnen begeven, dat de zee gevaar kan betekenen, weet men wel, maar zonder zich daarvan bij voortduur bewust te zijn. Ook als op 31 januari 1953 de storm met orkaankracht voortraast, ook als de waterstand onrustbarend hoog wordt, zijn er nog maar weinigen - hier zowel als elders - die zich echt zorgen maken. Men gaat gerust te bed. Het is meer dan een generatie geleden, dat in dit gebied overstromingen plaatsvonden door dijkdoorbraken, om precies te zijn: in 1906. Achterin de Westerschelde. bij Bath, is altijd het grootste verschil tussen eb en vloed. Maar dit keer worden de wateren door de storm wel erg hoog opgestuwd: 5,60 m boven NAP. Nabij Bath slaan de golven over de dijk. De verzwakking aan de binnenzijde doet het gevaar van een dijkdoorbraak met het kwartier toenemen. De gewaarschuwde burgemeester van Rilland-Bath gaat met een waterbouwkundig opzichter en de brandweercommandant op weg. Een autobus volgt. De bedreigde bevolking van Bath moet geëvacueerd worden. Helaas bereiken ze hun doel nooit. Even na vier uur in de nacht begeeft de dijk het en storten de wateren zich in de polder. In het snelstijgende, woeste water verdrinken zowel burgemeester De Goffau als waterbouwkundig opzichter Cysouw. De 1065 hectare grote Reigersbergse polder, waarin Bath, maar ook Rilland ligt, wordt overstroomd. Op nog twee andere plaatsen breken de dijken van deze grote polder. De ook tot de gemeente Rilland-Bath behorende Völckerpolder, Anna-Maria Polder en Zimmermann Polder ondergaan hetzelfde lot. Bij het aanbreken van de dag is zodoende bijna de helft van de gemeente overstroomd. Twaalf inwoners van de gemeente zijn omgekomen in de golven. De gemeente Kruiningen wordt voor het overgrote deel gevormd door de Kruiningen Polder en Oost-Hinkelenpolder; samen meer dan 1400 ha groot. Ook hier bereikt het water aan de Westerscheldedijken ongekende hoogten: ruim vijf meter boven NAP. en daarbij opgezweept door Een beeld van de overstroming te Kruiningen. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1993 | | pagina 8