8 F Men raakte vervolgens langs twee bruggen over de gracht en bemachtigde een groot gedeelte van de konterscharp, bij welke gelegenheid onderscheiden van de onzen gekwetst werden, onder welke ook een bevelhebber der timmerlieden, die eene wond aan de hand ontving, juist terwijl de Prins hem bij den arm hield en met hem sprak. Een van 's Prinsen Veldoversten maakte zich ver volgens meester van een ander werk, hetwelk de vijand op het glacis der konterscharp had opgeworpen en, na dat nog een dergelijk werk bemachtigd was, waren de onzen tot op den rand van de kapitale gracht der vesting genaderd. Om over deze gracht te geraken, deed de Prins terstond twee gaanderijen aanleggen doch, terwijl men daar aan arbeidde, ontstond er des nachts zulk een vreeselijken storm uit het noordwesten, bij nieuwe maan en springvloed, Gelukkig echter werden de ingezetenen dezer plaats in 1644 van het Spaansche juk voor altijd verlost. Frederik Hendrik, Prins, van Oranje, vergezeld van z-ijnen schoonzoon Willem Frederik van Nassau Dietz, ondernam den 28 Julij de belegering derzer vesting. Groot was de tegenstand die:« hij hier ont moette, doch al aanstonds, op den 29, veroverde de Prins de schans St. Steven, welke bij.verdrag overging, waarop de binnen de vesting bevel voerende Spaansche Gouverneur, Don Andrea de Parado, den volgenden dag enige huizen en hoven in Rapenburg deed afbranden, welke hem in zijne verde diging hinderlijk waren. Vervolg: Aardrijkskundig woordenboek der Nedeifenden bijeengebracht door A.J. van der Aa onder medewerking van enige vaderlandsche geleerden. - 10e deel. Eenige, tot muiterij overgeslagene, Engelsche soldaten maakten zich in het jaar 1572 meester van Sas van Gent, slechtten de vestingwerken geheel en al en verbrandden de aldaar gebouwde huizen. Het leed echter niet lang, of de gentenaars versterkten de plaats opnieuw en voorzagen haar van vele buiten werken. In het jaar 1576 werd deze 'sterkte, nevens-andereaan Willem I, Prins van Oranje, toegekend, voor zijne bewezene hulp in Vlaanderen, tegen de oproe rige Spaansche soldaten. Zij mogt zich echter niet lang verheugen in de vrijheid, welke haar onder dit bestuur ten deele viel, want reeds den 20 October 1583 kwam Sas van Gent, bij verrassing, gelijk tien dagen later Axel en Hulst (zie die artikelen) in handen van de Markgraven van Roubaix en Montigny, door Parma afgezonden en die haar voor den Koning van Spanje in bezit namen, vooral, om dat de Gentenaren de zijde der Staten gekozen, de Unie van Utrecht onderteekend en den eed van Willem I gedaan hadden. Sas van Gent moest dus deel nemen in het verdrag van verzoening op Aller- heiligendag van 1583, met gemelde Spaanschen Landvoogd gesloten. de Deze Krijgsoverste verdedigde plaats met eene zeldzame koel-bloedigheid.- Ook deden de Spanjaarden meer dan eens krachtdadige pogingen tot ontzet der benarde veste, zoodat de Prins, die in het dorp Assenede zijn hoofd kwartier had, zich in de noodzakelijkheid gebracht zag, om zijne legerplaats van rondom zeer te versterken, ook door er eéne dubbele gracht, van twaalf- voet (3,76 ell) breedte, om te laten graven. Op den dijk, loopende van Assenede naar Sas van Gent,, werd eene batterij van zes stukken opgeworpen. Langs dezen dijk naderde men eindelijk de gracht der konterschap, op den rand waarvan de belegerden een werk, hadden aangelegd, waaruit zij met twee honderd man op onze arbeiders vielen, die zij tot aan onze liniën terug dreven, van waar de vijand echter met verlies teruggeslagen werd. De Prins deed daarop eenen geduchten aanval op 's v^jands werken, zoodanig dat die kort daarop verlaten werd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 1969 | | pagina 4