Mr. Caspar van Citters 1674-1734
Gravure door J. Hou braken naar een schilderij
van Ph. van Dijk.. Collectie Gemeentearchief
Schouwen-Duiveland, Zierikzee.
Mr. Jacob van Citters 1708-1792).
Tekening door Bolomey, 1784. Zeeuws Archief
Zeeuws Genootschap. Zelanclia Illustrata. IV, 304.
Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen ondersteunde de uitgave door af
te zien van het reproductierecht
Vader en zoon Van Citters fungeerden als de vertrouwelingen van Susanna Maria.
Daarnaast aarzelde Susanna Maria niet haar oom en neef in te schakelen waar zij
meende dat zij invloed konden uitoefenen. Maar ook voor allerlei andere zaken
deed Susanna Maria een beroep op hen. Zoals voor bankzaken. Caspar van
Citters was ook commissaris van de Middelburgse Wisselbank. Het feit dat vooral
Jacob van Citters geen moeite te veel was, waardeerde Susanna Maria bijzonder.
In 1746 schreef ze dat de vriendschap haar hoe langer hoe dierbaarder geworden
was.
Vooral in de jaren veertig nemen de klachten van Susanna Maria toe. Ze voelde
zich liefdeloos behandelt, zoals ze in 1745 schreef. De intensieve briefwisseling
bood Susanna Maria niet alleen de gelegenheid haar hart te luchten over haar
zwager Ockersse, maar ook over anderen. Nadat ze bemiddeld had in de aan
koop door Van Citters in een perceel land te Oósterland en de pachter, Zacharias
Tuijnman, het perceel niet goed onderhield, gaf ze haar tuinman Marinus Hem
opdracht het land in orde te brengen. Over de pachter was ze in 1750 niet mals:
Dog een boer is altoos een kinkel en dat toont Tuijnman al meer als in dit geval te
wesen.
Het moederhart van Susanna Maria kwam naar voren toen op een zondag de
15-jarige dochter van wijlen Hendrik Bosscher bij haar op de stoep stond. Het
kind werd slecht behandeld en was ten einde raad. Ze smeekte de ambachts-
vrouwe haar te willen helpen om naar Middelburg te gaan omdat daar haar
voogden woonden. Susanna Maria deed een beroep op haar neef om haar in
deze zaak te helpen.
53