zouden worden met onder meer een bedevaart naar „onser Vrouwen tot Inseele",
op straffe van het afhakken van de hand. Deze bepaling werd herhaald in het
keurboek van 1485. Bovendien werd in dit keurboek in artikel 51 bepaald,
dat bij het verbreken van een vrede, overeengekomen door toedoen van vrien
den en het verwonden van iemand onder meer een verbanning volgde van een
jaar en een bedevaart „tonser Vrouwen ten Inseele", eveneens op straffe van
het afhakken van de hand 46)Het merendeel van de vonnissen, die bedevaar
ten naar Einsiedeln inhouden, zijn inderdaad conform het keurboek opgelegd
wegens schelden en lasteren. In een aantal vonnissen wordt zelfs uitdrukke
lijk verwezen naar de bepalingen in het keurboek 47)
Onder de veroordeelden was Nele Jan, bijgenaamd core. Op de Gasthuisbrug
48) sprak hij Adriaen Willemss. aan met de woorden: „dyen vader es (een)
quaet dief ende du en bist nyet beter" en sloeg hem vervolgens zo hard in
het gezicht, dat Adriaen uit zijn mond en neus bloedde. Het gerecht veroor
deelde hem op 16 maart 1510 tot onder meer een jaar verbanning en een bede
vaart naar Einsiedeln 49)
Op 20 mei 1552 stond Regner Lenaerdsz. terecht. In aanwezigheid van de sche
penen had hij Jan Bouman beledigd, die hem tot betaling van enkele boetes
had aangemaand in opdracht van de thesauriers. Regner schold hem uit: „ghij
zijt een banckerotier ende nyet beter dan een dief". Regner werd veroordeeld
tot boetes van 20 pond voor de baljuw en drie pond voor de stad. Hij moest
een schadevergoeding betalen aan Jan Bouman en voor zonsopgang de stad ver
laten en een bedevaart gaan maken naar Einsiedeln. Voor een ander vergrijp
kreeg Regner nog eens een boete opgelegd van 40 pond voor de baljuw en een
pond voor de stad. Tijdens het proces was Regner dronken en had hij een mes
bij zich. Michiel Cornelis Eeuwoutsz., waarnemend baljuw, had hem opgedragen
de vierschaar te verlaten, waarna Regner hem uitschold voor verrader. Voor
dit laatste vergrijp kreeg Regner Lenaerdsz. nog eens boetes van 40 pond
voor de baljuw en vijf pond voor de stad. Hij moest twee kaarsen offeren
aan het Heilige Sacramentsgilde. Kwam hij weer terug in de stad, dan moest
hij op de eerstvolgende zitting van de vierschaar de baljuw, de burgemees-
ter en de schepenen om vergiffenis vragen op straffe van het afhakken van
zijn hand 50)
OVERIGE ITALIAANSE BEDEVAARTPLAATSEN
Behalve Rome komen er nog twee andere Italiaanse bedevaartplaatsen voor in
de Zierikzeese keurboeken en vonnissen. Zij zijn vanwege de mindere belang
rijkheid niet onmiddellijk achter „Rome" (blz. 29) behandeld.
In Bari, in Zuid-Italië, berustten de relikwieën van Nicolaas, wiens feest
ook nu nog in Nederland op 5 december gevierd wordt. In het Zierikzeese
keurboek van 1429 werd bepaald dat niemand aanspraken mocht maken op stede
lijke goederen, ambten of diensten op grond van akten, die van buiten de
stad kwamen. Evenmin was het geoorloofd dat men op grond van akten van ker
kelijke instanties van buiten de stad Zierikzeese poorters voor het gerecht
vervolgde. Overtreders werden gestraft met onder meer een verbanning van
drie jaar op straffe van de dood. Voor zijn terugkeer in de stad moest de
veroordeelde een bedevaart naar „sinte Nycolaas ten hoechsten baerne" heb
ben gemaakt 51)De vanuit Zierikzee naar deze plaats veroordeelde Engel
Pier Leyez. vermeldden wij reeds onder de Franse bedevaartplaatsen.
De andere Italiaanse bedevaartplaats was Venetië. Daar berusten de resten
van Marcus de Evangelist. Naar Venetië werd Yeman Simon Yemansz. veroor
deeld, die zich 's nachts aan twee meisjes had vergrepen, ruzie had gemaakt
35