Zeeuwse praktijk
uitgedrukt. De mens gebruikt de
schepping: zes dagen zult gij
arbeiden. Maar op de zevende
dag krijgt de schepping rust. In
het Sabbatsjaar zie je dat nog
duidelijker. Dan krijgt de natuur
gelegenheid om haar plaats te
hernemen. Zo inclusief zouden
wij ook met de natuur moeten
omgaan. Dat betekent dat de
natuur niet vogelvrij is. Wij
mogen er niet mee omspringen
zoals wij dat willen. Op deze
manier bekeken is de natuur
ook van een geheel andere -
hogere- orde dan een willekeurig
economisch belang."
PN: „Jij bent meer weten
schapper dan natuurbe
schermer?"
WB: „Dat mag je wel zeggen,
ja. Vooral de laatste jaren heb ik
toch wat afstand genomen van
de kleine alledaagse gebeurte
nissen binnen de natuurbescher
ming. De grotere nationale en
internationale milieuzaken inte
resseren me nu meer, maar er
zijn ook andere ontwikkelingen
die mijn aandacht trekken: de
verhouding - of zo je wilt duali
teit - cultuur - natuur, de ethiek
van het natuurbehoud, de
economie van het genoeg, en zo
verder. Ik lees daar veel over en
in die zin voel ik me nu meer
theoreticus dan prakticus."
PN: „We moeten nu even terug
naar de Zeeuwse praktijk. Noem
eens een paar dingen die jij hebt
gedaan voor de natuurbescher
ming in het Deltagebied?"
WB: „Ik zie me daar nog zitten
in een werkkeet op wielen van
het Vrije van Sluis. Hoe vaak
hebben we niet onderhandeld
over dijkverzwaring rond de
Verdronken Zwarte Polder? Het
plan was oorspronkelijk om het
schor en de strandvlakte hele
maal af te snijden van de zee.
Gelukkig is dat plan niet door
gegaan. En dan de Kwade Hoek
op Goeree waar ook al een dijk
was gepland door de strand
vlakte. Ook die aanleg is ver
ijdeld. Er zijn veel meer natuur
gebieden waar ik een stem heb
gehad in het beheer. Ik denk
aan het Veerse Meer, de droog
gevallen platen in de Greve-
lingen, het Groene Strand bij
Oostvoorne en het Verdronken
Land van Saeftinghe."
PN: „Om even op het Veerse
Meer terug te komen. Het
verlies van de schorren en
slikken in 1961 ging jou aan het
hart. Anderen die de vroegere
situatie niet hebben gekend,
zeggen: kijk nu eens wat voor
prachtige natuur daarvoor in de
plaats is gekomen."
WB: „Ten dele is dat waar.
Vegetaties die kenmerkend zijn
voor vochtige duinvalleien,
bijvoorbeeld, zijn erg waardevol.
Maar er zijn toch ook heel veel
algemene planten gaan groeien
die je overal kunt vinden. Zeld
zame orchideeën op de
Beeftink in het labo
ratorium van het
Delta-Instituut
tijdens een bezoek
van koningin
Juliana.
14