Vlasvraagstukken van dezen tijd Inleiding Door Ir. L J. A. DE JONGE, Rijkslandbouwconsulent voor Vlasteelt en Vlasbewerking, verbonden aan het Centraal Instituut voor Land bouwkundig Onderzoek te Wageningen Rondom de Jaarwisseling HET ligt niet in mijn bedoeling, in het navolgende èen volledig jaaroverzicht «veer te geven, met aanduiding van alles, wat er op persoonlijk en zakelijk gebied in 1941 in onze gelederen is geschied. Niet, dat dit OP zichzelf geen lofwaardige gewoonte is in jrele beroepskringen. Maar ik moet me hier beperken tot enkele grepen uit het jaar dat heenging om vooral stil te staan bij hetgeen voor de toekomst van het vlasbedrijf van belang kan zijn. Ja, het is heel belangrijk, dat wij eikaars gedachten telkens weer bepalen bij de groote fundamenten en de voornaamste hoofd lijnen. Het is immers een verwarrende tijd, nu er zoo ontzettend veel georganiseerd en gereorganiseerd wordt, nu elke dag met nieuwe problemen aanbreekt en het geheel onzer activiteit sterk ln beslag wordt ge nomen door de directe nooden en zorgen. Maar als we eens rustig nadenken, dan beseffen we fd gauw, dat er meer te doen is dan over de prijs van het vlas, over den export van stroo- ftlas, over den afzet van lokken, over winst marges voor deze en gene categorie en wat «iet al, te vergaderen en te besluiten. Meen «liet dat ik al deze directe problemen van ons bedrijf minder belangrijk acht. Maar ik «wil waarschuwen, als men enkel en alleen daarvoor belangstelling toont en langs andere ftwesti.es heengaat. Immers deze oorlogsjaren, hoe ze ons thans ook ganschelijk vervullen <rn ons overweldigen, zijn op langertijdsbe- «tek gerekend, slechts een gedeelte, misschien eelfs een klein gedeelte van hetgeen een tak van nijverheid in een mensehenleven aan op en neergang doormaakt. Daarom is de allereerste eisch van de leiders van het bedrijfsleven: geestelijke vaardigheid. Ik bedoel die soepele, breede en energieke levenshouding, die tot <te essentialia van den koopman behooren. Juist de handelskringen geven op dit gebied aan vele andere bevol kingsgroepen een concreet en belangrijk voorbeeld. Snel overzien zij de nieuwe situatie, vaardig zijn hun besluiten om» zich daarop in te stellen. Er., desondanks, staat hen glas helder voor den geest dat in kort tijdsbestek opnieuw de steven wellicht moet worden ge wend. Is dat niet de prachtige traditie van den oud-Hollandschen koopmansgeest? Daar om zijn onze oude handelsgeslachten geble ven Sn goed en kwaad getij en hebben zij ,hun zaken in stand gehouden. De vlasserswereld staat dichter bij den boe renstand. Dat is geers diskwalificatie! De jfundamenteele waarde van den boerenstand És door mij reeds vaak als van het hoogste belang voor ons volksleven beschreven. De ponserveerende taak is een plecht-anker voor liet voikseigene. De beteekenis van ons platteland is een primaire. C>e vlasnijveriieid staat wel dicht bij de groe ne productie, maar toch is haar taak een endere. Een industriëele namelijk. Dat ver- eischt ook eer andere instelling. Een instel ling die de gelegenheid en de behoudendheid en de oil verbreek bare vakliefde heeft van de agrarische volksgroep, maar die daarnaast öen industriëelen kijk op het wezen der din gen kent. De industrie is minder vastgeklon ken aan de directe invloeden van bodem en pa tuur, Is in arbeidsverdeling, in continuï teit van het productieproces, in menscheüjke beïnvloeding van het eindproduct, vrijer. De «lijverheid heeft een sneller doorstroomen van goederen en geld dan het boerenbedrijf. De grondstoffen worden uit verwijderde gebie- iflen betrokken daarvoor moet gereisd worden, eaken gedaan op het land en op de beurs. Pe leiders van de vlasnijverheid moeten geest bebben voor industrie, open staan voor elke «nogelijke technische verbetering, zakelijk bi jgesteld bij koop en verkoop, reëei Wijve». endanks hun aangeboren liefde voor het vlas, becht georganiseerd en vaardig m overgangs tijden. Ik schrijf «at, omdat de «tasmousuie ma. voor groote problemen zal komen te staan. Jaren kunnen komen, waarin de vlassers ge hard zullen worden en sterke organisatorische gebodenheid zullen moeten verwerkelijken. Er moet veel en veel meer met het groote ge heel worden medegeleefd. De aankennige in stelling en de sloomheid moeten verdwijnen. Een enkele vlasser staat op de voorplecht en zet zich in voor de algemeene vakbelangen. De groote massa gelooft het wel of heeft nog niets dan crïtiek en wantrouwen voor de lut tele figuren, die de algemeene zaak dienen. Een intensieve wisselwerking is noodig tuS- schen de bedrijfsgenooten en de leiders. Dan kunnen de eigen voormannen overzien wat er leeft en wat de wenschen en behoeften zijn. Dan leeft het afgelegenste bedrijf en het meest excentrische vlassersdorp mee met het geheel. Het gaat om contact, samenwerking, eenheid en vertrouwen. De Organisatorische Vormgeving Er zijn vier categoriën, die met het vlas, zij,n be- en verwerking van doen hebben. ten en ken heel goed de geopperde bezwaren. Toch meen ik, dat de vorming van het Buvlas- lint in de lijn van dezen tijd ligt en als zoodanig knap is geprojecteerd. Het is beter dit voorbeeld grondig door te denken en er zelf leering uit te trekken dan deze hechte kern van samenwerking met afgunstige cri- tiek te omringen. Als elke groepeering der vlasbelanghebbenden op gelijke wijze de eigen zaken aanpakt, dan komen we er. Het gaat er om, dat immers juist de 4 bedoelde zuilen stevig worden opgetrokken en dat hun leiders in gelijke verantwoordelijkheid voor de ge- meene zaak samen besturen en werken. Laat ieder hierover eens goed nadenken! Zou dit niet de eenige juiste oplossing zijn? De vierde groepeering is de textiel industrie, voorzoover deze met de vlas vezel bemoeienis heeft. Ook de organisatie van de textiel industrie zou ruimte moeten laten om vlas spinners en linnen-wevers te vereenigen, om in direct contact te treden met de leiders der andere groepen. Zoo zie ik dan de toekomstige vlasbeiangen over de eeheele linie geleid door een ver- nl. de boeren, de vlassers, de handelaren en de verwerkende industrie (spinners en we vers). Het geheel der vlasbelangen moet op deze vier zuilen gefundeerd worden. De organisatie der boeren is momenteel in ombouw. Wij kunnen nog niet geheel overzien hoe dat zal worden. Maar in elk geval acht ik het van groot belang, dat er ruimte zal zijn in de nieuwe landelijke organisatie voor een direct contact tussehen alle vlastelers. Dan kan de landelijke groep van vlastelers via hun vertrouwensmannen in direct contact treden met de nijverheid over alle grondstof problemen (uitzaai oppervlakte, prijzen, eischen waaraan het af te leveren product moet voldoen, leveringvoorwaarden, enz.) De Commissle-Woltersom heeft de organisatie der vlasnijverheid tot taak. Als leider is de Heer A. de Jong uit Steenbergen aangewezen. Ook hier is nog veel in nevelen gehuld. In elk geval gaat het er om, dat een hecht ge organiseerde vlasindustrie uit deze bemoeiin gen ressorteert. Alle vlassers dienen daarin te warden vereenigd. Noodig zal zijn dat een krachtige en voortvarende leiding aan dit stuk van het bedrijfsleven wordt gegeven De organisatie van den stroovlashandel en van den handel jn het halffabrikaat (lint en afvallen) is de derde zuil. We voelen nier ook direct de moeilijkheden van de grenzen. Wie hoort er nog bij en wie niet? Hoe moet dt gebeele handel in één lichaam worden ondergebracht? Maar er is een hechte kem door de be langhebbenden zelf gevormd. Tijdig zelfs en ver voor de andere aan! De stichting Buvias- iipt is weer al Ingeburgerd. De directeur, de Heer Kimmerer geeft aan het geheel een voortreffelijk en krachtige leiding. Ik verkeer voortdurend in de kringen der bedrijf sgenoo- tegenwoordiger der boeren, der Vlassers, der handelaren en der verwerkende industrie, onder leiding van een onafhankelijken voor zitter. Dit college van 5 personen zou. dan het aangewezen orgaan zijn om met de Overheids instanties samen te werken bij de uitvoering van alle besluiten en maatregelen, die van hooger hand worden genomen en uitgevaar digd. Omgekeerd kan dit college worden ge hoord bij geprojecteerde maatregelen. Boven dien zullen uitgebreide bevoegdheden eraan worden toegekend om naar binnen een voor name zelfwerkzaamheid en besturende be voegdheid te kunnen uitoefenen. Dat wil niets minder zeggen dan volledige uitvoering en beheer door de bedrijfsgenooten zelve. Hei ontwerp op het weef getouw geweven, is ontwik keling. Een patroon waarnaar het geweven wordt, is Gods gedachte van een volmaakte wereld. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 11