Vogeleilanden
De afgelopen jaren is er hard gewerkt
aan de realisatie van Waterdunen:
de getijdenduiker is gebouwd, de
inlaatkreek, geulen en kreken zijn
gegraven en de eilanden zijn aangelegd.
Hier en daar ziet Waterdunen er zelfs nog wat kaal
uit... Maar Waterdunen is nog niet af: nu is de natuur
aan zet! Wat kunnen we nog verwachten?
ZOUTPLANTEN
Sinds de getijdenduiker in september 2019 geopend is,
verandert het gebied onder invloed van het getij van een
zoet naar een zout gebied met schorren en slikken. Zoete
plantensoorten zoals wilgen riet maken plaats voor typische
schorrenplanten zoals zeekraal, schorrekruid en zulte.
Centraal in het gebied liggen de vogeleilanden, aangelegd
als broedgebied voor diverse kustbroedvogels zoals sterns
en meeuwen. Dit jaar broedden er al 4850 paar grote sterns,
duizenden paartjes zwartkopmeeuwen en kokmeeuwen
maar ook soorten als dwergstern, visdief, strandplevier en
kluut. Op andere eilanden kunnen we soorten verwachten
zoals de lepelaar die nu al veelvuldig in het gebied
foerageert.
Getij en de inlaatkreek
Met elke vloed stroomt er via de getijdenduiker en
inlaatkreek vers zeewater binnen. In het ondiepe water
vestigen zich steeds meer vissen en zoutwaterdieren
als garnalen, schelpdieren en krabben. Vooral in het
IO ZEEUWSLANDSCHAP Waterdunenspecial
7 J?<9i^
broedseizoen hangen visdieven en dwergsterns als vlinders
boven de kreek, speurend naar vis in de werveling van het
instromende water. Grote sterns gebruiken de inlaatkreek
als snelweg richting hun foe ra gee rge bied op zee. Per uur
passeren honderden vogels hier de getijdenduiker met
zandspiering of haring.
Plasdrasgebied
In het westelijk deel, nabij de Walendijk, is een
plasdrasgebied aangelegd met een systeem van greppeltjes.
De komende jaren verschijnen hier uit het niets planten
die bestand zijn tegen het zoute milieu en regelmatige
overspoeling. Afhankelijk van het seizoen verblijven hier
verschillende soorten steltlopers, zoals zwarte ruiter, tureluur
en oeverloper. Vanaf 2022 helpen grazende runderen
de begroeiing van de schorren en graslanden kort en
afwisselend te houden.
ZOUTPAN EN ZOETWATERPLAS
Aan de zuidkant is een bolwerk aangelegd, met aan
de ene kant een zoutpan, en aan de andere kant
twee zoetwaterpiassen. De zoutpan stroomt in de
wintermaanden vol met zout wateren door verdamping
in de zomermaanden valt een deel hiervan droog. Hier
zijn soorten als strandplevier en kluut te verwachten.
De zoetwaterpiassen zullen de komende jaren begroeid
raken met riet. Dit trekt moerasvogels, zoals blauwborst,
baardmannetje en mogelijk ook de roerdomp.
ZEEUWSLANDSCHAP Waterdunenspecial 11