DE TOEKOMST Afbeelding Artist impression van het Kustlaboratorium (Het Zeeuwse Landschap 2010) MEE-ONTWIKKELEN MET ZEELAND Marten Hemminga Op het kantoor van Het Zeeuwse Landschap hangt een topografische kaart van Goes en omgeving anno 1960. Wat iaat die een enorm verschil met de tegenwoordige situatie zien! Goes was nog maar een klein stadje, Kapelle niet meer dan een paar straten, het buitengebied is behalve in de Wilhelminapolder nog heel kleinschalig verkaveld, er zijn minder grote wegen... Wat er op die topografische uitsnede te zien is, geldt voor heel Nederland: de enorme toename van het bebouwde oppervlak in de moderne tijd, en het grootschaliger worden van de landbouw. In die moderniseringsslag zijn natuur en landschap de verliezers geworden. Zo nam de oppervlakte aan natuur (het areaal bos niet meegeteld) in de periode van 1950 tot 1990 met 116.000 hectare af. Dat is bijna een halvering van wat er daarvoor was. Zeeland deed volop mee in die trend. Zo werd bijvoorbeeld in de jaren '60 van de vorige eeuw het Zuid-Sloe ingedijkt t.b.v. de aanleg van industrie- en havengebied, wat een verlies van meer dan 500 hectare vogelrijk schor- en slikgebied betekende, en verdwenen bij de aanleg van de Schelde- Rijn verbinding (1967-1976) omvangrijke schorgebieden oostelijk van Bath. Ontwikkeling is onderdeel van onze dynamische maatschappij, en nodig voor onze welvaart. Maar een eenzijdige ontwikkeling die ten koste gaat van natuur en landschap is, zeker voor natuurbeschermers, een schrikbeeld. Omdat er zoveel moois verloren gaat. Maar als je het vanuit economisch perspectief bekijkt, is het óók onwenselijk: natuur en een mooi landschap zijn namelijk geld waard,veel geld. Dat besef is sterk gegroeid in de laatste jaren. Zonder natuur en een aantrekkelijk landschap zou Zeeland jaarlijks tientallen miljoenen aan inkomsten uit toerisme en recreatie mislopen, zo heeft onderzoek ZEEUWS -28-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2011 | | pagina 32