genoemd, maar de ideale kandidaat was moeilijk te vinden. Pas in januari 1940 kwam de gemeenteraad tot een beslissing: de Leidse experimentator C.J. Gorter werd buitengewoon hoogleraar experimentele natuurkunde en natuurkundige propedeuse en tegelijkertijd werd Zeemans leerling T.L. de Bruin tot lector benoemd, met als leeropdracht 'experimentele natuurkunde, in het bijzonder de oorsprong en de systematiek der spectra.' Gorter, wiens aandacht nauwelijks naar de spectroscopie uitging, werd bovendien directeur van het laboratorium. Zeeman maakte er geen geheim van dat hij zeer tegen deze uitkomst was gekant: tot op het laatste ogenblik probeerde hij door adressen aan de gemeenteraad de beslissing op een voor hem gunstige wijze te beïnvloeden. Voor Zeeman moet deze zaak buitengewoon teleurstellend zijn geweest en over het omdopen van het Laboratorium Physica in 'Zeemanlaboratorium' ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag op 25 mei 1940 zal hij op zijn minst gemeng de gevoelens hebben gehad. In plaats van een opvolger die in zijn laboratorium zijn levenswerk, het onderzoek aan spectraallijnen zou voortzetten, werd hij als hoogleraar-directeur opgevolgd door iemand met een geheel andere belangstel ling, terwijl de spectroscopie onder leiding van een lector kwam te staan. Het onderzoek in het laboratorium kreeg daarmee, althans voor een deel, een andere nadruk. Betekenis Zeemans carrière kan zonder voorbehoud suc cesvol worden genoemd. Zijn lijst van eerbe wijzen is indrukwekkend lang en bevat onder andere tien eredoctoraten; bovendien kwam onder zijn leiding het indrukwekkende aantal van 32 proefschriften tot stand. Ook buiten de faculteit en de universiteit deed Zeeman belangrijk werk: hij was jarenlang secretaris van de afdeling natuurkunde van de Koninklijke Akadentie van Wetenschappen, lid en later voorzitter van het Comité International des Poids et Mesures, en secretaris van de Wetenschappelijke Commissie van Advies en Onderzoek in het Belang van Volkswelvaart en Weerbaarheid (een voorloper van het latere TNO). Hoewel Zeeman als fysicus een ambitieus man was die hoge eisen aan zichzelf en aan ande ren stelde, was hij een tamelijk teruggetrokken persoonlijkheid die altijd een zekere afstand in acht nam in zijn persoonlijke contacten. Tegenover zijn medewerkers was Zeeman vriendelijk maar enigszins afstandelijk, en met de studenten had hij weinig con tact, vooral in de jaren na 1923 toen hij zich in zijn nieuwe laboratorium had teruggetrokken, dat slechts voor gevorderde studenten toegankelijk was. In een 'In memoriam' prees Zeemans jarenlange collega J.D. van der Waals Jr. zijn wel willendheid en zijn vredelievendheid en hij voegde er aan toe: Borstbeeld P. Zeeman te Zonnemaire. 115

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2000 | | pagina 117