kapitein Jan van Goor Hinlopen.
Tot kapitein van het Zeeuwse schip werd benoemd de ond-Zierikzeeënaar
Francois Johan Nebbens19. Eerste luitenant werd de Middelburger Jan Schreuder
Haringman, over wie later in dit verhaal nog zal worden gesproken. Nebbens
kreeg opdracht het schip met de allergrootste spoed te bemannen en wervingsof
ficieren werden uitgestuurd, voornamelijk naar Hollandse steden. Van de beno
digde 350 opvarenden had Nebbens er eind. november bijna 300 aangemonsterd,
de resterende vijftig zou hij spoedig daarna ontvangen.
De gezondheidstoestand van Nebbens' bemanning was overigens erg zorgwek
kend. Nog voor het jaar ten einde was moest hij al zeven doden optekenen en
waren er meer dan vijftig man ernstig ziek. Het was duidelijk: op de 'Zierikzee'
was de "rotkoorts" (vlektyfus) uitgebroken. Men liet "'s-lands doctor" aan boord,
komen en Nebbens werd geadviseerd om "de seijldag agt daagen uijt te stellen
om te sien of het droog weer geen beeterschap bij sonde brengen"-", Nebbens
wachtte echter niet zolang: op 16 januari 1771 deed de doorkomende oostenwind
hem besluiten uit te varen, niet tegenstaande de op dat moment meer dan tachtig
zieken en al dertien doden.
De reis verliep de eerste weken redelijk voorspoedig, ondanks het stijgend aantal
slachtoffers. Nebbens poogde wel iets tegen de ziekte te doen: hij liet' de dekken
van zijn schip regelmatig uitroken en besprenkelen met azijn. Veel hielp het
echter niet, eind januari was het aantal doden gestegen tot achttien. Enkele dagen
later, toen het schip ter hoogte van Zuicl-Portugal voer, was de toestand zelfs
onhoudbaar geworden blijkens de volgende aantekening in het journaal: "Heeclen
cleed den doctoor rapport dat het getal der sieken reeds over honclert aan-
Jan Schreuder Haringman in bel uniform
van scboul-bij-nacb I
Schilderij in olieverf door een onbekende
kunstenaar.
Particuliere collectie.
(Foto: Iconografisch Bureau, Den Haag)
65