- 8 - heer J. A. Fredericks, secretaris van de oudheidkundige dommissie uit het $x] |U Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, aldus: „Rond een cilindervormigen bak van groote afmetingen is een tweede bak gemetseld in de gedaante van een ring, waarin het regenwater wordt geleid, dat van de kerk afloopt en dat, na door kiezel en grint gezuiverd te zijn, door opengelaten voegen van het metselwerk in den grooten bak dringt. Op de opening van dezen bak is een arduinsteenen keel gesteld, teiwijl aan het gewelf een rondsel is bevestigd, waarlangs een ijzeren ketting loopt, voor zien van twee emmers om het kristalheldere water op te halen. De put kan bevatten 20.000 emmers water. De schilder heeft bij den put een meisje in de eigenaardige dracht der streek doen poseerenhet is opmerkelijk, hoe karakteristiek dit simpele figuurtje doet in deze omgeving en als we nu van de rustige schoonheid dezer oude monumenten onze blikken wenden naar de wufte mode-bouwsels, die in onze groote steden verstoren de intimiteit van menig schilderachtig, karakteristiek- Hollandsch stadsgezicht, dan vervult ons een innige bewondering voor die lang vervlogen tijden, toen men alle, óók de eenvoudigste dingen, maakte tot har monische kunstwerken; toen de kunst niet was, zooals in onze dagen, iets apart-moois voor maar heel enkele bevoorrechten of een aangename verstrooiing voor tijdpasseering-zoekende menschen, maar een het menschenbestaan gan- schelijk doordringende en verheerlijkende, heilige levensverheuging voor heel het volk. M' V' Zeer bedenkelijk» In de kinderwereld wordt, in miniatuur, het groote-men- schenleven herhaald. De pop der kleine Bertha is ziek, wordt althans tot de rol van zieke gedwongen, waartoe zij zich heel gewillig leent, en nu heeft het bezorgde deitje den dokter ontboden in den persoon van haar broer Paul.. Met vaders bril op, diens horloge in het vestjeszakje, en de lange pijp in den jaszak, is hij een trouwe kopie van den plattelandsgeneesheer; zelfs de paraplu is niet vergeten. Op den secondewijzer kijkend, voelt hij de patiënte den pols en telt de slagen. „Zeer beden kelijk I" luidt de uitspraak van den jeugdigen esculaap, die door Bertha met een gezicht dat, als het een kind gold, niet meer bekommering kon uitdrukken, wórdt afgewacht. Er is geen twijfel aan, of Bertha zal eenmaal een model van een huismoeder en Paul een kundig geneesheer worden. De kleine kunstenares. Deze gravure brengt ons in een heel andere omgeving: hier geen kinderen, die het van groote menschen afgekekene weergeven, maar groote menschen, deftige heeren en voorname dames, die met aandacht luisteren naar het pianospel'der kleine, veelbelovende kunstenares. Indien dat spel onspanning blijft en men het kind door overdreven loftuitingen het hoofd niet op hol brengt, is haar talent een heerlijke gave, maar mocht ouderlijk onverstand of ij delheid dat talent misbruiken, dan prijzen wij de kinderen op onze vorige gravure gelukkiger, die geen gevaar loopen, tot de weinig benijdenswaardige rol van „wonderkinl" te worden gedwongen. reeds in 1470 te bouwen begcmnen; het is in Gothischen stijl uit witten arduinsteen opgetrokken; ook de zeven statige beelden van Heeren en Vrouwen van Veere, waarmee het is versierd, zijn uit deze steensoort gehouwen. De toren, aan de achterzijde van het stadhuis, dagteekent van 1591 en is in Renaissancestijl gebouwd en „naar de grootte en mate van zijn proportie, met een kunstig klokkespel voorzien twelk in den jare 1736 geheel is vernieuwd geworden en verbeterd waarop alle dagen of twee maal per week van twaalf tot één uur werd gespeeld. In den jarè^i597 is op de spitse van den toren gesteld en staat alsnog een verguld schip, dienende tot windwijzer en ten teeken van stads ouden en gedurigen handel ter zee" aldus melden oude, op het stadhuis berustende be scheiden. 1) Wat het inwendige van het gebouw betreft, dat heeft in 1699 een algeheele verandering ondergaan: „en is met een deftige vroedschaps kamer, welker schoorsteen versierd, is met het afbeeldsel van Zijn Majesteit van Groot-Brittangiën, Willem den Derde geteekend door J oh an van Hansbergen in zijn koninklijk gewaad, en een vierschaie beneffens andere vertrekken voorzien, waarin vergaderden de Heeren van de Weeskamer, Commissarissen voor kleine zaken, Vredemakers van de Schotsche en Duitsche natie, de Commissarissen van het zeerecht, Schout en Keurschepenen van de Landsvierschare, Commissarissen van het land recht mitsgaders de burgerlijke krijgsraad." Deze „vierschare" ^is thans ingericht tot oudheidkamer, waarin vele merkwaardigheden bewaara worden, o. a. de verguld-zilveren beker, door Maximiliaan van Bourgondië aan Yeere geschonken met de voorwaarde die ten eeuwigen dage op het stad huis te bewareneenige oude privilegiën en verscheidene vorstelijke handteekeningen. Op onze reproductie komt de ernstige schoonheid van het oude pracht- gebouw, zooals het daar oprijst uit zijn nederige omgeving, goed tot haar recht; toen de schilder er zijn studie naar maakte, wérd een der sierlijke hoektorentjes juist gerestaureerd, vandaar de aangebrachte stelling. Op den achtergrond zien we de haven van Yeere, waarboven de tuigage van een scheepje even zich afteekent tegen de effen, lichte lucht. Een andere herinnering aan Veere's roemrijk verleden is de put, ook fontein" of „citerne" genaamd; deze put geldt zoowel onder architecto nisch als archeologisch opzicht als een der merkwaardigste ^monumenten van ons land, te meer, daar dit het eenige is wat we van dien aarcl be zitten. Het is een achthoekig gebouwtje in Gothischen stijl, met aan den voorkant drie open bogen, gesteund door arduinsteenen kolommen; naast een dezer bogen geeft een deur van latwerk toegang tot het inwendige, waarin zich de stadsregenbak bevindt. Het bouwwerk, tegenover de groote kerk opgetrokken, dagteekent van 1337, zooals een m het gewelt aangebrachte gedenksteen meldt. De inrichting van deze put beschrij e 1) Eenige desbetreffende bijzonderheden werden me zeer welwillend v^a^?ret^ heer J. W. Perrels, oudheidkundige te Veere, wien ik daarvoor mijn oprechten dank betuig. HET STADHUIS TË VEERE, NAAR EEN AQUAREL VAN JAN STRIENING. Stoom-, Boek-enSteendrukkerij van Lutkie&Cran en burg te 's-Hertogenbosch. DE PUT TE VEERE, NAAR EEN AQUAREL VAN JAN STRIENING.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Katholieke Illustratie | 1900 | | pagina 3