90
Een afgietsel in gips werd verkregen van n°. 28het
Nehalennia-altaar van T. Oalvisins Secnndinnsdat door den
heer van de Perre naar Brussel ten geschenke werd gegeven
en zich thans in het museum van de Porte de Hal bevindt.
Nog werden aan de verzameling een Nehalennia-kopje door
wijlen den heer J. E. Schutz te Middelburg en een frag
ment van een Nehalenniasteen door wijlen den directeur J.
J. X. Sprenger geschonken.
Uit den zilverput voor Breskens en uit de diepte voor Zou-
telande hebben Arnemuidsche visschers en wijlen de heer
Simmons te Breskens aan het genootschap vele groote voor
wereldlijke heenderen bezorgd van Mammouth en Bos pris-
cusvan cetaceën uit lateren tijdalsmede een tweede exem
plaar van een schedel van den Rhinoceros tichorhinus.
Deze voorwerpen, opgevischt uit eene diepte van 10 15
vademen, werden deels geschonken, deels aangekocht.
Tot dezelfde categorie behooren nog
een stuk fossiel kakebeennog niet gedetermineerd ge
vonden vóór den Vlietepoldervan het lid C. L. M. Lam-
brechtsen
een schouderblad van den walvisch (Balaena mysticetus)
opgegraven achter de gasfabriek te Middelburgvermoedelijk
omstreeks 1600 medegebracht uit het Noordenvan het lid
P.Polet.
Omtrent de verdere aanwinsten valt jaarsgewijze te ver
melden.
1884. Een op de grens van Koudekerke en Zoutelande
drie meter onder den grond gevonden hoefijzervermoedelijk
91
afkomstig van de landing der Engelschen in 1809van wijlen
den heer G. J. Bertel te Koudekerke
een koperen of bronzen paarden-halsbel met de Eransche
leliënmet een ouden ring en een paardengeraamte gevonden
bij Oud-Vlissingenaangekocht
een tinnen kroes, een koperen lepel en een ponjaard, op
gegraven te Arnemuiden, van wijlen den burgemeester C J.
Grucq aldaar;
een roodaarden kan met twee ooren uit Reimerswaal, van
den heer I. L. van Wuyckhuise te Middelburg.
1885. Eenige kruikjes, opgegraven te Arnemuiden, Ka-
pelleReimerswaal en Saaftingerespectievelijk van den heer
O. J. Crucq te Arnemuiden en de leden H. K, Persant Snoep
en C. J. Bottemane Mz.;
drie kanonskogels in verschillende groottegevonden in een
der kelders van het voormalige gasthuis te Middelburg, van
den heer J. G. de Kat aldaar.
1886. Een op de begraafplaats aan het strand te Domburg
gevonden ijzeren spoor en een klein dito wafelijzer, van het
lid mej. M. G. A. de Man;
een fragment van een borstbeeld van gebakken aarde met de
letters Hera Ginet, gevonden in het voormalige kanaal van
Welsinge, aan den Molenpolder, waar vroeger de Leviathan
strandde, van het lid A. Walraven;
een roodsteenen kruik zonder voet, zooals een grooter
exemplaar te Goes en eenige te Nijmegen bewaard worden,
opgegraven in de Vest buiten Vlissingen, aangekocht;
een grijsaarden kannetje, opgegraven te Domburg in de
zoogenaamde //weide met het ijzeren hek,' aangekocht;
een om zijn vorm merkwaardig kannetje te Zoutelande
opgegravenaangekocht
een Duitsch kannetje zonder oor, blauwgrijs met email,
omstreeks 1850 gevonden in een riool m de Gravenstraat te
Middelburg, van den heer J. Kerkmeijer aldaar;
vier witkleurige gebakken steenen, waarschijnlijk raam-
l) Door bemiddeling van wijlen prof dr. C. Leemans, directeur van het
rijks museum van oudheden te Leiden daarentegen werd aan laatstge
noemd museum in bruikleen afgestaan een fragment van eene Indische
tempeltrapdat te Leiden eigenaardig te huis behoort en voor het
Zeeuwsch genootschap van minder belang was.