Schelpdierkweker Karei-Jan van IJsseldijk: 'Natuurlijk is heel de mosselsector razend over het verbod op zaadvisserij
op de Waddenzee. We kunnen desnoods één jaar zonder, of met weinig mosselzaad overleven. Ook door natuurlijke
omstandigheden komt dat wel eens voor. Als we positief denken verwacht ik toch wel dat het huidige procedurele pro
bleem straks verholpen zal zijn als er een beheerplan voor de Waddenzee is. Veel zorgelijker vind ik de meest recente
bezwaarprocedure die Vogelbescherming en de Waddenvereniging hebben aangespannen bij de Raad van State.
Hierbij stellen zij dat er geen mosselen meer vanuit de Waddenzee naar de Oosterschelde afgevoerd mogen worden.
Terwijl wij in de nazomer jonge mosselen vanuit de Waddenzee naar de Oosterschelde moeten transporteren. In voor
gaande jaren heeft de mosselsector al veel ingeleverd. Zo laten we een groot deel van de door ons in de Waddenzee
gekweekte mosselen liggen voor de vogels en ook de zaadvisserij is sterk ingeperkt. Als er nog meer jonge mosselen
in de Waddenzee moeten blijven liggen, dan is het echt afgelopen met de mosselcultuur.'
a Oester- en mosselkweker
Karei-Jan van IJsseldiik
bii getiidehaventie in
Yerseke.
Woekerende oesterbanken
Vormen de huidige procedurele
problemen de grootste zorg van de
mosselsector of is die uitbreiding
van het wilde oesterbestand net zo n
probleem?
Van IJsseldijk: 'De oestergroei vormt
inderdaad een groot probleem.
In de Oosterschelde kunnen we de
percelen nog vrij van wilde oesters
houden. Met extra maatregelen kan
die ontwikkeling in de Oosterschelde
misschien in de hand gehouden
worden. Veel grotere zorgen maak ik
me over de Waddenzee. Als daar niet
snel maatregelen genomen worden,
ontstaat er een enorm oesterbestand.
Door de voedselconcurrentie kunnen
we daar over tien jaar misschien
helemaal niet meer kweken. Eigenlijk
hebben de mossel- en natuursector
ook wat betreft de bestrijding van de
oesterplaag een gemeenschappelijk
belang.'
Gert-Jan Buth, rentmeester bij
Stichting Het Zeeuwse Landschap
AAosselzaadinvanginstallatie
De mosselsector werkt al enige jaren samen met de overheid en onderzoeksinstellingen aan methoden voor
een duurzamere mosselcultuur. In de Oosterschelde. de Voordelta en de Waddenzee wordt al gewerkt met
Mosselzaadinvanginstallaties (MZI's). De ontwikkeling van MZI's bevindt zich momenteel in de overgangsfase
van experiment naar praktische toepassing in de mosselcultuur.
Zo heeft het bedrijf Koninklijke Prins Dingemanse bij Den Helder in het Marsdiep 55 ha ingericht met MZI's.
Aan drijvende plastic buizen hangen nylon netten. Mossellarfjes hechten zich aan de netten en er ontstaan dichte
matten met klein mosselzaad. Een speciaal ontworpen oogstmachine op een omgebouwde mosselkotter schraapt
het mosselbroed van de netten, waardoor het beschikbaar komt voor verzaaiing op percelen. Momenteel kan met
een MZI een zaadoogst van 100 kilo per vierkante meter netwerk gehaald worden. Bieden de ervaringen met de
MZI's tot nu toe uitzicht op een mosselcultuur zonder de huidige vorm van zaadvisserij
Ronald de Vos van Prins Dingemanse in Yerseke: 'We hebben uitgerekend dat er voor de hele mosselsector
minimaal 700 tot 800 (MZI)hectare in het Nederlandse kustwater nodig is om de streefproductie van 100 miljoen
kilo mosselen te kunnen halen. Daarom blijft een combinatie nodig van bodemcultuur en MZI's. Voor het
opkweken van MZI-zaad zijn beschermde percelen nodig in de Waddenzee. Dat vraagt om een dynamisch
percelenbeheer in dat gebied."
ZeeuwsLandschap
7