verschijnsel te geven. Essentieel in die ver klaring is de aanname van het bestaan, binnenatomen, van kleine geladen deeltjes. Toen enige tijd later die deeltjes ook buiten atomen werden waargenomen kregen ze de naam 'elektron'. In zekere zin kunnen Zeeman en Lorentz dus als mede-ontdek kers van het elektron worden beschouwd. Het werk van Zeeman en Lorentz leverde de twee natuurkundigen in 1902 een Nobel prijs op. Amsterdam Hoewel het Zeeman-effect dus in Leiden werd ontdekt, vond de verdere uitwerking van de vondst plaats in Amsterdam, waar Zeeman in 1897 tot lector werd benoemd. Al spoedig bleek echter dat voor verdere precisiemetingen het Amsterdamse laborato rium helaas niet geschikt was. De uiterste stabiliteit van de opstellingen, onmisbaar om de experimenten te doen die voor de verdere uitwerking van Zeemans vondst nodig waren, kon in Amsterdam door de onvoldoende trillingsvrije fundering van het laboratorium niet worden bereikt en ondanks Zeemans inspanningen zou het meer dan twee decennia duren voor dat in deze situatie verandering kwam. Toch was er genoeg ander werk dat met het Zeeman-effect verband hield, en dat minder grote nauwkeurigheid vereiste. Een gestage stroom publikaties verscheen en Zeemans internationale bekendheid groeide. In een door hem bijgehouden dagboekje tekende Zeeman op waar hij voordrachten hield, welke buitenlandse congressen hij bezocht, en welke colle ga's hij daar ontmoette. De lijst groeide snel en bevat de meeste grote namen in de natuurkunde. De jaren rond de eeuwwisseling werden gekenmerkt door een veelzijdige activiteit in het laboratorium en veel contact met collega's, zowel in Nederland als daarbuiten. De eerste van een lange reeks eerbewijzen en prijzen dateren ook uit deze jaren: het lidmaatschap van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (1898), de Baumgartnerprijs van de Weense Kaiserlicbe Akademie der Wissenschaften (1899), de Prix Wilde van de Parijse Académie des Sciences (1899), en als hoogtepunt de al genoemde Nobelprijs. Hoewel het pas de tweede maal was dat de Nobelprijzen werden toegekend, was het prestige van de prijs in 1902 al zeer groot. Het internationale karakter van de prijs en de nauwgezette selectieprocedure waarbij een kleine groep befaamde geleerden werd uitgenodigd aanbevelingen voor de prijs te doen, zal daartoe zeker hebben bijgedragen. Maar misschien nog wel belangrijker was de zeer tot de verbeelding sprekende geldsom die aan de prijs was verbonden: dankzij een aantekening van Zeeman weten we dat hij in december 1902 een bedrag van 47.282,28 ontving. De werkelijke waarde van dit bedrag kan bijvoorbeeld worden afgeleid uit het feit dat Zeeman's jaarsalaris in die tijd 2.500,00 bedroeg. Zeeman besteedde een deel van het geld voor het aanschaffen van apparatuur voor het laboratorium; een ander deel werd gebruikt voor het bouwen van een buitenhuis in Huis ter Heide. In dat huis brachten Zeeman en zijn gezin voortaan de zomermaanden door. Nobel-prijs 1902. 112

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2000 | | pagina 114