veel wegen verhard en diverse haventjes, zoals Flaauwers, Burghsluis, Viane en
Beldert aangelegd. Ook werden er op Schouwen, als eerste eiland in Zeeland,
stoomgemalen gebouwd die voor een verbeterde afwatering moesten zorgen.
Later verzorgde de tram, die in 1900 van Zijpe via Zierikzee tot Brouwershaven
liep, vervoer van zowel personen, goederen als vee. In 1915 werd de tramlijn
doorgetrokken tot de Westhoek. Door dit alles groeide de productie van de bie
tenteelt exponentieel. Het aandeel bieten in Zeeland groeide tussen 1870 en 1910
van 3 tot 18 Maar vooral de invoering van kunstmest stimuleerde de teelt
van de suikerbiet.
Schouwen-Duiveland bezat ook uitstekende weilanden en de veeteelt stond op
een hoog peil. Ook hier traden er in de 19de eeuw veranderingen ten goede op.
Er kwam steeds meer aandacht voor rasverbeteringen. Door de invoering van
kunstmest hadden veel boeren de koeien niet meer nodig voor de mest en
gingen ze zich steeds meer specialiseren. Er kwam nu een commerciëlere
bedrijfsvoering en het aantal gemengde bedrijfjes liep terug. De zuivelbereiding
werd verbeterd door de benoeming van een zuivelconsulent, die voorlichting gaf
en door de oprichting van coöperatieve zuivelfabrieken.
De landbouw in de Westhoek week af van die op de zeeklei. De Westhoek is van
oudsher een gebied dat hoger ligt en dus droger is. Het grenst aan zee en de dui
nen gaan over in landbouwgebied. De grond is kalkrijk en er ontstond een geva
rieerd landschap met boerenbedrijven, die bestonden uit 'meetjes' omringd door
elzen, die om de acht jaar gekapt en als 'musters' verkocht werden aan bakkers,
die er hun ovens mee stookten.
De drie dorpen die tussen de duinen en de kleigrond liggen zijn Haamstede, dat
van oudsher een centrumfunctie had, Burgh en Renesse. Omdat de hogere duin-
gronden nooit te lijden hadden gehad van watersnoden, konden hier eeuwen
lang oude duinboerderijen blijven bestaan, waarvan de bewoners een harde strijd
moesten voeren om te overleven. Ze leefden op de armere zandgronden en hadden
te maken met zandverstuivingen. Maar de grootste plaag waren de tienduizenden
konijnen, waarvan er jaarlijks velen werden afgeschoten.
I
Hyacinten- en tulpenvelden bij Haamstede, met de Hervormde kerk op de achtergrond, foto 1903
(Collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee.)
87