Distributie
Uzult het allen wel met mij eens zijn,
als ik beweer, dat distributie geen
prettig maar een noodzakelijk iets is.
Nu Nederland, wat betreft zijn voedsel
voorziening, texitiel, hout, brandstof, ja, al
les, wat met ons bestaan in verband staat,
voor het grootste deel op zichzelf aangewe
zen is, niu is distributie noodiig.
Stel D zich eens even voor, hoe het er
hier uit zou zien, wanneer deze maatregel niet
Ingesteld was. laat ik als voorbeeld nemen,
de vetvoorziening. Een eenvoudig burger heeft
evengoed zijn portie vet noodig, als zijn
schatrijke buurman, maar vet Is schaars, want
de varkensteelt moet, wegens gebrek aan
voedsel, ingekrompen worden. Dus vet wordt
duur, moet met goud betaald worden en dat
heeft de eenvoudige burger niet. Maar zijn
buurman wel. Het gevolg is, dat de rijke zijn
groot stuk vleesch in volop vet kan laten
braden, maar dat de arme aan ondervoeding
gaat lijden. En zoo is het met alle overige
voedingsmiddelen, en evenzoo met kleeren,
brandstof, ja, alles, wat voor geld te koop is.
Als het gaat om zijn eigen dierbaar ik, dan
toch is ieder mensch een egoist. Maar we zijn
er nog niet. Honger is een scherp zwaard, en
er zijn meer armen, dan rijken. Zoolang 't nog
zoo n beetje gaat, zullen de meeste menschen
zich schikken. Maar als de man zijn vrouw ziet
vermageren, als zijn kinderen hem met honge
rige blikken aanzien, en hij kan ze niet geven,
wat ze noodig hebben, omdat alles zoo ontzet
tend duur is. En hij ziet dan, hoe menschen
met meer inkomen zich te goed doen aan al
les, waaraan hij en zijn huisgezin zoo bitter
behoefte hebben, hij ziet, hoe het rashondje
van den rij'ke met fijne korstjes gevoerd wordt,
terwijl er voor zijn kind nog geen droge boter
ham is, is het dan te verwonderen, dat hij
overgaat tot geweld of diefstal? Is het een
wonder, dat er in de arme volksbuurten van
de groote steden hongeroproeren uitbreken?
Dat de huizen der rijken tenslotte geplunderd
worden? En als eenmaal het dier in den
mensch losgebroken is, dan is er geen houden
meer aan, dan slaat hij alles neer, wat hem
In den weg komt.
Neen. ik overdrijf niet. Zoo zou het worden,
als er geen distributie was. Nu behoeven wij
voor dit alles niet bezorgd te zijn. De voorra
den worden zorgvuldig onder alle inwoners
verdeeld. Ieder krijgt zijn bonnen, en kan
voor een redelijke prijs er voor koopen, wat hij
noodig heeft. Voor zwaren arbeid worden extra
bonnen Verschaft, en ook voor zieken en kin
deren. Is dat niet een zegen voor ons geheele
volk! Ik wil niet ontkennen, dat het prettiger
zou wezen, als wij alles volop konden krijgen.
Maar wij hebben ons te schikken in de om
standigheden. En dat kunnen wij beter doen
met een vroolijk gezicht, als met 'n kwaad ge
moed. En zeg nu eens eerlijk: Is het op het oo-
genblik heusch al zoo erg? Gaan we met een
hongerige maag naar bed, en staan we met
een knagende honger op, terwijl er niets te
eten is? „Ja," zegt de pessimist, „nu gaat het
nog, maar het wordt nog veel erger." 't Is mo
gelijk. Maar laten we dan met treuren wach
ten tot het zoover is. Nu is dit nog niet noodig.
Zeker, wij willen wel graag eens een nieuwe
jurk hebben, of een nieuwe mantel of een
paar nieuwe schoenen, en daar moet nu een
speciale vergunning voor wezen. Welnu, we
volgen door de radio een cursus oudnieuw,
en met een beetje goede wil en wat goedje
smaak moderniseeren we onze oude kleeren.
En zijn onze schoenen ons niet meer naar
den zin, dan koopen we een paar aardige
klompjes. Op het platteland ig dat nog veel
practischer. We hebben trek aan een kopje
thee, maar de echte is op, en surrogaat vin
den we niet lekker. Weet u wel, dat we een
goed surrogaat kunnen maken van de blade
ren van de zwarte bes? We laten die drogen,
en een gedeelte roosteren we in de oven goed
zwart, voor de kleur, 't Is lang geen behelpen
en volgens een oud recept eon uitstekend mid
del tegen rheumatiek. We hebben niet vol
doende brandstof, om alle vertrekken te ver
warmen. Dan maken we 't ons samen in één
kamer gezellig. We kunnen niet, zooals vr
ger, overal heen fietsen, om naar verschil
lende feestjes te gaan. Dat laten de fietsban
den niet toe. Dan zoeken we het wat dichter
bij huis, en slaan vooral de maandelijksche
vergaderingen van den boerinnenbond niet
over, want daar zijn we bij vrouwen en meis
jes van ons eigen soort, en we kunnen onze
avond zoo prettig maken, als we zelf willen.
Hebt U er wel eens aan gedacht, dat ieder
vanaf zijn geboorte feitelijk altijd op distribu
tie is geweest? Als de zuigeling om de zoo
veel uur gevoed wordt, dat is toch ook dis
tributie. En de Moeder zou lang niet tevre
den wezen, als iemand het waagde, het kleine
ding zoo tusschen beide nog eens wat extra's
toe te stoppen Tegen de distributie mag niet
gezondigd worden. Als de kinderen bij fees
telijke gelegenheden een koekje krijgen, dan is
dat een tractatie voor ze, en kun je met een
pond koekjes al heel wat doen. Maar als een
kleine deugniet kans ziet, om stiekum bij de
trommel te komen, en zijn maag en zakken er
mee volstopt, dan blijft er voor de broertjes
en zusjes niet of weinig meer over. We vinden
het heel natuurlijk, dat de boosdoener ge
straft wordt. In een goedgeordende huishou
ding is dit ook noodig. En als er nu in onze
groote staathuishouding iemand kans ziet, om
stiekum zijn voorraad levensmiddelen te ver
meerderen, dus als iemand hamstert of frau
duleus slacht, of wat dan ook, dan blijft er
voor zijn medemenschen minder over. Dus ook
deze boosdoener verdient straf, en een flinke
straf ook. Het kind snoept tenslotte in zijn
onnoozelheid, maar de hamsteraar niet. Die
weet, dat hij zich schuldig maakt aan een
misdrijf. Met 200 iemand behoeven we dus
ook geen medelijden te hebben, als hij op een
gevoelige manier op zijn vingers wordt getikt.
Het is de plicht van ieder, die het goed meent
met zijn medemenschen, zich streng te hou
den aan alles, wat de overheid voorschrijft.
Het is noodig, om ons land heen te helpen
door de zware tijden, di§ we doormaken, en
door de, misschien nog zwaardere, die zullen
komen. Laten wij, als agrarische vrouwen,
hierin een voorbeeld zijn voor velen. De leden
van onzen bond mogen zich niet onttrekken
aan de plichten, die de distributie ons oplegt.
Het geluk van het Nederlandsche volk, het
heil van ons Vaderland hangt af van de be
reidwilligheid van ieder, om zonder morren het
offer te brengen, dat van ons gevraagd wordt.
Weet U, wat niet op distributie is? Vroolijk-
heid en eensgezindheid. Dat mag in onbe
perkte hoeveelheid ingeslagen en uitgedeeld
worden. Van dat artikel mag ieder koopen,
zooveel hij wil, mag ieder hamsteren zooveel
hij wil.
En nu eindig ik met den welgemeenden
raad: Laat U door geen distributiezor-
gen ter neer slaan, en sta hen, die het
noodig hebben, met raad en daad bij. Vroolijk-
heid en eensgezindheid zij het parool van
onzen Boerinnenbond.
J. de JongSmith.
Gees (Drente).
Aan de Landjeugd
Beste jongens en meisjes.
In de weken, dat ik de landjeugd-rubriék ver
zorgd heb in ,J3oer en Erfheb ik heelwat ne
ven en nichten gekregen.
En nu is dan „De Landstand" gekomen.
Dank zij de redactie is het mij mogelijk ook in
dit. orgaan van den Nederlandschen Landstand
de rubriek van jullie te verzorgen.
Want voor alles moet dit een rubriek worden,
die door jullie gevuld wordt.
„De Landstand" verschijnt in een oplaag van
350.000 exemplaren, zoodat de reeds groote
kring nu nog wel veel grooter zal worden. Dat
verheugt ons. Hoe meer medewerkers en mede
werksters aan ons hoekje des te liever is het
mij.
De plaatsruimte, die men beschikbaar kon stel
len is echter niet zóó groot, dat alles wat jullie
inzenden maar direct geplaatst kan worden. Je
zult dus af en toe wél eens wat geduld moeten
hebben.
DE LANDJEUGD TEEKENT BOERDERIJEN.
En nu nog iets over de teekenwedstrijd, die in
„Boer en Erf' door my was uitgeschreven.
DEZE GAAT DOOR! Tientallen prachtige tee-
keningen zijn reeds binnengekomen.
Vele neefjes en nichtjes hebben mij echte, gc
vraagd, de laatste dag van inzending nog wat
Als er weinig keus in
AL is de verscheidenheid in groenten mid
den in den winter niet zoo groot als
's zomers, de keuze is nog vrij ruim, als men
bedenkt, dat naast de vele koolsoorten, de
bieten, wortelen en uien en de verschillende
rapen en knollen tot de groenten van het
winterseizoen behooren.
Op het oogenblik komt het echter vaak voor,
dat er slechts enkele groenten te koop worden
aangeboden en dat men steeds uit 2 of 3
dezelfde groenten een keus moet doen.
Dat is jammer, want het zijn vooral de
groenten, die smaak en afwisseling in den
maaltijd brengen. Afwisseling in de samen
stelling van den maaltijd is noodig, omdat
daardoor de eetlust wordt opgewekt en de
spijzen beter tot hun recht komen.
Veel huisvrouwen nemen dan ook hun toe
vlucht tot de groenten uit het zout. Uitge
zonderd zuurkool, zure roode kool en zure snij -
boonen hebben de groenten uit het zout geen
voedingswaarde meer, zoodat in het belang
van de gezondheid nog met versehe. liefst
rauwe groenten moeten worden aangevuld.
Degenen, die g^en groenten inmaakten of
slechts groenten in veel zout ingemaakt be
zitten raden wij daarom aan de verkrijgbare
versehe groenten op verschillende manieren
klaar te maken en ook eens recepten te pro
beeren, die minder bekend zijn. De maaltijden
zullen daardoor, ondanks hun gelijkheid in
samenstelling, toch vol afwisseling zijn.
Hier zijn eenige recepten, probeert U ze eens.
Recepien voor 4 personen
Sla van savoyekool of witte kool met
augurk jee*.
500 g. witte- of savoyekool, wat augurkjes
uit het zuur, wat gekookte aardappelen, tapte
melk, wat azijn, mosterd en zont (peper).
De kool van het buitenste blad ontdoen en
heel fijn schaven of raspen: de augurken in
stukken snijden of raspen. Voor het sausje
gekookte aardappelen fijn maken en met wat
taptemelk, azijn, (peper), mosterd en zout
vermengen.
De koolsnippers en de stukjes augurk door
het sausje mengen. Het slaatje in een schaal
ovordoen en gameeren met wat plakjes
augurk.
De sla zoo kort mogelijk voor het gebruik
bereiden.
Sla van roode kool met knolselderij.
500 g. roode kool, 1 kleine selderij knol, wat
gekookte aardappelen, taptemelk, azijn, mos
terd en zout (peper, suiker).
De kool van het buitenste blad ontdoen en
heel fijn schaven of raspen. De selderij knol
schillen en raspen.
Voor het sausje de gekookte aardappelen
fijn maken en met wat taptemelk, azijn,
(peper, suiker), mosterd en zout. De kool
snippers en de geraspte selderij door het
sausje mengen en het slaatje in een schaal
overdoen.
De sla zoo kort mogelijk voor het gebruik
bereiden.
te verschuiven en daarom kunnen jullie nog in
zenden tot 15 Februari 1942. Dien dag sluiten
wij onherroepelijk en gaan we de inzendingen
beo ordeelen.
Fraaie prijzen zullen worden aangekocht.
En nu tenslotte nog eens de voorwaarden:
Teeken de boerderij waarin je woont of een
mooie in je omgeving.
Voeg bij de teekening een velletje papier,
waarop duidelijk voorkomt:
1. je naam en adres;
2. de plaats waar de geteekende boerderij
staat;
3. de provincie;
4. je leeftijd.
De teekeningen worden in drie groepen inge
deeld:
le. ran 812 jaar.
2e. van 1215 jaar.
3e. van 1518 jaar.
Tot de volgende week allemaal
NEEF HENK.
S. Mv.. uu« es is: ZEESTRAAT 69, DEN
HAAG.