op het conto van Witte schrijven. Daarvoor is de Rijmkroniek, als bron betrouw baar genoeg. De heer van Haemstede, bastaardzoon van graaf Floris V, zorgt met zijn fysieke aanwezigheid voor nieuwe moed en hij heeft met zijn optreden veel indruk gemaakt. Hij is verantwoordelijk voor de 'opstanding van Holland', zoals Sabbe dat op fraaie wijze genoemd heeft. De slag aan het Manpad is vrijwel definitief uit onze geschiedenisboeken geschrapt. Bijna een halve eeuw geleden is met overtuigende argumenten aange toond dat deze slag een verzinsel is van een vijftiende-eeuwse kroniekschrijver. Toch blijft de vermeende slag tot de verbeelding spreken. Zo schreef zeer recent de bekende publicist Lennart Nijgh nog een verhaal over de 'mannen die op pad zijn' in de bundel Haarlem bestaat nietwaarin hij eens te meer de slag ter dis cussie stelt. Een slag die voor verschillende toneelschrijvers de inspiratie gevormd heeft voor geromantiseerde dichtwerken over een krachtdadige histori sche figuur waar heel Zeeland trots op mag zijn: Witte van Haemstede. Noten 1. Zie over het auteurschap van de Rijmkroniek van Holland de voortreffelijke studie van J.W.J. Burgers, De Rijmkroniek van Holland en zijn auteurs. Histonografie in Holland door de Anonymus (1280-1282) en de grafelijke klerk. Melis Stoke begin veertiende eeuw) (Hilversum 1999). 2. De in dit artikel genoemde Jan van Renesse moet niet verward worden met zijn vader Jan van Renesse, die onder graaf Floris V met grote regelmaat een rol op het politieke vlak speelt. Het handelt hier over de zoon Jan, die op het eiland Schouwen een versterkte burcht bezat en na het overlijden van zijn vader in eerste instantie een partijgenoot van Floris V was. Ook onder graaf Jan I weet hij de macht in handen te nemen, maar door de intriges van Wolfert van Borselen wordt hij in een kwaad daglicht gesteld. Hij speelt vervolgens een belangrijke rol in het leger van graaf Gwijde van Dampierre. Zo is hij de grote held in de door de Vlamingen gewonnen 'Guldensporenslag' tegen de Franse ridders in 1302. Op de vlucht geslagen vanuit het door hem bezette Utrecht na de uiteindelijk door de Vlamingen verloren strijd om Zierikzee verdrinkt hij in de rivier de Lek in 1304. Er gaan ook stemmen op dat hij tijdens deze overtocht is vermoord. 3. W.G. Brill, Rijmkroniek van Melis Stoke (Utrecht 1983; lslc druk 1885), boek VI, 605-608. 4. De auteur heeft een artikel over de belening van Witte van Haemstede op 13 oktober 1299 in voorbereiding. 5. Brill, Rijmkroniek van Melis Stokeboek VIII, 659-666. 6. J.M.C. Verbij-Schillings, Beeldvorming in Holland. Heraut Beyeren en de histonografie omstreeks 1400 (Amsterdam 1998), aldaar 40 en 279- Zie tevens: F.W.N. Hugenholtz, 'Historie en historio grafie van de slag aan het Manpad (1304)' in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden, 1953-1955 (Leiclen 1955) 31-47. 7. J.H. Jonckers, 'De meistreel van heer Witte van Flaemstecle. Eene episode uit den krijg met Vlaanderen' in: Alkmaar ontzet en twee andere historische novellen (Arnhem 1861) 82. 8. Brill, Rijmkroniek van Melis Stoke, boek VIII, 664-666 en 1097-1098. 9- Rijksarchief in Noord-Holland, Archief seminarie Warmond toegang 437) nr. 393enveloppe 'stukken betreffende-de geschiedenis der Graven van Holland', 18clc"-eeuws afschrift van oorkonde d.d. 1299, oct. 13, naar MS Bockenborgii ex libro flavo in tablino ration, lit. P.. notato fol. 156. Gedeeltelijk gepubliceerd bij Boxhorn in de Chroniek van Zeeland, II. deel, 104. 10. Chr.J. Polvliet, 'Bijdragen tot de geschiedenis van het geslacht Van Haamstede' in: De Wapen heraut, jaargang 12 ('s-Gravenhage 1908) 367-368. 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2000 | | pagina 21