De gebeurtenissen rond bet beleg van Zierikzee Jan van Renesse is na zijn verbanning overgelopen naar de graaf van Vlaanderen en hij heeft zich onder graaf Gwijde een belangrijke positie verworven. Hij strijdt samen met enige andere overgelopen Zeeuwse edelen in het leger van de graaf. In 1300 doet hij een poging zijn macht in de Zeeuwse gebieden te heroveren, maar ze worden door Jan van Avesnes verdreven. De rol van Witte van Haemstede in dit conflict staat nergens expliciet vermeld. We mogen er van uit gaan dat hij zijn onvoorwaardelijke steun heeft verleend aan de graaf van Henegouwen. Niet alleen vormt heer Jan van Renesse een directe bedreiging voor zijn leen en bezit te Haamstede, ook voelt Witte zich sterk verbonden met zijn neef Jan van Avesnes. Enige jaren lang is Witte een legeraanvoerder onder graaf Jan II. Eén van zijn eerste veroveringen zou het eiland Schouwen betreffen, maar ik meen op grond van het hierbovcnstanr.de over de belening deze bewe ring te moeten nuanceren. Witte heeft Schouwen onder zijn invloed gebracht na zijn belening, door er een keur in te stellen en op te treden als de ambachtsheer van westelijk Schouwen. Misschien heeft hij een aantal opstanden moeten neer slaan, maar daarover wordt in de bronnen niet gesproken. Met het woord 'vero vering' wordt de gang van zaken te stellig voorgesteld. Een ander verhaal dat meer op waarheid zal berusten, is dat Witte op het eiland een grote populariteit genoot onder de 'poorters en boeren', net zoals zijn vader graaf Floris V; de laat ste heeft de bijnaam 'der keerlen Gods', eveneens een verwijzing naar zijn status onder de boeren. Enige jaren na hun vergeefse inval hebben de troepen van Gwijde van Vlaanderen meer succes. Na de overwinning in de Guldensporenslag tegen een Frans ridderleger (1302) verzamelen ze nieuwe moed en doen opnieuw een inval op de Zeeuwse eilanden. Op Beveland wordt het leger van graaf Jan II verslagen en de broer van de graaf, Gwijde van Avesnes, de bisschop van Utrecht, wordt gevangen genomen. Jonkheer Willem van Oostervant weet zich ternauwernood in Zierikzee terug te trekken. De stad wordt direct door de Vlaamse troepen omsingeld. Kleine onderdelen van het Vlaamse leger stoten door naar de steden in het graafschap Holland en binnen enige weken veroveren ze het hele gebied tot aan Haarlem toe. Alleen Dordrecht en Haarlem weten de vijand te weren. Jan van Renesse vervolgt zijn 'persoonlijke' strafexpeditie naar Utrecht en overmees tert ook deze stad. De slag aan het Manpad Tijdens één van de uitbraken vanuit Zierikzee tegen de Vlamingen slagen de troepen van jonkheer Willem er niet in de vijand tot een slag te bewegen. Willem vervangt zijn vader graaf Jan II, die te ziek is om te kunnen vechten. Om niet voor niets deze reis te hebben ondernomen, wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om het moreel onder de troepen te versterken: 'Des wouden si niet ane- gaen, binnen desen beeft men bestaen, ridder te makett op de stede, jonchere Willem ende oec mede, her Niclaes, here van Pitte, ente bastaerde here Witte: sgra- ven neve was de gone, ende was sgraven Florens zone's Deze ridderslag betreft in totaal 48 mannen. Het persoonlijke optreden van 'heer' Witte van Haemstede tijdens de belegering van Zierikzee wordt door Melis Stoke uitgebreid beschreven. Het tot stilstand komen van de Vlaamse opmars bij Haarlem en hun uitwijken naar Utrecht, biedt jonkheer Willem in Zierikzee de gelegenheid om 'zijn laatste troef' uit te spelen: 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2000 | | pagina 11