Handboogmaatschappij Sint Sebastiaan. te Westdorpe doch de prijs van 200 francs Sint Sebastiaan. Deze biefstukken bleken echter prijsgevoelig te zijn, want in 1891 moest 45 cent betaald worden en in 1892 34 cent. Dat de leden zich streng aan het "regelment" moesten houden, blijkt dat valgens-.art. 13 aan- de Heeren C. Dellaert en Eduard Kerckhaert een boete werd opgelegd (in 1896) van 25 centen voor het niet aanwezig zijn in de offerande bij de begraving van een overleden GildebroederDe boete werd door beide heeren bereidwillig betaald. Teneinde aan de Zoning schieting meer luister bij te zetten werd in 1894 te Gent een trommel gekocht voor 30 francs, trommelstekken inbegrepen. Interessant is het te lezen hoe op 1 juli 1888 aan Fr. Dellaert voor de maaltijd van Biefstukken over 35 man aan 14| cent, "5O7| cent is betaald. ■"Na gedoende oproeping en aanmoediging binnai voornoemde gemeente werd de eerste vergadering tot het stichten dezer sociëteit St. Sebastiaan belegd ten huize van Joannes Dhaene. Een groot getal ingezetene dezer gemeente waren er aanwezig. De kamer binnen getreden zijnde werd tot voorzitter dezer vergadering aangewezen den Geachten Heer van Waes, Burgemeester die 't doel te kennen gaf der vergadering en drukte zijne meening onder de aanwezige: hoe nuttig het was, voor het welzijn der gemeente, een sociëteit Sebastiaanisten tot stand te brengen, dat het konde beschouwd worden als een waare oprecht volksspel, waar de minste onaangenaamheden in voorkomen". Het oude reglement van 25 maart 1888 is nog steeds ongewijzigd, al wordt artikel 13, handelend over het bijwonen van de begrafenisplechtigheid bij het overlijden van een gildebroeder op straffe van 25 cent boete, niet meer Gaarne kom ik een volgende keer terug op het lange leven van de 80 jarige staat te bezien, "Hij leesde de rekening van alle maar wel met een tekort moest De eerste koning die dit ereteken kreeg omgehangen was de Heer Polidoor van Kaalst, die door het stellen van zijn heldendaad (het afschieten van de koningsvogel) de eerste eer heeft genoten. Men vierde, zoals nu nog, het feest van de Koning, op uitbundige wijze. "De hoofdman sluit de vergadering, na nog eenige pintjes en fleschjes ge ledigd te hebben zijn de leden in den broederlijksten toestand om 10 uren van elkander gescheiden". Naa" een zilvere Breuk (ereteken) werd gezocht, vond men toch te hoog. Er werd in 1894 besloten<naar een nieuw model, volgens den nieuwen steil, te zoeken. In 1895 kocht men in Gent het ereteken voor de som van fl. 64,40 geleverd door de Heer Isedoor Willemijns. Tot zover de eerste notulen van de oprichtingsvergadering op 25 maart 1888. Het 80 jaar oude gilde St. Sebastiaan kent geen voorzitter maar een hoofd» man. De secretaris wordt schrijver genoemd en de penningmeester, schatbe waarder. Of deze schatbewaarder altijd de schat moest bewaren daar in de notulen van 3 juli 1-888 staat: inkomsten en uitgaven, die niet met een bom gesloten worden". F.. M vn rï V e»

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 1969 | | pagina 3