Het moet haar veel deugd hebben gedaan dat ze de bouw van de nieuwe koren molen kon meemaken. Ze volgde het werk op de voet. Voor het leggen van de eerste steen gaf ze fooien. Echter juist op de dag dat de molen volgens het bestek voltooid diende te zijn, overleed de ambachtsvrouwe Een nieuwe toren De toren en kerk van Oosterland, 1745. Gravure door Hendrik Spilman naar een tekening van Cornells Pronk. Collectie Gemeentearchief Scbouwen-Duiveland, Zierikzee. De toren van Oosterland was Susanna Maria een doorn in het oog. Deze afge knotte, los van de kerk staande toren, viel inderdaad in het niet bij de meeste andere kerktorens op het eiland. Zij vond dat Oosterland beter verdiende. Een oplossing was de bouw van een nieuwe toren bovenop de kerk. In 1745 liet zij een wijziging van haar testament vastleggen, die inhield dat haar executeurs een verzoek moesten indienen bij de Staten van Zeeland om dit plan te verwezenlij ken. De Staten zouden onder meer bereid moeten zijn het onderhoud van de nieuwe toren op zich te nemen. Ze bestemde voor de bouw een bedrag van 3000 gulden. Mocht het plan onverhoopt niet doorgaan, dan zou het geld bestemd worden voor het gasthuis. Dat zij niet meteen aan het werk toog om dit plan te verwezenlijken, lag in de omstandigheid dat Gecommitteerde Raden, het dagelijks bestuur van de Zeeuwse Staten, in 1744-1746 uitgebreide herstelwerk zaamheden aan zowel de kerk als de toren hadden laten verrichtten door tim merman Jan van Es uit Zierikzee. Indiening van een verzoek zo spoedig nadat dit werk was gereed gekomen, zou zeker hebben geleid tot een afwijzende reactie. Hoewel ze vanaf 1750 pogingen deed om het plan uitgevoerd te krijgen, duurde 59

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2000 | | pagina 61