Drinkputten
Het is de bedoeling dat de Provincie Zeeland deze zomer
een brochure uitgeeft over veedrinkputten in Zeeland.
Het initiatief voor deze brochure is genomen door de
Drinkputtenwerkgroep. In deze werkgroep is ook de SLZ
vertegenwoordigd.In januari en februari van dit jaar
heb ik stage gelopen bij de SLZ. Mijn taak was het
schrijven van een tekst voor deze brochure. Ik zal -
proberen een overzicht te geven van wat er in aan de
orde komt.
De belangrijkste functie van drinkputten is -zoals het
woord al aangeeft - het leveren van drinkwater voor het
vee. Deze putten zijn nodig omdat in het grootste deel
van Zeeland het oppervlaktewater te zout is voor het vee.
De grote weilandgebieden liggen juist op de plaatsen
met het zoute grondwater. Zonder drinkputten was vee
teelt hier in het verleden niet mogelijk. Drinkputten
bestaan waarschijnlijk al sinds het jaar 1000. Het zijn
dus eigenlijk monumenten uit de geschiedenis van de
Zeeuwse landbouw.
Naast de functie voor de landbouw hebben de putten ook
een biologische betekenis. Omdat ze meestal zoet water
bevatten, zijn het eigenlijk zoete eilandjes in een
brakke omgeving. Voor veel planten en dieren die in
zoet water leven, is zo'n drinkput dus een van de weinige
plaatsen in Zeeland waar ze kunnen leven. Bovendien is
de waterkwaliteit van de drinkputten meestal beter dan
die van sloten, omdat het kleine, afgesloten watertjes
zijn, die meestal niet vervuild worden.
Er komen dan ook planten en dieren voor die verder in
Zeeland nauwelijks voorkomen Een aantal soorten zijn
zelfs zeldzaam in Nederland. Dit zijn dan meestal soorten
die behalve aan zoet water ook aan kustgebieden gebonden
zijn, omdat daar een milder klimaat heerst dan in verder
van de kust af gelegen gebieden. Ongedoornd hoornblad
bijvoorbeeld is een plant die in Zeeland vrij veel in de
drinkputten voorkomt, maar in de rest van Nederland
zeldzaam is.
17
Voor kikkers, padden en salamanders zijn drinkputten on
misbaar. Zij planten zich alleen voort in zoet water.
Sloten zijn daarvoor meestal te brak. Ook de vorm van de
sloten maakt dat ze niet geschikt zijn als voortplantings-
plaats voor amfibieën. Ze zetten hun eieren af in ondiep
water dat in het voorjaar snel opwarmt.. In sloten is dat
zeldzaam, want de meeste sloten hebben een steil, V-vormig
profiel
De kamsalamander en de boomkikker zijn twee zeldzame
amfibieën die alleen in drinkputten in Zeeuws Vlaanderen
voorkomen. De boomkikkerpopulatie is zelfs een van de
grootste in West-Europa.
De laatste tientallen jaren is het aantal drinkputten
flink verkleind. In heel Zeeland liggen er ongeveer nog
1200. Dat aantal is vroeger veel groter geweest. Doordat
het tegenwoordig mogelijk is een waterleiding in de weilan
den aan te leggen of omdat de boeren zelf water naar de wei
landen brengen, zijn veel putten overbodig geworden en ge
dempt, of volgestort met afval. Daarnaast verliezen veel
putten hun nut doordat het grasland wordt gescheurd.
Ondanks deze ontwikkelingen zijn de meeste van de 1200
pulten nog steeds belangrijk voor het vee. Als een put goed
(zoet) water heeft, en niet snel uitdroogt, is het de goed
koopste manier om drinkwater voor het vee te krijgen, waar
niet veel naar omgekeken hoeft te worden.
Dat drinkputten nog steeds waardevol zijn, blijkt het beste
uit het feit dat de boeren de laatste tijd meer
nieuwe putten (laten) graven.
Voor het behouden van een drinkput is het nodig dat de
put onderhouden wordt.Het vee trapt de zijkanten kapot en
door plantengroei verlandt de put. Eens in de 8-10 jaar
zal het ongeveer nodig zijn modder en planten uit de put
te halen. Vroeger gebeurde dat met de schop in een periode
dat er weinig of geen water in de put stond. Tegenwoordig
kan dit het beste gebeuren met een hydraulische kraan. Bij
het schonen moet er op worden gelet dat de put niet te diep
wordt gegraven. Veel putten liggen in een kleilaag met er
onder dikke veenpaketten. Het water in het veen is zout.
18