Ook de Zierikzeese middenstand voer wel bij zijn handelshuis. Als Cannenburg op 12 mei 1830 het tijdelijke voor het eeuwige wisselt, laat hij alles aan zijn natuurlijke zoon na. Die werd daardoor de eigenaar van het zeer grote vermogen van 1.100.000 gulden of, zoals P.D. de Vos het plastisch uitdrukte: "dat hij het nageslacht elf tonnen gouds naliet". Die erfgenaam, Willem Voorbeitel Cannenburg, verhuisde in 1834 naar Amsterdam. De afvloeiing van dit rijke handelshuis naar de hoofdstad moet door Zierikzee en zijn bevolking als een onherstelbaar verlies zijn ervaren. Dit alles had plaats in een tijd dat Zierikzee aan de vooravond stond van haar machtige maritieme finale. In de periode 1840 tot 1875 zou Zierikzee de thuishaven zijn van trotse zeilsche pen die alle oceanen en windstreken tot hun vaargebied rekenden. Speculatief wordt het om te bedenken wat voor rol dit rijke handelshuis dan in Zierikzee had kunnen spelen. Toch nam de geschiedenis een andere wending. De weduw naar Willem Voorbeitel Cannenburg vond in Amsterdam een tweede vrouw, waarmee hij de rest van zijn leven deelde. Gelukkig laat de geschiedenis zich niet ombuigen! Bronnen en literatuur Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee: Archieven stad Zierikzee; raadsnotulen 1795-1810; correspondentie gemeente Zierikzee; Frans archief, 1810-1813; bevolkingsregister Zierikzee; geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters Zierikzee vanaf 1811; archief Slavenkas te Zierikzee. Genealogische aantekeningen Cannenburg, door P.D. de Vos. O. Groeneijk, Kroniek, van Zierikzee, Zierikzee, 1821. J.W. Hagen, Twee Petersburgse reizen van Johannes van der Harten uit Zierikzee (1815, 1830), in: Kroniek van het Land van de Zeemeermin (Schouwen-Duiveland), 18, Zierikzee 1993- J. de Kanter Phil.z., Cronijk van Zierikzee, Zierikzee, 1795, 2e druk. S. Schama, Patriotten en Bevrijders, revolutie in de Noordelijke Nederlanden 1780-1813, Amsterdam, 1989. T. Spaans-van der Bijl, Lodewijk Napoleon 1778-1846, Zaltbommel, 1967. Voorts is de geschiedenis van het handelshuis Cannenburg onderdeel van een studie van de auteur naar de geschiedenis van de Zierikzeese koopvaardij vanaf 1795 tot en met 1875. 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2000 | | pagina 84