beeldjes met Zeeland is slechts dat het Genootschap er een aantal bezit waarop
Zeeuwen zijn afgebeeld. De Schat over de stenen bijlen, beitels, dissels en knotsen
van de Papoea's is ook een voorbeeld van een etnologische bijdrage, waarvan de
relatie met Zeeland slechts is dat de voorwerpen eigendom van het Genootschap
zijn.
De inhoud van het blad was voldoende gevarieerd. Om enkele voorbeelden te
noemen: Militaire inundaties in Zeeuws-Vlaanderen, de afschuwelijke gebeurte
nissen op het slavenschip Middelburgs Welvaren, Zeeuwse graanloodjes, inwo
nende knechts en meiden en ook recente geschiedenis: Stichting Nieuwe Muziek
In Middelburg. Op het terrein van de biologie werden de moeizame pogingen be
schreven om het zeldzame plantje Kruipend moerasscherm meer mogelijkheden
te bieden. Een vroege vrouwelijke conservator bij het Genootschap was mevrouw
Rethaan Macaré-Ontijd. Zonder formele benoeming hield zij zich bezig met de
mollusken uit de collectie, halverwege de negentiende eeuw, in een tijd dat vrou
wen zulke bezigheden niet geacht werden te doen.
Een van de schatten gaat over Zeeuwse duiten, een onbeduidend muntje, er
gingen er acht in een stuiver. Altijd staat rond de oprijzende Zeeuwse leeuw de
tekst: Luctor et Emergo. Haast altijd, want in 1754 werden er, eerst onopgemerkt,
duiten geslagen met als randschrift: Luctor et Ementor. Ik worstel en ga ten on
der. Wat er ook van zij, ondanks de coronaperikelen bleef ons tijdschrift gewoon
verschijnen.
Zeeland
73