4. In brief 31 (september 1891) suggereert hij wel iets van te voren over zijn toekomstige collega's
gehoord te hebben. Hij schrijft daar immers: 'Kijk, het komt hier op neer: werkelijk zeer goede
collega's, zooals Wigman dat voorspeld had.' Deze opmerking suggereert op zijn minst dat
Hettema weet wie Wigman is. De naam komt echter niet verder in de correspondentie voor. Het
ligt clan ook voor de hand in deze Wigman zijn Zierikzeese collega Dr L.T.W. Wigman te zien,
leraar scheikunde en biologie die hem dat dan bij zijn aankomst gezegd kan hebben.
5. W.B.J. van Eyk (1826-1899), van huis uit predikant en hoogleraar Hebreeuws. Van 1877-1886
inspecteur bij het lager onderwijs; daarna tot aan zijn dood inspecteur van het middelbaar onder
wijs (NNBW).
6. In de brief van zaterdag 2 april 1892 verwijst Van den Bosch naar een advertentie in Hel nieuws
van de dag van diezelfde datum waarin leraren voor de Utrechtse H.B.S. worden gevraagd. Dat
zou er op kunnen wijzen dat het ook toen al de gewoonte was zulke advertenties bij voorkeur in
de zaterdagkrant te plaatsen.
7. Nicolaas Beets (1814-1903), predikant en letterkundige; tussen '1874 en 1884 hoogleraar
Kerkgeschiedenis te Utrecht. Nu nog bekend vanwege zijn verzameling schetsen onder de titel
Camera Obscura onder de schrijversnaam Hildebrand (Ter Laan). Van den Bosch correspondeer
de regelmatig met Beets en schakelde hem later bij sollicitaties vaker in als referent. Hij was zeer
gesteld op 'vader Beets'. Omgekeerd was er zeker ook sprake van waardering.
8. J. ten Brink (1834-1901). Sinds 1862 leraar Nederlands te 's-Gravenhage. In 1884 benoemd als
hoogleraar Nederlandse Letterkunde in Leiden (Ter Laan). Ook met hem correspondeerde Van
den Bosch sinds 1888.
9. J. Verdam (1845-1922), hoogleraar te Leiden (Ter Laan), een van Van den Bosch' examinatoren op
het M.O.-examen Nederlands.
10. Mr. Abraham Jacobus Freclerik Fokker (1857-1929), advocaat en procureur, raadslid vanaf 1887. In
een brief van 13 maart had Van den Bosch al over hem opgemerkt: 'Mr Fokker, lid Commissie v.
toezicht M.O., lid van cle gemeenteraad, jong jurist van drie-vierendertig jaar, ontwikkeld man,
aardig causeur, joviaal en open karakter: een man dunkt me naar mijn smaak, - is tegelijk een
vurig liberaal en dat is een Fehler.'
11. Jan Snellen, gemeentesecretaris van Zierikzee van 1890 tot 1914. In zijn brief van 13 maart had
Van den Bosch die ook al genoemd: 'De secretaris der stad Jan Snellen een man die mij uitste
kend bevalt: ook nog jong en zonder zotte pretensies.'
12. Conrad Busken Huet (1826-1886) (Ter Laan): een door Van den Bosch zeer bewonderde letter
kundige. Volgens De Vos (1943, 22) wilde Van den Bosch na zijn Kampense avonturen een twee
de Huet worden: zijn eerste essay publiceerde hij in De Gids waarop Huet als redacteur een flink
stempel had gezet. Huet schreef onder veel meer het nu nog geprezen Het land van Rembrand,
(1882-1884), een vaderlandse geschiedenis van de 17e eeuw.
13. G.E. Lessing (1729-1781), Duits dichter, criticus en denker. Volgens De Vos (1943, 23) was Van
clen Bosch in Zwolle lid. van een Club Lessing. De Vos drukt een fragment af van een lezing die
Van den Bosch voor die club gehouden heeft.
14. A. Kuyper (1837-1920) predikant; oprichter van de ARP en de VU. Leider van de Doleantie (Ter
Laan).
15. W.H. Gispen (1833-1909), predikant (op artikel 8; 1856). Hij stond onder andere van 1859-1862 in
Vlissingen en van '1873-1881 in Zwolle. Publiceerde veel onder andere in De Bazuin NNBW).
16. Noord en Zuid; Tijdschrift ten dienste van onderwijzers bij de Studie der Nederlandsche Taal- en
Letterkunde onder redactie van T.H. de Beer en C.H. den Hertog (1887-1907). Van den Bosch had
daarin al verschillende artikelen gepubliceerd. Taal en Letteren was in wezen een (progressieve)
tegenhanger van Noord en Zuid.
17. Hugo de Groot (1584-1645).
18. Rombout Iio(o)gerbeets (1561-1625) zat samen met Hugo de Groot gevangen op Slot Loevestein
(I6l8-l625). Samen met De Groot en Johan van Oldenbarneveld (1547-1619) werd hij in 1618
door toedoen van Prins Maurits gearresteerd (NNBW). Van Oldenbarneveld werd onthoofd; dat
leverde de vaderlandse letterkunde een paar beroemde, hekeldichten van de, door Van den
Bosch zeer bewonderde, dichter Joost van den Vondel op. Het lijkt aannemelijk dat Van den
Bosch portretten van deze 17de-eeuwse helden op zijn studeerkamer hing. Tenslotte werd de
Gouden Eeuw in cle 19de eeuw 'uitgevonden'. Wat cle vaderlandse letterkunde betreft leverde Van
den Bosch zijn aandeel aan die uitvinding.
19. Francois Aersen van Sommelsclijk (1572-1641) past prima in zo'n gallerijtje van 17de-eeuwse hel
den. Hij was als diplomaat betrokken bij de zaak van Van Oldebarnevelcl (NNBW).
20. Arthur Schopenhauer (1788-1860), een beroemd Duits filosoof.
105