ieder geval ter sprake geweest toen Van der Harten zich op 12 mei opnieuw naar
minster Zakrevskij had begeven om hem de afloop van de zaak te melden.
"Praale een paar uwen met Zijne Excellentie en maakten plan om te zamen den
9 of 10 Juni] naar Amsterdam le vertrekken". De dag daarop werd eerst een
"dejeuné dina.loire" bij Robbert Ritter bijgewoond, ter gelegenheid van het leggen
van de eerste steen van diens nieuwe buiten en de plechtige inzegening daarvan,
's Middags werd "met alles wat leven in Petersburg bad ontvangen" naar
Catharinahof gereden, een buiten met allerlei vermakelijkheden dat op drie
wersten van de stad was gelegen. Om naar oud 1 mei-gebruik, "zijnde dit op
beden in de russische stijl" de zomer in te wijden en het groen te aanschouwen,
"ofschoon dit jaar geen groen grasje te zien was". "Plet is bel zelfde als Long
Champs te Parijs en alles vertoond zich daar in zijn beste plunje en equipagien
Op 14 mei werd bij Van Heeckeren gedineerd, cie Nederlandse ambassadeur, en
op de 19de bij G.E. Muller jr, een agent der Stoomboot Maatschappij. Die wist bij
die gelegenheid te vertellen dat een van zijn boten, de Beurs van Amsterdam,
zich vanwege het ijs in een inham aan de Finse kust in veiligheid had moeten
brengen. Of dat ook de boot is geweest waarmee uiteindelijk de terugreis is
gemaakt staat niet vast. Op 20 mei breekt het journaal midden in een zin af.
'Maakte mijne opwachting hij den Minister en liet Z.E. mijne handtekeningen van
de volmachten voor Om eerst op 19 juni weer midden in een zin hervat te
worden met een onvergetelijke typering van Paganini. waar wij de plaatsen
3 dubbeld moesten betalen. De groote schouwburg was stikkend vol, men bereken
de 4000 menseben. Paganini is een man als een geraamte. Zijn klederen vlotten
aan zijn lijf en zijne haaren hangen over zijn schoudert. Zijne oogen rollen onder
het speelen in het hoofd en zijn uiterlijk voorkomen heeft als dan veel van een
bandiet. Mijn pen is te zwak om iets over zijn speelen te zeggen. Het is iets nieuws
en nooit gehoord. Zijne toonen dringen tot in de ziel door en men wordt zelfs
t t
Md mor dr Zirl mn Zaliftri
Bij K. G. tj.b PUCK, tc Sindhocen.
Bic/prentje van de auteur der beide reisverhalen
overleden le Eindhoven op 7 mei 1877. Zijn vrouw was
hem daarop 14 december 1869ai in voorgegaan
91