\q\\ de
Ei
i R zijn zoo van die geijkte begrip
pen, die bij elkaar hooren, doordat zij
naar de natuur der dingen steeds
tezamen verschenen of doordat zij in
eeuwenlange traditie aaneen werden
gehecht. Bij de gure, donkere dagen
om de jaarwende hoort de kerst
boom, bij de lente hooren de veld
bloemen en het jongvee, bij de herfst
het ooft en de jacht.
Maar de mensch werd ongeduriger
naarmate het tempo van zijn samen
leving versnelde. Hij kan niet meer
afwachten, tot de tijd zijn normalen
gang is gegaan. Als de zon in het
zenith staat wil hij schaatsenrijden,
al is het op een kunstijsbaan, hij wil
het rijpe fruit zoowél in den winter
als in de late lente op zijn tafel heb
ben, in het hartje van den winter
wenscht hij andere bloemen te zien,
dan de ijsbloemen op zijn ruiten. Hij
wil bloemen, levende, geurende bloe
men bij de jaarwende
afzonderlijk
hoofdstuk en
een lofzang- ver
dienen.
De straathan
del heeft meer
dan iets anders
ertoe bijg'edra-
g'en., de bloemen
in onze steden
populair te ma
ken. In den be-
pnne waren het
maar enkele
kooplui, die
gisteren mis
schien gevent
hadden met
potten en pan
nen of sinaas
appels en die
vandaag hun
geluk eens wil
den beproeven
met een par
tijtje cyclamen
of een wagen
vol tulpen.
Maar spoedig
ontdekten zij,
dat er iets in zat,
dat de straathandel
in bloemen een vak op
zichzelf kon worden voor
...e er de moeite voor over
had. Nu hebben de bloemen-
kooplui hun vaste plaatsen in
de stad, waar zij dikwijls het
heele jaar door hun bloemen slijten.
En het is geen tweede kwaliteit, die
zij verkoopen; zij hebben in den loop
der jaren naast de loopklanten" hun
vaste kring van koopers gekregen, die eischen
stellen en als 's morgens op de Westlandsche
veilingen de roltafels voor de klok rijden koopt
de straathandelaar, die zijn plekje bij het station
in Den Haag heeft, of op het Buitenhof of waar
dan ook, evengoed de beste kwaliteiten als de
inkooper van de deftigste bloemenwinkel in Am
sterdam of Rotterdam.
BLOEMEN-ENDU STRIE
2! OO heeft de bloemencultuur zich ontwikkeld
tot een bedrijf, we zouden bijna zeggen: een
industrie, die het heele jaar rond zijn producten
aflevert, in het voorjaar de late tulpen, de
seringen, de anjers, in den zomer de rozen, de
dahlia's, in den herfst de chrysanthen en nauwe
lijks beginnen deze omstreeks half December het
veld te ruimen of in de donkerste dagen van
het jaar verschijnen de eerste tulpen en freesia's
als voorboden van een lente, die onafwendbaar
komen zal.
Het is de tijd van de trektulpen, een cultuur,
die veel zorg en moeite eischt, maar die ook
een product levert, dat van afzet verzekerd kan
zijn. In Augustus als de rijpe tulpebollen juist
geoogst zijn, begint een speciale behandeling:
op het goede oogenblik worden de bollen in
het koelhuis gebracht om de zgn. voorkoeling
te ondergaan. Deze behandeling duurt 5 tot 6
weken; daarna worden de bollen in bakken
opgepoot om nogmaals tot begin November in
het koelhuis te blijven en eerst dan worden de
bakken in dé trekkas geplaatst en door het
langdurige koelen is de bloei van de tulp zoo
versneld, dat al in het begin van November
de eerste Allard Pierson of Krelage's Triumph
naar de veiling gaat. Wat later komen de Hille-
garda, de Attraction, de Coplandsoorten, alles
nog roode tulpen, want men rekent op een
flinken afzet tegen Kerstmis en voor dit doel
zgn alleen roode tulpen gevraagd. Wie kent ook
niet de kleine, roode Kersttulpjes, de Scarlet
Due, door den tuinder kortweg Duucjes ge
noemd? Het is vooral de streek om Rijnsburg,
die deze levert; in het Westland zijn de Duucjes
er sedert enkele jaren wat uitgeraakt.
EEN GOED JAAR
I I ET is nog nauwelgks licht in de groote
veilinghal, als we er binnenkomen om de drukte
gade te slaan. Maar de groote hal staat al vol
roltafels, rijk beladen met alles, wat de bloemen
cultuur om dezen tijd van het jaar oplevert:
cyclamen, chrysanthen, tulpen, freesia's, hulst,
zelfs een enkel koopje anjers.
„Geen klagen van 't jaar", zegrt de markt
meester. „De prijzen zijn best."
We volgen even den wijzer van de veilingklok.
Eén gulden vijftig voor een bos tulpen, dat is
een prijs, die er zijn mag. Of om precies te
zijn: het is een prijs die in jaren en jaren
niet is voorgekomen. Export van tulpfen is ver
boden, dus de geheele aanvoer gaat naar het
binnenland. Het publiek koopt gaarne, doch de
voorraden zijn beperkt door het gebrek aan
steenkool; dat is de voornaamste oorzaak van
de prijsstijging. Het is overigens niet alles winst
voor den tuinder, wat er overblijft; de behande
ling van de bollen, zooals wij die beschreven,
duurt lang en is vrij kostbaar. Bovendien blijft
altijd een deel van de trektulpen weg: de bol
is verrot of aangetast door een ziekte en de
bloem komt niet op. Er zijn tuinders, die tot
50 pCt. wegblijvers hebben en dan moeten de
tulpen, die wel opkwamen, alles goedmaken.
Als de tulpen goed en wel op gang zgn, komen
de freesia's aan bod: de eerste aanvoeren liggen
al op de tafels. Hiervan is export toegestaan
en dat zal noodig zijn, want de freesia moet
een goeden prijs opbrengen, omdat maar weinig
bloemen zooveel arbeid en zorg vragen. Het is
een cultuur van de laatste jaren, die bij het
publiek grooten opgang heeft gemaakt, doch
die ernstig bedreigd werd, toen de Engelsche
export al vóór het uitbreken van den oorlog,
wegviel als gevolg van protectionistische maat
regelen der Britsche regeering.
Het zal wel gaan van 't jaar met de tulpen,
met de freesia's, met de vroege rozen, met de
anjers. De bloemenkweeker is vol goeden moed,
ook al zal hij de helft van zijn bloementeelt in
1942 moeten omzetten in groententeelt. Ook de
groente wordt goed betaald en wat het zwaarst
is, moet maar het zwaarste wegen.
Als we de veilinghal verlaten blaast een koude
wind over de weilanden en herinnert ons er aan,
dat het midwinter is. We zetten de jaskraag
erbij op. Hu, 't is Louwmaandmaar daar
binnen zgn de bloemen al, daarbinnen is 't lente!
Ln.
Foto's Landstandpersdienst
j E tijd is voorbij, dat bloemen in
den winter een vorstelijke gave wa
ren, onbereikbaar voor hen, die niet
met aardsche middelen waren ge
zegend. We vinden het al doodge
woon, dat in onze huiskamers het
heele jaar door de bloeiende bloemen
op tafel staan en wie herinnert zich
nog, dat slechts enkele tientallen
jaren geleden de bloemenhandel werd
beschouwd als een luxe-handel en
dat in het gewone burgergezin, om
van de arbeiders maar te zwijgen,
de bloemen alleen op hoogtijdagen
verschenen
Pas na den vorigen wereldoorlog
heeft de bloemenhandel in ons land
die merkwaardige vlucht genomen,
waardoor het boeketje bloemen en
de potplant van spaarzame luxe tot
een dagelijksche behoefte werden in
talrijke gezinnen. Er ontstond een
wisselwerking tusschen vraag en
aanbodhet publiek kocht meer
bloemen, de cultuur breidde zich uit,
de prijzen konden zonder schade voor
den kweeker omlaag gaan als gevolg
van den gestegen afzet en zoo kwa
men de kinderen van Flora in alle
maanden van het jaar onder het be
reik van steeds breeder volkslagen.
De straathandel ging zich met de
bloemen bezig houden. Wanneer nog
eens de geschiedenis van de Neder-
landsche bloemencultuur wordt ge
schreven, zal de straathandel een