„Nederland voedt zich zelf!" VAtodudiwlaty 1942 Bestrijdt het onkruid 16 ONZE DIALECTEN Brouwgerstmonsters vragen uw aandacht No. 60 Schoon land, dus land, dat vrij is van onkruid is een eerste eisch voor de ontwikkeling van een goed gewas. In vroegere jaren sprak het van zelf dat men overal, in de klei- als zandstreken, aan het wieden ging in de weken welke liggen tusschen het zaaien van de bieten en het gras- maaien en hooien* in Juni. Maar omdat er aan het win nen van gr as. en hooi meer en meer zorg wordt besteed, heeft men voor het wieden niet zooveel aandacht meer over. Hoe intensiever wij het weiland behandelen, des te meer gras krijgen wij in de maand Mei te verwerken Er moet dan worden ingekuild en er moet gras naar de gras- drogers worden gereden. In vroegere jaren kende men dat werk in veel geringer mate. Er werd wel wat gras ingekuild, maar algemeen gebruikelijk was dat niet en zeker niet in alle streken van ons land. Op het oogen- blik echter kan men zeggen: een boer, die niet inkuilt, is bij zijn tijd ten achter. Want door inkuilen kunnen wij prachtig eiwitrijk vee voer winnen in een tijd, welke voor hooien nog niet geschikt is. Inkuilen is dus zeer nuttig, maar wij mogen er niet door vergeten: ook het schoffelén en hakken is in dezen tijd van het jaar zeer belangrijk. Als het zoover zou komen, dat wij tengevolge van het inkuilen zouden vergeten het onkruid te bestrijden, dan zouden wij aan den eenen kant verliezen wat wij aan den anderen kant wonnen. Want onkruid beteekent een zeer groot verlies aan opbrengst onkruid onttrekt plantenvoedende stoffen aan het ge was. onkruid eischt ruimte en licht voor zich op onkruid-planten verdampen heel wat water waardoor de bodem eerder uitdroogt onkruid maakt het bewerken van het land moeilijk onkruid-planten zijn vaak broedplaatsen van schimmels en insecten onkruid maakt het dorschen lastig en verlaagt de waar de van het product. Er is dus alle reden voor elkeen om het onkruid met alle middelen te bestrijden. Dit kan geschieden, waar mogelijk, met de eg en ook met het strooien van fijngemalen kainiet en van kalk- stikstof. Vooral echter breekt nu de tijd aan waarin men moet gaan werken met aanaardploeg en schoffeltuig, hak en hand schoffel. en op de weilanden met stekeltrekkers en stekelstekers. Stel dit niet te lang uit. Het moet dadelijk gebeuren. Wacht niet tot het onkruid boven de gewassen uit steekt. Verdelg het overal waar ge kunt en zoo spoedig mogelijk. Met schoffelen en hakken krijgen wij het land vrij van onkruid en goed los. Daardoor krijgen de gewassen een gezonden bodem tot hun beschikking en kunnen zij welig groeien. Van be lang is het dan verder de bovenste laag van den grond schoon en mul te houden, waardoor alle bodemvrucht en alle voedings stoffen in dien bodem aan de planten ten goede komen. Houd verder op bouwland de slootkanten zwart. Begroeide slootkanten staan in den regel vol met on kruiden en deze brengen hun zaden telkens weer op het land. Hebt gij geen tijd alle slootkanten af te schoffe len, zorg er dan in ieder geval voor de slootkanten bijtijds af te maaien. Dan kunnen- het gras en de onkruiden welke daar groeien, geen zaad vormen. En het kanthooi, dat gij daarbij wint is van veel grooter waarde dan wanneer gij eerst later zoudt maaien. Een deugdelijke onkruidbestrijding beteekent een aanzienlijk grootere opbrengst van het ge was. Bestrijd het onkruid dus zoo goed gij dit maar kunt! NEDERLANDSCH is onze moedertaal. Tc ■>- minste, dat denken wij allen, doch eigenlijk is dit niet geheel juist, want de streektaal of wel het dialect is de eigenlijke moedertaal! Dat is de taal van het volk, dat op het platteland woont. Ons lanc kent ont zaglijk veer dialecten en we zouden dan ook niet graag een schatting willen maken naar het aantal. Velen meenen in het Frieseh ook een dialect te zien, dit is evenwel niet juist. Het Fries h is een 'taal, doch wordt ook weer in de ver schillende streken der provincie anders uit gesproken, dus heeft ook weer zijn dialecten. In oude tijden werd behalve Friesch ook Saksisch en Frankisch gesproken in de lage landen bij de zee, waaruit de Nederlandsche taal zich ontwikkelde. Eigenaardig is het, dat men in verschillende provincies en ook steden, meerdere dialecten kent. In Groningen bijvoorbeeld worden de dialec ten soms slechts .'.oor een kanaal gescheiden. In Limburgspreekt en schrijft men e streektaal in het Zuiden heel anders dan in het Noorden. Terwijl in de streken tusschen Noord en Zuid nog dialecten voorkomen, die om de 30 kilometer nog verschillen. Als voorbeeld voor een stad, waar meerdere dialecten gïsproken worden kunnen we Am sterdam noemen. In de Jordaan spreekt men heel anders dan op en bij de Haarlemmerdijk, terwijl het sappige Kattenburgsch den bui tenstaander weer geheel anders in de ooren klinkt. Het is toe te juichen, dat men den laatsten tijd meer aandacht gaat besteden aan de streektaal dan voorheen. Radio, boek en krant zorgen dat dit typisch volkseigene bewaard en verbreid wordt; be waard onder het volk in de streken, die er nog meer „streden" door worden met een aan elkaar verbonden gemeenschap, en verbreid onder het volk dat een ander dialect spreekt, doch nu ook belang gaat stellen in de ze den en gewoonten van de andere Nederlan ders. Juist de streektaal is van zoo groote waarde voor het volksleven. Hierin leeft en denkt pet volk. Teveel werd voorheen de aan dacht besteed aan het mooie en zuivere Ne- derlandsch, dat wij zeer zeker noodig hebben doch het gebruik van het dialect niet mag verminderen. Wat zou Groningen zonder Groningsch zijn en (West)-Friesland zonder (West)-Fr*"-rh? De bekori,/y0 en de sfeer van de streek zou verdwenen zjjn. Het volk zou „maak-taal" spreken en het eigene daardoor verliezen. Daarom: Kent Uw eigen taal, doch ook Uw streektaal. v. M. Men schrijft ons: Telken jare organiseert het Nationaal Co mité voor Brouwgerst een tentoonstelling, waarop een overzicht wordt gegeven van den brouwgerstoogst. Mep vindt daar monsters van de gerstpartijen, welke gedurende het af- geloopen seizoen aan de brouwerijen zijn af geleverd. Het bijzondere is dat het betreft Ne derlandsche brouwgerst, bestemd voor de Ne derlandsche bierbrouwerijen. De tentoonstelling zal ditmaal uit twee ge deelten bestaan, een afdeeling telerspartijen en een afdeeling verzamelpartijen, beide van oogst 1941. Het Nationaal Comité voor Brouwgerst be paalt zich echter niet tot èxposeeren, de besta partijen worden ook bekroond met fraaie prij zen. Naast de handelaar ontvangt aldus de teler de eer die hem toekomt. Over prijzen en prijswinnaars hopen wij U een volgende maal te berichten. Het Bestuur zal het als een eer beschouwen, indien belangstellenden een bezoek komen brengen. Deskundige voorlichting is aanwezig, terwijl de toegang geheel vrij is. De brouw- gersttentoonstelling zal worden gehouden op 18 Mei en 19 Mei te Rotterdam.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 16