Roman door H. b. van der Sande
30
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
GS
DE OESTERPUTTEN TE IERSEKE
Een beeld van stille verlatenheid, dat spoedig zal veranderenwanneer de oester-campagne in 't begin van October aanvangt
Op *t -Groene Eiland
peens begreep hij, dat *t hier
mee weer zou zijn als met
*ijn vroegere ondernemin-
MÉ p gen het was alles in de
M praktijk veel nuchterder
H en veel moeilijker dan het
'fp^- i3** ^et plannen-maken
tn verwachtingen-vormen
scheen.
Onder al de in luisteren
of niet-luisteren versufte
gezichten was er één, dat hem moed gaf de donkere
kop van Han Beukels. De' bruine oogen van den
jongen schoenmaker waren halfgeslotenin zijn
voorhoofd trokken rimpels breed en zwaar zijn mond
bewoog, alsof hij al de gesproken woorden nog eens
herhaalde en op zijn gezicht was de haast komische
wisseling van indrukken, die een acteur verraadt als hij
anderen spelen ziet.
„Gelukkig één/* dacht de voorlezer en hij legde de
getypte vellen even op tafel om zijn gehoor wakker te
schudden met een korte, opzettelijk aangedikte
lofprijzing op de mooie onderdeden van het stuk.
Ze vonden het op het einde van dien avond allemaal
iets bizonders, iets zooals ze nog nooit gehad hadden.
Zooveel vertrouwen stelden ze wel in hun geestelijken
leidsman, dat ze zijn woorden als volle waarheid aan
namen. Alleen een enkele, die *n kleinere rol had gekre
gen dan hij had gehoopt, ging twijfelmoedig naar huis
„Nee, hoor, *n echt drama, zooals ze vroeger hadden
opgevoerd, was dit op geen stukken na."
In de pauzen tusschen de lezing door had Han Beu
kels *t minst van allen gezegd. Hij dacht er trouwens
niet aan, openlijk een oordeel uit te spreken over 'n
werk, waarvoor hij respect had, alleen reeds omdat de
kapelaan op hoogen prijs steldeEn in het begin der
lezing was hij er niet eens met zijn gedachten bij. Toen
stond voor zijn geest de ranke figuur van een jong
meisje op een zomerschen weg en hij hoorde nog het
ruischen der populieren boven haar blonde hoofd.
Maar langzamerhand, ofschoon nog half onwillig, was
hij opmerkzaam geworden, en tegen het einde van het
eerste bedrijf was hij er heelemaal in.
Daarna greep 't hem vast met boeiende kracht. Er
ging een land voor hem open, waarvan hij t bestaan
alleen nog maar vaag gedroomd had misschien
in een uur, dat hij ingespannen zat te lezen in een
mooien romamen het gewone bestaan van den dag
vergat. Er was opeens een samengroeien van gedachten
gekomen tusschen de twee mannen den een, die met
overgave voorlas en den ander, die met overgave luister
de. Ze wisten beiden, dat Han Beukels de hoofdrol in dit
nieuwe stuk zou spelen, al had hij nooit eerder op de
planken gestaan. Die figuur is hij, met zijn donkere
oogen en buigzame stem, dacht de regisseur, terwijl hij
met meer klem enkele zinnen las. Dat karakter is het
mijne, dacht Han, terwijl zijn gelaat zich vertpok bij het
stil nazeggen van de vlotte maar fel-bewogen zinnen.
En opeens wist hij zeker, dat hij tooneelspelen kon en
hartstochtelijk er naar verlangde, het te doen.
Met'n versche sigaar tusschen delippen waren ze weg-
geklost uit de holle zaal van het Vereenigingsgebouw,
hun rollen in den zak, zwijgend nog en ook op den
weg buiten nog weinig spraakzaam tegenover elkander,
om thuis des te levendiger uit te weiden over het nieu
we stuk, dat opgang maken zou, ver buiten Lutteraar.
Toen waren kapelaan De Brouwer en Han Beukels
alleen.
„Zeg nou 'ns eerlijk, hoe jij 't vindt," drong de eerste
aan, nadat ze een poos schijnbaar geluisterd hadden
naar het heengaan der jongens.
Han zat met de papieren in zijn vingers geklemd,
had schitterende oogen en warm getinte wangen.
„Ik vind ft heel mooi. 'k Heb de laatste jaren veel
stukken gelezen ook enkele gezien maar bijna
iederen keer hinderde *t me, dat er geen vrouwenrollen
in waren. De schrijvers hadden ze weggeduwd, omdat
er nu eenmaal enkel mannen op de planken mochten
staan. En telkens voelde je 't gemis en *t gewrongene
van den toestand. Moeder is dood, mevrouw is op reis,
de dochter is nog op kostschool, het dienstmeisje heett
vrijaf, enzoovoorts. Enfin, *t kon niet anders, dus je
moest er vree mee nemen, maar 't bleef *n onnatuurlijk,
houterig stuk leven Adam zonder Eva was zelfs in
het aardsch paradijs nog maar 'n half mensch."
De Brouwer lachte. „Maar hier zitten toch óók
geen vrouwenrollen in."
„Maar je merkt 't niet. 't Is meer symboliek dan
realiteit de mensch is voldoende en 't komt er niet
op aan of ie man of vrouw is."
„H*m. Jij denkt, dat 't stuk *t doen zal
„Ja l Als we 't verstandig aanpakken. Wanneer de
boeren en burgers van Lutteraar onvoorbereid naar
de uitvoering komen, wordt het 'n tegenvaller. Ze
moeten eerst ingelicht worden over de be teekenis van
't stuk, ze moeten 't kennen vóór #t scherm opgaat.
Door/n uitvoerig programma of door *n inleiding vooraf,
dat doet er niet toe. En ze moeten weten, omdat ieder
een *t zegt, dat 't #n heel bizonder stuk is en *n uitvoe
ring, waarop het dorp trotsch kan gaan. Anders komen
ze met hun conservatieve koppen in verzet. Is *t zóó
voorbereid, dan waardeeren ze 't wel, ook al zou #t wat
boven hun begrip gaan ze verwerken dat de volgende
dagen wel op *t land en hebben er dan nog plezier in.
We moeten er yn Lutteraarsche gebeurtenis van maken,
dan zijn we zeker van succes
De kapelaan had door zijn groöten bril den jongen
schoenmaker al 'n poos strak aangekeken.
„'t Is toch. wel merkwaardig zei hij plotseling.
„Wat?" vroeg Han gewoon.
«Jij praat, alsof je heelemaal in die dingen inzit
dat heb je toch zeker in de schoenmakerij niet opge
daan
Han zag den kapelaan evenverwonderd aan toen
ontspande zich zijn in opwinding verstrakt gezicht en
tegelijk verloor zijn houding het besliste, dat ze voor
enkele minuten gekenmerkt had. Hij bloosde, haalde
de schouders op en zweeg.
De Brouwer ging er niet op door, opzettelijk niet.
't Was niet de eerste keer, dat hij in Han Beukels iets
had opgemerkt, dat zijn belangstelling wakker maakte.
De schoenmakersfamilie was hem bij zijn eerste bezoek
al opgevallen als een kring van menschen, die bij de
andere dorpelingen van hun stand afstaken.
Hij had aan den pastoor als zijn indruk weergegeven,
dat die lui in het verleden op een hooger maatschappe
lijk niveau moesten hebben gestaan. Er viel iets van
vergane grootheid op te merken, in het doen en laten
der ouders zoowel als van de kinderen. De oude Beukels
was heelemaal niet wat je 'n „licht" noemde, maar
sommige van zijn uitingen wezen er op, dat hij meer
onderwijs had genoten dan op *n dorp als dit gegeven