BOE-KEN IN EUROPA De Fransche landbouw N Denemarken beslaan, gerekend naai de voor den landbouw gebruikte op pervlakte: de bedrijven tot 2 ha 7.1%: Van 2—5 ha. 22.6%; van 5—10 ha. 99%: van 50—100 ha. 1.7%; boven 100 ha. 0.5% Voor Noorwegen luiden de overeenkom stige cijfers, hier betrekking hebbende op de akker- en weideoppervlakte, he+ basch uitgezonderdbedrijven tot 1 ha. 39.4%; vaoi 12 ha. 16.2%; van 24 ha. 25%; van 510 ha. 12.4 van 1020 ha. 52%; van 2050 ha. 1.6%; van 50— 100 ha. OJ.%; boven 100 ha. 0.0%. Over Finland worden de cijfers over de ak keroppervlakte gegeven, om het duidelijke beeld van de feitelijke akkercuituur tkjv. ver schillende ecanamasoh niet volledig uitgebui te graslanderijen te kunnen doen afsteken: bedrijven tot 1 ba. 13.2%; tot 2 ha. 14.0%; van 25 ha. 27.4%; van 510 ha. 21.8%; van 1020 ha. 18.0%; van 2050 ha. 4.3%; van 50—100 ha. 1.0%; boven 100 ha. 0.3%. Voor Zweden worden gelijksoortige cijfers als voor Finland gegeven: bedrijven tot 1 ha. 1.45%; van 1—2 ha. 9.1%; van 2—5 ha. 17.4% van 510 ha. 142%; van 1020 ha. 8.9%; van 20—50 ha. 42%; van 50—100 ha. 0.8%: boven 100 ha. O.?"" EDERLAND en België hebben met de Noorsche landen trekken gemeen: een hoogen trap van beschaving, vrije landelijke eigen domsrechten, uitstekende vakkennis en veel al ook een buitengewoon algemeenen trap van ontwikkeling bij het landvolk, bi Neder land bestond net als in Denemarken de sterkste economische gebondenheid aan En geland als afzetmarkt, en de grootste afhan kelijkheid vam overzee bij het betrekken van voederstoffen voor de veredelings-economie. De voornaamste verschillen bestaan in de rijkere natuurlijke uitrusting van groote stre ken des lands met den vruchtbaarsten kleibo- dem en In de door vlijt en kunde van den Ne derlander geschapen beheersching van het grondwater, en eindelijk in het voorhanden rijn van een sterkere binnenmarkt. Dat alles brengt met zich mede een gTootere veelzij digheid van den Nederlamdschen landbouw, die alle diep Intensieve vormen van het zui velbedrijf van varkensmesterij en eierenpro- ductie over vroege aardappelen- en groente teelt tot bloemencultuur omvat. De Nederlandsche landbouw staat voor de taak, zich van de Britsehe op de Midrien- Bu-ropeesche markt can te schakelen. Dat zal zekere veranderingen van productde-riclhting, nauwelijks echter een inkrimping van de to tale productie beteekenen. Bij de veelzijdige gebruiksmogelijkheid van den Nederlandschen bodem (de beheersehing van het grondwater As hierbij van beslissende beteefcenis) en bij de bewegelijkheid van geest en de werklust van den Nederlandschen boer zullen de on vermijdelijke schokken wellicht nog gemak kelijker dan in Denemarken worden te boven gekomen. In beide landen zal de ontwikkeling van een gezond, van kapitalistisch winstbe jag vrij Landbouwkrediet van het uiterste be lang zijn; en in beide landen zal de ontwik keling van een gezond, van kapitalistisch winstbejag vrij Landbouwkrediet van het uiterste belang.'!jn; en in beide landen zal hierbij de sterke coöperatieve geest zeer nut tig kunnen zijn. De Belgische landbouw treedt bij oppervlakkige beschouwing van de Belgi sche economie tegenover het steedsehe be drijfsleven sterk op den ach tergrond. Bij na der inzien vinden wij echter een landvolk, dat zoowel in de Vlaamsche alsook in de WaaLsche landstreken de reeds meer dan 100 jaren door Schwerz geprezen deugden ver toont, vooral vlijt en groote vakkennis. En bovendien heeft het Belgische landvolk een sterke biologische vitaliteit behouden. Eet is aüeen in het cultured én politiek libe raal-democratisch geregeerd land zonder lei ding gebleven. Hier is de taak, de zander- twijfel voorhanden sterke energie te verza melen en te leiden. Krachtig hoerendom in Zwitserland. a3k in Zwitserland heeft zich bij alle in- djistrieele ontwikkeling en alle overheer- sching van steedsch—liberale Levenshouding een krachtig hoerendom gehandhaafd. Oofe Mer weer vereenigen zich, zooals in ''-'-ndtnavic, hooge algemeene «ontwikkeling. buitengewone vakkennis en hooge levens- eiscben. Het bijzondere kenmerk van Zwitser land is de bewuste economische samenvatting en Leiding van het boerenvolk door den Zwit- serschen Boerenbond het levenswerk var Ernst Laur Hier heeft een hoerendom welis waar strijdend met alle wapens van de^libe rale economische ordening, gedurende het geheele liberalistische tijdperk zich econo misch kunnen handhaven De beslissende vraag zal nu zijn; Heeft het Zwitstrsche land volk hierbij aan zijn specifieke landelijke cultuur schade geleden tengevolge van de steike liberalistische samenvlechting" Zee. veel wijst er op, dat dit niet Het geval is Dan zou de grootste opdracht voor het Zwit- sersche landvolk dezelfde zijn, die voor ge heel Zwitserland geldt: het terzijde-stellen van misplaatste antipathieën tegenover de Duitsche buren. Ook voor deze landen kunnen nauwkeurige cijfers over het aandeel der groote klassen in het totale aantal bedrijven wederom in percentages gegeven worden, om een 6e- grip te krijgen van de agrarische structuur. Van de totale landbouwbedrijfsoppervlakte beslaan: In België, de bedrijven pnder 1 ha. 74.2%; van 15 ha. 17.2%; van 510 ha. 5.0%; van 1020 ha. 2.5%; van 2050 ha. 6.5%: van 50100 ha. 02%; boven 100 ha. 0.0% In Nederland de bedrijven beneden 1 ha. 37.1%; van 1—5 ha. 29.7%; van 10—20 ha. 11.1%; van 2050 ha. 6.5%; van 50100 ha. 0.7%; boven 100 ha. 0.05%. Voor Zwitserland worden de overeenkomstige cijfers volgens de productieve oppervlakte, maar met inbegrip van het bosch, opgege ven. Zij luiden: bedrijven beneden 1 ha. 16.9% van 15 ha. 422%; van 510 ha. 24.2%: van 1020 ha. 12.4%; van 2050 ha. 3.3%; voor alle overige groote klassen boven 50 ha. 0.4%. 0 Pootaardappelen uit Nederland en Duitschland (Van onzen Europa-press-redacteur) E najaarswerkzaamheden op de ak- kers zijn in Frankrijk beëindigd, doch groote perceelen grond, welke voor den voorjaarsuitzaai bestemd zijn, moe ten nog geploegd worden. Hoewel het weer voor den uitzaai van wintergraan ,,HOE KOMEN WIJ AAN DEZE NA MEN", door C. J. Uitman. Uitg. .Kosmos", Amsterdam Prijs: j 2.25 )gebonden) Een vrij lijvig boek over een actueel onder werp, waarover tot nu toe behoudens het standaardwerk van Johar. Winkler weinig is gepubliceerd. Merkwaardig, dat het laatste jaar naast de herleefde belangstelling voor alles wat onze geslachten betreft ook de voor- en familienamen aanleiding tot onder zoek hebben gegeven aan meerdere geleerden. Het boek van Uitman is een aanwinst en voor hen die meer over dit onderwerp willen weten, aan te bevelen als handboek. In de eerst® plaats voor hen, die aan sibbe-onder- zoek zich wenschen te geven. Het begeleiden de woord van Prof. de Vooys zegt ten aan zien van den inhoud en kwaliteit van het werk voldoende. We lezen daarin o.m.: „Het is. een heuglijk fedt, dat een populair bedoeld geschrift als dit, niet ten prooi is gevallen aan een dilettant of een fan. tast, maar dat een auteur de taak aan vaard heeft, die door voorafgaande taal kundige studie wetenschappelijk, en dus kritisch geschoold., tegenover de overstel pende stof kwam t^ staan, en de beste bronnen wist te vindenZijn bedoeling was echter blijkbaar, dat zooveel mogelijk lezers hun eigen naam zouden aantref- niet bijzonder gunstig was, is men hier mede toch goed opgeschoten. Het was mogelijk de behoefte aan zaaigoed ten- volle te dekken. De landbouw werd bij de wet verplicht in het komende jaar min stens dezelfde oppervlakte met tarwe te zaaien, als het gemiddelde over de jaren lg?" -lout. Miet hulp van de Duitscne iiiini.tire autori teiten werden in Noord-Oost-Frankrijk op groote schaal teeltproeven genomen met ver schillende soorten winterrogge, gerst en tarwe. Naast Fransche soorten worden hier ook Duitsche graansoorten uitgezaaid, tenemce vast te stellen hoe deze zich op den Fran sche bodem en bij het Fransche klimaat hou den. De teeltproeven. die men in het voor jaar zal voortzetten, zullen den Franschen boeren aantoonen, dat door het gebruik van goed zaaigoed in korter 4*1 flinke successen kunnen worden bereikt. Ter dekking van "e behoefte aan zaaigoed voor het voorjaar werden reeds nu groote invoerovereenkomsten voor pootaardappelen, lijnzaad en suikerbietenzaad a-fgeslotti De leveringsovereenkomsten met Duitscniand en Nederland voor pootaardappelen hebben in totaal betrekking op ruim 100.000 ton, waar van de eerste leveranties reeds zijn aange komen. Voor de aardappelteelt is de invoer van gezond zaaigoed van bijzondere Detee- kenis. De leveranties van kunstmest blijven op het niveau, dat men zich ongeveer nad voorgesteld, doch zijn kleiner dan het gem.d- deld verbruik in den vooroorlogschen tijd, vooral heeft men weinig super-fosfaat en Thomas slakkenmeel beschikbaar. Voor kali werd, zooals bekend, met ingang van 1 No vember 1941 voor geheel Frankrijk een ur.i-^ forme prijs ingevoerd, die vooral voor West- en Zuid-Frankrijk van g"n«fbger> invloed is De zwuiiteit van aen inmiddels aigcioopen aardappeloogst, waarvan de opbrengst vrij goed uitviel, is niet steeds bevredigend. Daar de houdbaarheid te wenschen overlaat moet het vormen van voorraden aardappelen en het opslaan met groote omzichtigheid plaats vinden. Bij den suikerbieter.oogst. die nog niet beëindigd is. baart het transportvraagstuk moeilijkheden. In de belangrijkste teeltgenie- den werden speciale kolonnes gevormd die voor het vervoer van de bieten naar de sui kerfabrieken en destilleerderijen zorgen De verwachtingen ten aanzien van de kwanta- tieve opbrengst der suikerbieten zijn niet ten voile vervuld, doch het suikergehalte is be trekkelijk hoog. In de rantsoenen zijn tij dens de beide laatste maanden geen belang rijke wijzigingen aangebracht. Op grond van de nieuwe wet betreffende de organisatie van de levensmiddelenvoorziening hoopt men den har.del en de distributie der aanwezige levens middelen straf te organiseeren. fen. Indendaad zullen weinigen tevergeefs zoeken Ten aanzien van dit laatste is net jammer, dat eer, alphabetische opsomming van de be handelde namen achterwege is gelaten. De druk is duidelijk, de uitvoervnv stry?°kvol. SLOB. „WAT IS HEEMKUNDE", door Mr. H. Reydon. Uitg. „Hamer". Den Haag. Het eerste werkje uitgegeven door den „Bond voor Heemkunde". De schrijver, voormalig ieider van Hdofdafdeeling I van het Neder- landsch Agrarisch Front, toont over uitge breid feitenmateriaal te beschikken, die hij dan ook in het boekje verwerkt, waarvoor het els leerboek voor de scholen mi. minder geschikt is. Of het de bedoeling is geweest van aen Bond voor Heemkunde een schoolboekje te doen samenstellen, betwijfelen we, maar als zoodanig zagen we „Wat is Heemkunde" wel eens aanbevolen. Een andere kwestie is of het geschikt is voor degenen, die de Heemkunde moeten onder wijzen. De foto's zijn mooi en duidelijk, de stijl pret tig. Helaas ontbreekt een inhoudsopgave en een naamregister. Zulke registers vervolmaken meestal zulke handboeken ten zeerste. Ove rigens gaarne allen aanbevolen, die in de heemkunde belang stellen. Het is met liefde en met kennis van zaken geschreven. SLOB. Boekbespreking

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 13