DE FEBRUARIRAMP VAN 1953 OP DE BEVELANDEN EN DE HERINNERING
de orkaankracht. De havendijk van de veerhaven begeeft het midden in de nacht, terwijl ook een
eind ten westen en ten oosten daarvan de dijken doorbreken. De havendammen zijn vernield, het
veerplein is verdwenen, de aanleginrichting staat ontredderd in de watervlakte, één van de
veerponten, de "Willemsdorp", die de haven die avond niet meer kon binnenvaren, komt ergens ver
in de Kruiningenpolder terecht. Het binnenstromende water stijgt met angstwekkende snelheid en
spreidt zich over heel de polder. Er is, na de waarschuwing voor het gevaar, nauwelijks tijd de
bovenverdieping van de woningen te bereiken. Voor velen, vooral in de verspreide woningen en
boerderijen buiten de bebouwde kom van Kruiningen, is zelfs dat niet meer mogelijk. Ruim zestig
inwoners komen in het water om. Ook Hansweert-Oost, dat toen nog bestond, en het dorpje
Oostdijk worden overstroomd, evenals het station en de spoorlijn. Gelukkig is daar de coupure
tijdig gesloten. Alleen Hansweert-West, aan de andere kant van het kanaal door Zuid-Beveland
gelegen, blijft droog.
In Waarde, ook aan de Westerschelde gelegen, werden kort na middernacht meerderen gewekt,
omdat bij de Westveerpolder een gevaarlijke situatie dreigde. Rond drie uur werden de bewoners
van dit slechts 38 hectare grote poldertje gewekt en gemaand huis en polder te verlaten. De coupure
naar de Waarde Polder werd gesloten en versterkt. Om vijf uur in de morgen breekt de dijk van de
Westveerpolder en wordt het land overstroomd; voor "t eerst sinds 1694. toen de polder werd
ingedijkt. Nog lijkt het dorp Waarde veilig. Maar inmiddels is de Kruiningen Polder overstroomd
en zo komt het water van een andere kant. Immers na het doorbreken van de zeedijken moeten
binnendijken alsnog hun waterkerende functie uitoefenen. Deze zijn lang niet altijd meer voor die
taak berekend. De Kadijk op de grens van de Kruiningen Polder en de Waarde Polder is niet hoog
en sterk genoeg om het langs de Kruiningse doorbraken binnenstromende water lang tegen te
houden. Zo komen de polders Waarde en Oud-Krabbendijke ook diep onder water, tot en met het
gehucht Gawege. Als dan ook de dijk van de Emmanuelpolder doorbreekt, zijn alle polders langs
de Westerschelde vanaf het kanaal door Zuid-Beveland tot ver voorbij Rilland en Bath een prooi
van de golven.
De gemeente Krabbendijke bleef voor overstroming gespaard, al kende men ook vele bange uren,
door de vraag of de binnendijken het zouden houden en kon de spoorwegcoupure van de
Reigersbergse Polder slechts met haast bovenmenselijke inspanningen gesloten worden.
Krabbendijke kon zodoende de eerste opvang zijn voor nagenoeg de hele bevolking van Waarde:
1100 evacué's. Daar kwamen al spoedig nog andere geredden uit Oostdijk en Kruiningen bij, zodat
naast de 3000 eigen inwoners 1500 evacué's in het dorp verbleven. Vanwege het nog steeds
dreigende overstromingsgevaar en de zeer moeilijke bereikbaarheid werden de meeste inwoners en
evacué's - behalve de mannen die voor 't werk aan de dijken beschikbaar moesten blijven - op 5
februari geëvacueerd.
Yerseke leeft dicht bij het water. Ook daar wordt de uitzonderlijk hoge waterstand en de geweldige
storm geconstateerd. Maar door de kennis van de zee worden de dreigingen misschien eerder
ingeschat. Men is al vroeg bij de haven in de weer: het belang bij schip en oesterloods trekt. Maar
zo worden dreigende zwakten in Breedsendijk en Burenpolderdijk tijdig onderkend en versterkt. De
grootste verdienste van het gespaarde Yerseke is echter de geweldige inzet van de vissers om te
redden wie nog te redden is. Zodra op 1 februari berichten van de ware ramp hen bereiken, worden
vele sloepen en roeiboten over land naar de dijk bij de Kruiningen Polder gebracht en te water
gelaten. Zo kunnen uit de vele huizen, van daken en andere plaatsen tal van mensen in veiligheid
gebracht worden. Later ook vee en materialen. De mosselschepen varen uit over de Oosterschelde
en zijn de eerste redders in het nog geïsoleerde Duiveland, waar het waagstuk om door het dijkgat
bij Ouwerkerk naar binnen te varen, velen het leven redt. Ook op andere plaatsen biedt hun moedig
optreden velen hulp.
7