Tussen de sarcofaag en het opschrift in bevindt zich een bekranst doodshoofd. Iemand bekransen betekent sinds de oudheid iemand eren als zegevierende held. De dood wordt dus afgebeeld als overwinnaar. De tombe wordt aan weerszijden geflankeerd door twee vrouwengestalten, links de personificatie van justitia" (rechtvaardigheid)gekarakteri seerd door zwaard en weegschaal 3), rechts, de arm om een zuil heen geslagen, de verpersoonlijking van de deugd der standvastigheid („con- stantia") 4) De portretovalen zijn als het ware tegen de kolom aangezet die boven de tombe oprijst en het monument zijn verticale accent verleent. Het is een soort trofee, een zegeteken, behangen aan weerszijden met een aantal kwartierwapens, bekroond door twee leeuwen die elk een schild vasthouden. Op het schild is de wapenspreuk te lezen: „nee timide nee tumide" (noch vreesachtig, noch verwaten)Aan de voet van de kolom, achter de portretten van de overledenen, steken een aantal machtssym bolen uit, o.a. de „fasces", de Romeinse roedenbundel met de daarin gestoken bijl. Wat is de functie van het monument? Het is in de eerste plaats een te ken dat de plaats markeert waar de doden begraven zijn. Hun aanwezig heid wordt gesuggereerd door de tombe, door hun portretten en de in scripties, waarin hun namen worden genoemd. Het is tevens een ereteken De bestuursfuncties van de overledenen worden in het opschrift opge somd en door de ambtsinsignia achter de portretten gesymboliseerd. Dat beide heren in alle eer en deugd zich van hun bestuurlijke taken had den gekweten, wordt aangeduid door de beide personificaties van de deugd. Tenslotte wordt op de vergankelijkheid én de eeuwigheidswaarde van dit alles gewezen. De herinnering aan de verdiensten van de doden blijft, mede dank zij het grafmonument. HET GRAFMONUMENT VAN PIETER MOGGE Pieter Mogge was een neef van Johan Ockersse. Toen deze laatste in 1742 stierf, erfde Mogge de heerlijkheid Dreischor. Als afgevaardigde van Zeeland in de Staten-Generaal woonde hij in Den Haag. Daar stierf hij ook, in 1756. In 1753 had hij Dreischor verkocht voor 24.000. Bij de verkoop was het volgende bepaald: „de verkooper behoudt aan zich de marmeren graftombe van de heeren Johan D. Ockersse en C.D. Ockersse in de kerk te Dreischor en al hetgeen boven het gewulfsel van den grafkelder staat, zullende de verkooper en zijne vrouw, als hij komt te trouwen, en zijne descendenten, in dien grafkelder mogen be graven worden. 11 5) Mogge werd dan ook in Dreischor in de grafkapel van zijn ooms Ockersse begraven. Mogge, die niet getrouwd was, liet lh miljoen gulden na. Een bedrag van 420.000 was bestemd voor een in Zierikzee, zijn geboorte stad, te stichten universiteit. Verder stond in zijn testament dat er voor hem een grafteken moest worden opgericht van minstens 12.000 gulden. In feite kostte zijn monument, ontworpen door Anthony Wapperom en uitgevoerd door de Zierikzeese steenhouwer Matthijs van Norgen, 13.200 gulden. De uitvaartkosten die in Den Haag gemaakt waren, be droegen 3.052,04. De begrafenis in Dreischor kostte 5.054,05. De 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1979 | | pagina 80