ZIERIKS-EE EN HET ONTSTAAN VAN HET BURGGRAAFSCHAP ZEELAND IN DE MIDDELEEUWEN DOOR DR. MR. H. P. SCHAAP Over het ontstaan en de groei van Zieriks-ee in de vroege middeleeuwen is in feite tot nu toe niets met zekerheid bekend; en over het ontstaan van het Burggraafschap Zeeland al even weinig. Nog in 1928 schreef dr. Henri Obreen in zijn studie over „De Heeren van Voorne" (in het maandblad „De Nederlandsche Leeuw"): het burggraaf schap van Zeeland, waar mede de heeren van Voorne bekleed waren, en waarvan wij, jammer genoeg, zoo bitter weinig weten. "-- De nu volgende verhandeling beoogt, aan de hand van velerlei historische publicatiën, met name in de Zuidelijke Nederlanden, mede te helpen om in het Noorden meer licht te verspreiden over een belangrijke periode van de Vlaamsch-Zeeuwsche maatschappij-ontwikkeling. Het is nu langzamerhand vrijwel algemeen bekend, dat de naam Zieriks - Ee - zijnde de naam van het water de Ee, genoemd naar een zekeren Zierik (of Cierk) - waarschijnlijk reeds ettelijke eeuwen bestond, vóór dat er zelfs maar sprake was van de eenigszins belangrijke nederzetting, die de kiemen in zich zou dragen van een ontwikkeling tot stad. Daarom de vraag: hoe, door welke oorzaken, ontstonden in deze contreien nederzettingen die zich tot stedelijke agglomeratiën ontwikkelden? Merca tores, burgenses, poorters, waren de oudste namen van de latere burgers. Er bestaan over het ontstaan onzer steden verscheidene ,,ontstaans-theo- rieën", - zoo leert ons de Nijmeegsche hoogleeraar prof. mr. E. J. J. van der Heijden, in diens ,,Aanteekeningen bij de Geschiedenis van het Oude Vaderlandsche Recht", II bladz. 61 - 63. (Nijmegen - Utrecht 1938). Zooals (o. a. de hofrecht-theorie, de dorps-theorie, de gilden-theorie en de markt-theorie. Voor wat Zieriks-ee betreft kunnen we zeggen dat hier een samengaan is geweest van twee elementen: eensdeels een element van de hofrecht-theo rie, anderdeels een element van de markt-theorie. Of, zooals prof. dr. Raymond Monier het terecht uitdrukt in diens ,,Les Institutions Judiciaires des Villes de Flandre" (Lille/Rijsel 1924, bladz. 63): ,,Ainsi, au cours du Xe et du Xle siècle, est apparu en Flandre un grand nombre d'aggloméra- tions qui pour la plupart sont nóes de la juxtaposition de deux éléments: le castrum primitif (de nature essentiellement militaire) et le portus voi- sin, peuplé de marchands et d'artisans. Dus: een naast-elkander aanwezig-zijn van een sterkte (castrum of Heeren hof), en van een handelsnederzetting met enkele spijkers (korenschuren) of veemen voor de komende en gaande handelaren, (hetgeen in de middel eeuwen met het woord portus werd aangeduid; niet te verwarren met het Fransche woord ,,port" havenplaats. Na het voorgaande, dat gezien mag worden als een algemeene inleiding tot ons eigenlijke onderwerp, moeten wij de vraag zien te beantwoorden: wès hier in Zieriks-ee werkelijk iets als 'n castrum, sterkte of burcht, aan den voet waarvan zich een portus heeft kunnen ontwikkelen? En zoo ja, sedert wanneer dateert zulk een castrum? Een poging tot beantwoording van bedoelde vraag geeft ons de verdienste lijke Zierikzeesche gemeente-archivaris, wijlen P. D. de Vos, in zijn 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1977 | | pagina 87