Handtekening van Susanna Maria Lonque onder een van haar brieven aan haar neef, mr. Jacob van Citters. Het Utrechts Archief Familiearchief Des Tombeinv.nr. 832. onder meer gedenkpenningen, zoals die gewijd aan de Grote Vergadering van 1651. Wanneer de nood hoog was, bleek Susanna Maria bereid haar aandeel te leveren. Nadat de Franse legers in 1747 de Republiek binnenvielen, droeg zij bij in de kosten van de oorlog. Ze liet voor dat doel een koffer met zilver en een gedenk penning naar Middelburg sturen. Met datzelfde doel liet zij in navolging van haar zwager Ockersse de zilveren handvaten van haar messen vervangen door houten. Op het eind van haar leven bleek haar boedel een bedrag te omvatten van fl. 433-344,05, waarvan bijna drie ton in de vorm van beleggingen. Het woonhuis in Zierikzee Het echtpaar Cau-Lonque woonde in een riant huis aan het Kerkhof, met uitzicht op de monumentale Grote kerk waar hun voorouders begraven lagen. Aan de westzijde van het huis stond het weeshuis en aan de oostelijke kant de Waalse kerk. Het pand was bewoond geweest door Johans ouders. Het huis kende een grote en kleine voorsalet, een grote eetzaal, twee slaapkamers, twee grote kamers en een kleine kamer, een kamer grenzend aan de Franse kerk, een keu ken, kamers voor het inwonende dienstpersoneel en uiteraard een zolder. Het huis was royaal ingericht, met onder meer fraai meubilair, spiegels en veel porse lein. In de grote eetzaal, op het bovenportaal en op de slaapkamer op de eerste verdieping hingen ten tijde van haar overlijden in totaal vijftien portretten. In de grote kamer hingen drie schilderijen. Bij het woonhuis hoorde een koetshuis, gelegen aan de Wevershoek, dat via de tuin bereikbaar was. Bovendien bezat Susanna Maria Lonque een huisje aan diezelfde Wevershoek. Susanna Maria Lonque heeft haar woonhuis, vermoedelijk in of omstreeks de jaren '30, laten verbouwen. Dankzij die verbouwing kreeg het pand een fraaie achtergevel zodat zij vanuit haar tuin uitzicht had op de nieuwbouw. De voorge vel behield haar laat 17de eeuwse karakter. Toen stadhouder Willem IV van 2-4 juni 1747 orde op zaken kwam stellen nadat een oproer had plaatsgevonden, vond het stadsbestuur Susanna Maria Lonque bereid haar huis beschikbaar te stellen aan de prins. Voor die gelegenheid werd een doorbraak gemaakt naar het naastgelegen weeshuis waar voor de prins werd gekookt. In 1863 werd het pand bestemd tot Burgerweeshuis. Het oude, ernaast gelegen pand werd afgebroken en vervangen door woonhuizen. Nog altijd geeft het huis een goede indruk hoe Susanna Maria Lonque met haar man hier gewoond en geleefd hebben. Met name de westelijke kamer aan de voorzijde is vooral dankzij het goudleerbehang, het beschilderde plafond, de fraai uitgevoerde schoorsteen 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2000 | | pagina 45