68
Mineraliënvoorwerpen van geologischen aard.
Hierover valt niets bijzonders mede te deelende verza
meling staat onder toezicht van de heeren dr. A. A. Fokker
en dr. F. Seelheim. He collectie aardstalen, door de put-
boring achter de cellulaire gevangenis te Goes verkregen
neemt steeds in omvang toe, zoodat men op eene andere
wijze van bewaring der aardsoorten is bedacht geweest.
Flora van Walcheren,
met welker aanleg op kosten van het genootschap de heer
dr. G. van Hennekeler ten jare 1859 is begonnen, is in de
laatste jaren weinig vooruitgegaan. Evenwel is het genoot
schap reeds in het 'bezit van een aanzienlijk getal porte
feuilles, eene menigte met zorg en smaak bijeengebrachte
exemplaren bevattende, die het des te meer doen betreuren
dat de samensteller door veelvuldige bezigheden is verhinderd
met de verdere aanvulling geregeld voort te gaan.
Onlangs heeft het bestuur echter de toezegging gekregen
dat de heer van Hennekeler het werk weder heeft opgevatwaarin
hem thans ook de heer A. Walravenop uitnoodiging van
het bestuur, de behulpzame hand biedt. Eerstgenoemde blijft
zich belasten met het bijeenbrengen der cryptogamen.
Oud- en zeldzaamheden.
Sedert het laatste gedrukte verslag is het kabinet van oud
heden weder met een aantal merkwaardige voorwerpen verrijkt
geworden.
Wij noemen in de eerste plaats de verzameling te Hom
burg gevonden oudheden, door den heer C. H. Tielenius
Kruijthofftijdens zijn verblijf aldaarbijeenverzameld en in
het jaar 1873 aan het genootschap geschonken. Behalve van
den geloftesteenin het le st., 3e dl. van het archief afgebeeld en
door den heer mr. J. H. de Stoppelaar beschreven, kwam
het genootschap in het bezit van een urn van grauwe gebak-
69
ken klei en van omstreeks vijftig ringen, gespen,, naalden,
sleutels en andere voorwerpen bij het zoogenoemde oud Hom
burg opgedolven enkele zijn met figuren bewerkt en een der
mantelgespen draagt een opschrift.
Onze Homburgsche oudheden werden ook nog vermeerderd door
twee afgietsels in gips van geloftesteen en aan Nehalennia in
's rijks museum te Leidenwelke afgietsels wij door welwillende
tusschenkomst van den heer dr. C. Leemans konden aankoopen.
He heer J. C. van der Harst te Middelburg bood ten ge
schenke aan een ornament van gebakken steen voorstellende
een tegen een boom leunenden olifant, opgegraven in 1848
niet ver van Souburg en waarschijnlijk afkomstig van een pot
tenbakkerij in 't begin der 17e eeuw in die streken bloeiende.
Yan jhr. mr. C. van Citters, burgemeester van Heinkens-
zandontvingen wij een hardsteenen doopvontafkomstig
uit 's Gravenpolder, met het opschrift; //Hit is geghevë
door Lysbeth Corn. Willemse weduwe anno 1552", alsmede
een kleindoch fraai gesneden beeldjewaarschijnlijk Eva
voorstellende en in Zuid-Beveland opgedolven.
Onderscheidene oude tabakspijpjesbij het graven der ka-
naalwerken gevonden en in het museum bewaard, trokken de
aandacht van den heer van der Want, pijpenfabriekant te
Goudadie ons daarop ten geschenke zond een zeer zeldzaam
exemplaar der eerste lange Goudsche pijpen, volgens zijne mede-
deeling gevonden bij ontgravingen in het oude kasteel te Gouda.
He heer J. P. van Yisvliet verrijkte het kabinet met een
aantal (27) zoogenoemde Helftsche tegeltjeswaarop staan
afgebeeld krijgslieden uit het begin der zeventiende eeuw
zich oefenende in 't gebruik van haakbus en piek.
He voorwerpen uit Oost- en West-Indië werden verrijkt door
een fraai model eener Javaansche woning, ons geschonken door
mevrouw de wed. Luteijn-Risseeuwalsmede twee klewangs
van Sumatra, aangeboden door den luitenant ter zee F. Luteijn.
He heer Gallandat Huëtte Leiden bood ons een schil
derij aanvoorstellende een gezicht op Ylissingenwelk stuk