Timmerman Adriaan van den Ende en metselaar Isack Farnabuck uit Zierikzee
bouwden het gasthuis. Het ijzerwerk werd geleverd door de Oosterlandse smid
Josua Tack. Pieter van Es zorgde voor het loodgieterswerk en Jan Rhodius, bei
den uit Zierikzee, voor het schilderen. De Zierikzeese steenhouwer Mattijs van
Noijen zorgde voor het fronton en voor de kolommen waarin het hek werd aan
gebracht. Hendrik van Diest uit Middelburg leverde het wapen, dat in het fronton
werd aangebracht. Tenslotte werd het glas geleverd door Adriaan Solle uit
Zierikzee. Voor het gasthuis werd een doornhaag geplant, die Mattheus de Wilde
leverde.
De tekst voor het fronton werd opgesteld door ds. Van Cleeff. Evenals bij het
grafmonument deed hij daarvoor drie voorstellen. Mr. Jacob van Citters koos
daaruit de meest eenvoudige variant, waarvan de tekst werd aangepast ten aan
zien van enkele details. Het door Susanna Maria Lonque gereserveerde bedrag
bleek niet toereikend te zijn. De bouw kostte uiteindelijk ruim 7600 gulden.
Verbetering van huizen
Het fronton in de gevel van het Gasthuis met de tekst van ds.J. van Cleeff. Links en rechts de wapens
van mr.Johan Can en Susanna Maria Lonque. Folo: J.D.C. Berrevoets. Collectie Gemeentearchief
Schouwen-Duiveland, Zierikzee.
Voor het verbeteren van tien huizen van arme mensen in Oosterland legateerde
Susanna Maria een bedrag van 1000 gulden. Mr. Anthonie Ockersse liet als exe
cuteur drie huisjes herstellen.1 Na zijn overlijden werd het overschot van het
kapitaal beheerd door ds. Van Cleeff. Hij was een kundig, maar ook zuinig
beheerder. Op zijn initiatief werden in 1757-1759 twee huisjes gerepareerd. Dat
van Simon 't Hart en van Reinier Otten, beide aan de Sint Joostdijk. Maar 't Hart
liet hij een schuldbekentenis tekenen zodat hij het zou kunnen terugbetalen. Iets
dat de man wegens zijn armoede niet kon. Voor de opbouw van een huisje in de
Kerkstraat werd in opdracht van de ambachtsheer mr. Johan Steengracht in 1761
honderd gulden beschikbaar gesteld. In de jaren '70 liet ds. Van Cleeff opnieuw
twee huisjes opknappen. Dat van Willem Vijverberg in het Groenendal en van
Gerard Goeree in de Kerkstraat. Goeree moest het bedrag terugbetalen. Toen ds.
Van Cleeff in 1775 zijn laatste rekening opmaakte, was er nog 420 gulden over.
61