38
BIJLAGE III.
Aan de Provinciale Staten van Zeeland.
Mijne Heeren!
Uit naam van het Zeeuwsch genootschap der weten
schappen en krachtens het besluitdoor heeren directeu
ren den 21 April jl. genomenhebben wij de eer ons tot
Uwe vergadering te wenden met eerbiedig verzoekdat
het Haar moge behagen, de Haar bij deze kenbaar te
maken belangen van het genootschap in gunstige overwe
ging te willen nemen en door regtstreeksche hulp en
ondersteuning niet alleen den bloei dier zoo oude en lof
waardige instelling te willen bevorderen, maar ook haar
nuttig bestaan voor de toekomst te willen verzekeren.
Reeds voor nagenoeg honderd jaren werd bij haar eersfe
optreden als wetenschappelijk ligchaam door de Staten
van dit gewest het zegel hunner goedkeuring aan die
vereeniging gehecht en bij resolutie van 23 Maart 1769
haar de zinspreuk non sordent in undis geschonken, waar-
39
aan zij tot nu toe immer getrouw ook voor het vervolg
en des te eerder door Uwe medewerking hoopt te
zullen en te kunnen beantwoorden.
Het ligt niet in onze bedoeling de verschillende lot
wisselingen na te gaanwelke het genootschap gedurende
al dien tijd heeft ondervondenevenmin past het ons
zijne verdiensten in het breede uit te metenmaar
toch mogen wrij de verklaring niet terughouden en achten
wij ons gelukkig haarzonder vrees voor gegronde tegen
spraak, hier openlijk te kunnen afleggen: dat het zich
bijna eene eeuw lang met roem heeft staande gehouden
en zoo binnen als buiten 's lands zich eenen gunstigen
naam heeft verworven.
Thans rust op ons de verpligtingdien ouden roem
te handhavendien goeden naam te bewaren en het
werk der vaderen voort te zettengewijzigd naar de
behoeften des tijds en ingerigt naar de eischen der we
tenschap.
Dat het Zeeuwsch genootschap reeds voor lang in dien
geest is werkzaam geweesttoont niet alleen zijne laat
stelijk uitgegeven reeks van geschriften aanmaar blijkt
ook uit het stelselmatige van vele andere zijner hande
lingen.
Treedt men zijne kabinetten binnen, dan zal men al
dadelijk bevindendat er voor menig vak van studie de
bouwstoffen met de meeste zorgvuldigheid zijn bijeenge-
bragt en zoodanig ingerigtdat voor Zeeland vooral de