r
4a
Met een enkel woord gewaagden wij hiervoren reeds
van de door het genootschap in de laatste jaren uitge
geven werken op letterkundig gebied is echter onze werk
zaamheid niet zoo groot geweestals wij zelve wèl hadden
gewenscht. De reden is niet ver te zoekende beperkt
heid onzer fondsen, ter naauwernood toereikend ter be
strijding van de gewone hoogst noodige uitgaven, heeft
ons daartoe alle gelegenheid benomen.
Geene opofferingen waren ons te groot om in het bezit
te geraken van al zulke voorwerpen en geschriften, van
kaartenplaten portretten enz. als uit hunnen aard in
onze verzamelingen te huis behooren. Ons munt- en
penningkabinetzoo bijzonder rijk aan Germaansclie en
Romeinsche oudheden is dan ook geregeld bijgehouden.
Menig gedenkstuk van den roem van het voorgeslacht
menig overblijfsel van vroegere kunst en beschaving is
door ons voor den ondergang behoed en daaraan eene eer
volle plaats in het museum aangewezen.
Daar prijkt ook thans de voor de kennis van Zeelands
oudheid en geschiedenis onschatbare Zelandia illuslrafa
welke het genootschap niet zonder aanmerkelijk geldelijk
bezwaar ten vorigen jare door aankoop heeft verkregen en
die thans de kern uitmaakt van al zijne Zeeuwsche zaken.
Die aanwinst, hoe belangrijk op zich zelvezoudeeven
wel toch weinig voordeel aanbrengen, zoo men zich tot
een enkel bewaren van dien schat wilde bepalen voor
taan is het onze pligtdien te verrijken met al hetgeen
daarin eene plaats verdientmet alles wat het heden aan-
biedt en wat de toekomst zal opleverenten einde Zee
lands geschiedenis daarin op zulk eene uitmuntende wijze
geïllustreerd door alle eeuwen heen aanschouwelijk worde
voorgesteld.
De herinnering levendig te houden aan Zeelands groote
mannen uit vroegere dagen ligt eveneens op den weg der
bemoeijingen van het Zeeuwsch genootschap der weten
schappen gelijke huldeals het weleer eenen Hadrianus
Junius heeft gebragtvoegt ook eenen Marnix van St.
Aldegonde; weldra zal het trachten ter zijner eere
een gedenkzuil te Souburg te stichten. Doch niet alleen
door dergelijke zigtbare teekenen uit zich de erkentelijk
heid van het nageslachtdaarwaar het de gelegenheid
is gegeven om de groote verdiensten der vaderen door
de eigen vruchten van hunnen geest in het licht te stel
len of op andere wijze door den druk te vereeuwigen
heeft het eene niet minder loffelijke taak te vervullen.
Zij wordt ook ons ten pligt gesteld. Zoolang een werk
als het Graafschap van Zeeland van J. van Grijpskerke nog
in handschrift in onze boekerij blijft berustenzoo lang
aanteekeningen als diewelke door prof. J. W. te Wa
ter en mr. S. de Wind zijn bijeenverzameld als een ver
volg op P. de la Rue's Geletterdstaatkundig en held
haftig Zeelandnog ongebruikt in de portefeuilles slui
meren zoo lang zoo menig gewigtig opstel van Lambrecht-
sen, Verheye van Citters en van zoovele anderen, in de
kassen des genootschaps blijven liggenzoo lang het al
het wetenswaardigewat daarin is vervatniet algemeen
door den druk zal hebben bekend gemaakt en verspreid,
zoo lang mogen wij ons niet bevredigd achten en zou
43